Antwoord op vragen van de leden Groothuizen en Voordewind over het bericht 'Asielzoeker uit Bahrein na gedwongen vertrek uit Nederland meteen gearresteerd'

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door de leden Groothuizen (D66) en Voordewind (ChristenUnie) over het bericht 'Asielzoeker uit Bahrein na gedwongen vertrek uit Nederland meteen gearresteerd'.

Deze vragen werden ingezonden op 8 januari 2019 met kenmerk 2019Z00124.

De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,

Mark Harbers


Vragen van de leden Groothuizen (D66) en Voordewind (ChristenUnie) aan de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht 'Asielzoeker uit Bahrein na gedwongen vertrek uit Nederland meteen gearresteerd'. (ingezonden 8 januari 2019, nr. 2019Z00124

Vraag 1

Kent u het bericht 'Asielzoeker uit Bahrein na gedwongen vertrek uit Nederland meteen gearresteerd’? 1)

Antwoord vraag 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u bevestigingen dat de Bahreinse asielzoeker Ali Mohammed al-Showaikh is uitgezet door Nederland en bij aankomst in Bahrein is gearresteerd?

Antwoord vraag 2

Zoals uw Kamer bekend kan ik in verband met de privacy van de betrokken persoon geen uitspraken doen over individuele zaken en eventuele uitzettingen. Het kan onder omstandigheden voorkomen dat een afgewezen asielzoeker die is uitgezet bij aankomst in het land van herkomst door de autoriteiten wordt gearresteerd. Daar kunnen verschillende oorzaken voor zijn, die niet altijd te maken zullen hebben met het afgewezen asielverzoek.

Vraag 3

Kunt u toelichten wat de huidige situatie is van de heer Ali Mohammed al-Showaikh?

Antwoord vraag 3

Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 4

Hoe volgt u zijn (veiligheids-)situatie in Bahrein? Welke stappen onderneemt het ministerie van Buitenlandse Zaken om helderheid te verschaffen over de huidige situatie van de heer Ali Mohammed al-Showaikh en hem bij te staan? Bent u bereid zich in te spannen voor een eerlijk proces en eventuele teruggeleiding naar Nederland?

Antwoord vraag 4

Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 5

Weet u of de heer Ali Mohammed al-Showaikh toegang heeft (gehad) tot rechtsbijstand?

Antwoord vraag 5

Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 6

Kunt u reageren op de berichten van Amnesty International en Vluchtelingenwerk, waarin zij zeggen dat er sterke aanwijzingen zijn dat Ali Mohammed al-Showaikh is mishandeld? Deelt u de mening dat het verboden is asielzoekers of vluchtelingen terug te sturen naar een land waar zij vrezen voor vervolging of reële kans op foltering, zoals vastgelegd in artikel 33 van het VN-vluchtelingenverdrag en artikel 3 van het Europees verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden? Welke stappen gaat u ondernemen als blijkt dat deze rechten zijn geschonden, ook de rechten genoemd onder de vorige vraag?

Antwoord vraag 6

Voor wat betreft uw vraag over de individuele situatie verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2.

Ik deel de mening dat het verboden is asielzoekers of vluchtelingen terug te sturen naar een land waar zij vrezen voor vervolging of een reëel risico lopen op een onmenselijke of vernederende behandeling, zoals neergelegd in artikel 33 van het VN Vluchtelingenverdrag en artikel 3 van het Europees verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mensen en de Fundamentele vrijheden.

Iedere asielaanvraag wordt beoordeeld op zijn individuele merites. Voor de meeste landen waar asielzoekers vandaan komen is er geen specifiek landgebonden asielbeleid in de Vreemdelingencirculaire 2000 opgenomen. Vaak wordt specifiek beleid pas opgesteld als er relatief veel asielzoekers uit een land komen en uit een ambtsbericht van het ministerie van Buitenlandse Zaken blijkt dat sprake is van risicogroepen of kwetsbare minderheden. Voor Bahrein is er geen specifiek landgebonden asielbeleid, mede gelet op de relatief zeer lage instroom (circa 10 asielzoekers in 2018) en dat het algemene asielbeleid afdoende mogelijkheden biedt. Ik zie vooralsnog geen aanleiding om het beleid te wijzigen.

Dat er geen specifieke landgebonden asielbeleid is, betekent dat de IND het asielverzoek toetst op basis van de algemene uitgangspunten, zoals neergelegd in de Vreemdelingenwet, het Vreemdelingenbesluit en de Vreemdelingencirculaire, afgezet tegen wat uit openbare bronnen bekend is over Bahrein. Dat zijn onder meer de rapporten van Amnesty International, Human Rights Watch en diverse VN-organisaties, maar ook rapporten van andere landen, bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten.

Voor Bahrein geldt dat uit verschillende bronnen blijkt dat de mensenrechtensituatie in de laatste jaren verslechterd is . Dit geldt met name voor kritische geluiden vanuit de oppositie op het bewind, mensenrechtenactivisten en journalisten en de vrijheid van meningsuiting, vereniging en vergadering.

Deze ontwikkelingen worden door de IND betrokken bij de beoordeling van een individueel asielverzoek. Wanneer een asielzoeker aannemelijk maakt dat, gelet op zijn of haar individuele verhaal, tegen de achtergrond van de algemene situatie in Bahrein een gegronde vrees voor vervolging bestaat of bij terugkeer een reëel risico bestaat op een vernederende of onmenselijke behandeling dan wordt asiel verleend.

Vraag 7

Zijn er andere maatregelen die u gaat nemen naar aanleiding van deze berichtgeving? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 7.

Nee, ik zie op dit moment geen aanleiding specifieke maatregelen nemen. Wel zal ik in samenwerking met het ministerie van Buitenlandse Zaken, de ontwikkelingen in Bahrein en de berichtgeving daarover, onder meer van de kant van mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch, nauwlettend volgen. In het licht van die informatie en hetgeen door een asielzoeker individueel naar voren wordt gebracht, worden individuele asielaanvragen beoordeeld.

Vraag 8

Hoe en op basis van welke (recente) informatie wordt op dit moment de beoordeling gemaakt of iemand uit Bahrein asiel wordt verleend? Hoe zwaar wordt de landeninformatie over Bahrein meegewogen? En is er voldoende aandacht voor risicogroepen zoals journalisten en mensenrechtenactivisten?

Antwoord vraag 8

Zie het antwoord op vraag 6.

Vraag 9

In hoeverre bent u van mening dat familieleden van politieke activisten en andere risicogroepen gevaar lopen bij terugkeer naar Bahrein?

Antwoord vraag 9

Zie het antwoord op vraag 6.

Vraag 10

Was de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) ten tijde van de beoordeling van de asielaanvraag van Ali Mohammed al-Showaikh ervan op de hoogte dat de broer van Ali Mohammed al-Showaikh politiek asiel in Duitsland heeft? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe is dit gegeven meegewogen?

Antwoord vraag 10

Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 11

Hoe verklaart u dat de IND oordeelt dat het veilig is iemand terug te sturen, terwijl iemand bij aankomst direct wordt opgepakt? Hoe beoordeelt u deze situatie? Is het risico van een arrestatie in Bahrein (wel voldoende) meegewogen? Zo nee, waarom niet? Zo, waarom is desondanks besloten over te gaan tot uitzetting?

Antwoord vraag 11

Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 2.

Vraag 12

Bent u bereid de Inspectie Justitie en Veiligheid onderzoek te laten doen naar deze uitzetting en de Kamer hierover te informeren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 12

Nee, ik zie vooralsnog gelet op de mij beschikbare informatie geen aanleiding om de Inspectie Justitie en Veiligheid onderzoek te laten doen naar het verloop van deze uitzetting.

Vraag 13

Hoeveel aanvragen van asielzoekers uit Bahrein heeft de IND in 2016, 2017 en 2018 ontvangen en behandeld? Ziet u een toe- of afname sinds 2016? In hoeveel gevallen wordt asiel toegekend en hoeveel asielzoekers worden teruggestuurd naar Bahrein? Is bekend hoe het asielzoekers die eerder naar Bahrein zijn teruggestuurd bij terugkomst is vergaan?

Antwoord vraag 13

De aantallen eerste asielaanvragen van personen met de Bahreini nationaliteit waren afgerond als volgt: minder dan 5 in 2016 en minder dan 10 in 2017 en 2018. Een echte toe- of afname zie ik niet.

In de meeste gevallen wordt asiel verleend. In minder dan afgerond 5 zaken is de aanvraag afgewezen.

Het is conform beleid, waarbij geen monitoring plaats vindt na terugkeer, niet bekend hoe het met mogelijke terugkeerders naar Bahrein gaat.

Vraag 14

Bent u bereid uitzettingen naar Bahrein op te schorten, zolang er geen duidelijkheid is over het lot van de heer de heer Ali Mohammed al-Showaikh? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 14

Nee, daartoe ben ik niet bereid. Een besluit- of vertrekmoratorium wordt ingesteld als de situatie in een land van herkomst dermate onduidelijk of chaotisch is dat op dat moment geen gewogen beslissing kan worden genomen. Een voorbeeld daarvan was de opkomst van IS in Irak.

Er is voldoende informatie voorhanden over de veiligheids- en mensenrechtensituatie in Bahrein. Zoals in antwoord op vraag 7 is aangegeven, zal ik in samenwerking met het ministerie van Buitenlandse Zaken, de ontwikkelingen in Bahrein en de berichtgeving daarover, onder meer van de kant van mensenrechtenorganisaties als Amnesty International en Human Rights Watch, nauwlettend volgen. In het licht van die informatie worden individuele asielzaken beoordeeld. Of asiel wordt verleend is afhankelijk van de aannemelijkheid van het individuele relaas en de conclusie daaruit of gegronde vrees voor vervolging bestaat dan wel bij terugkeer een reëel risico bestaat op een vernederende of onmenselijke behandeling.

Vraag 15

Bent u bereid deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden?

Antwoord vraag 15

Ja.

1) ND.nl, 5 januari 2019: https://www.nd.nl/nieuws/buitenland/asielzoeker-uit-bahrein-na-gedwongen-vertrek-uit.3239621.lynkx

Toelichting:

Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van de leden Van Ojik (GroenLinks), ingezonden 8 januari 2019 (vraagnummer 2019Z00113), Jasper van Dijk en Karabulut (beiden SP), ingezonden 8 januari 2019 (vraagnummer 2019Z00115).

Indiener(s)