Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen die zijn gesteld door het lid Beckerman (SP) over privacy schending van woningzoekenden met kenmerk 2018Z22896, ingediend 4 december 2018.
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
drs. K.H. Ollongren
2018Z22896
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over privacy schending van woningzoekenden (ingezonden 4 december 2018).
Vraag 1
Kent u het bericht dat woningcorporaties en woonruimteverdeelsystemen, zoals Woonnet Haaglanden, handelen tegen de nieuwe privacywet, de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), door woningzoekenden al bij inschrijving om een inkomensverklaring te vragen? 1) Wat is uw reactie daarop?
Antwoord vraag 1
Ik heb kennis genomen van deze berichtgeving. Het oordeel of deze – samenwer-kingsverbanden van – corporaties in strijd handelen met de AVG komt toe aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP).
Corporaties mogen bij het uitvoeren van hun taken het inkomen van
aankomende huurders toetsen, bijvoorbeeld omdat voor sommige woningen een
inkomensgrens geldt. Dit laatste betreft onder meer de passendheidseisen
uit de Woningwet die corporaties verplichten zich bij de toewijzing van een
woning te vergewissen van het inkomen van het betreffende huishouden. Deze
gegevens mogen bij toewijzing niet ouder zijn dan twee jaar.
Volgens de berichtgeving van Kassa zouden sommige corporaties en woonruimte-verdelers zoals Sociale Verhuurders Haaglanden (SVH, “Woonnet”) burgers al bij inschrijving als woningzoekende om inkomens- en andere gegevens vragen. SVH heeft in reactie laten weten dat zij burgers hiertoe echter pas verplichten als zij reageren op een woning en een toewijzing op handen is. Burgers die zich willen inschrijven om daarmee wachttijd op te bouwen, hoeven deze gegevens dus nog niet aan te leveren, geeft SVH aan. Hoe andere corporaties en woonruimteverdelers hiermee omgaan is mij op basis van de mij beschikbare gegevens niet bekend.
Corporaties die vooruitlopend op een toewijzing vragen om persoonsgegevens
moeten hiervoor op grond van de AVG altijd een wettelijke grondslag hebben.
De AP wijst erop dat corporaties zelf verantwoordelijk zijn voor de
naleving van de privacywetgeving, waarbij brancheorganisaties kunnen helpen
bij de vormgeving van een goed privacybeleid. In dit verband is van belang
dat Aedes de AVG Routeplanner voor woningcorporaties heeft gepubliceerd.
Dit instrument geeft inzicht in de belangrijkste wettelijke verplichtingen
en legt concreet uit welke maatregelen een corporatie moet nemen om aan die
verplichtingen te voldoen. Verder moeten corporaties zorgvuldig omgaan met
gevoelige persoonsgegevens.
Brancheorganisaties kunnen kwesties ook aan de AP voorleggen, hetgeen SVH
inmiddels ook heeft gedaan. Ik heb begrepen dat de SVH hun werkwijze zullen
aanpassen, indien de AP zou oordelen dat deze strijd oplevert met de AVG.
Ik heb Aedes gevraagd om het oordeel van de AP over de betreffende
corporatiepraktijk alsdan breed onder de aandacht van de leden te brengen,
zodat zij zo nodig eveneens een andere werkwijze kunnen invoeren.
Woningzoekenden kunnen zich met eventuele vragen of klachten richten tot
het Informatie en Meldpunt Privacy van de AP. De AP neemt alle klachten in
behandeling en kan zo nodig onderzoek kan instellen bij de betreffende
corporatie.
Vraag 2
Hoeveel woningcorporaties vragen van woningzoekenden hun inkomensgegevens te uploaden, terwijl deze pas nodig zijn bij de toewijzing van een woning, waar gemiddeld negen jaar op moet worden gewacht? Hoe gaat u ervoor zorgen dat corporaties hiermee stoppen?
Antwoord vraag 2
Ik beschik niet over informatie waarmee ik deze vraag zou kunnen
beantwoorden. Bovendien kunnen de uitvoering en digitaliseringsgraad van
woonruimteverdeel-systemen per corporatie variëren, zodat de wijze en het
moment van opvragen van gegevens niet overal hetzelfde zullen zijn. Ook de
gemiddelde wachttijden verschillen per corporatie.
Zoals in mijn vorige antwoord echter ook vermeld, zijn corporaties bij
woningtoewijzing gehouden aan de eisen van de privacywetgeving. De AP
bepaalt als onafhankelijk toezichthouder zelf of en in welke gevallen zij
nader onderzoek doet. Indien de AP zou oordelen dat de door sommige
corporaties gehanteerde werkwijze in strijd met de privacywetgeving is, zal
ik Aedes zoals gezegd vragen dit standpunt breed te communiceren, opdat
corporaties hun toewijzingspraktijk kunnen wijzigen.
Vraag 3
Hoe en op welke termijn gaat u ervoor zorgen dat woonruimteverdeelsystemen, zoals Woonnet, niet om inkomensverklaringen vragen van woningzoekenden die niet noodzakelijk zijn? Bent u bereid om zowel organisaties met woonruimteverdeelsystemen als woningcorporaties op de AVG te wijzen en de privacy van woningzoekenden en huurders te eerbiedigen?
Antwoord vraag 3
Voor het antwoord op deze vragen verwijs ik u naar mijn voorgaande
antwoorden.
Vraag 4
Zijn er mensen geweigerd voor inschrijving omdat ze teveel verdienen of zijn mensen geweigerd omdat ze hun inkomensgegevens niet willen delen? Zo ja, hoeveel zijn dit er, en hoe worden deze mensen gecompenseerd voor de verloren tijd, bijvoorbeeld door extra wachtpunten of -tijd toe te kennen?
Antwoord vraag 4
Ik beschik niet over (cijfermatige) informatie aan de hand waarvan ik deze
vragen kan beantwoorden. Van corporatiezijde is benadrukt dat zij
woningzoekenden met een (te) hoog inkomen wel inschrijven, maar dat zij hun
vanwege de toewijzings-eisen uit de Woningwet vaak geen woning kunnen
toewijzen. Het verstrekken van inkomensgegevens door (aspirant-) huurders
bij toewijzing van een sociale huurwoning is wettelijk verplicht.