Uitvoering van motie Geluk-Poortvliet en het behoud van het budget voor de instandhoudingssubsidie woonhuis-rijksmonumenten

2018Z17780

Vragen van de leden Geluk-Poortvliet en Omtzigt (beiden CDA) en Bisschop (SGP) aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de staatssecretaris van Financiën over uitvoering van motie Geluk-Poortvliet en het behoud van het budget voor de instandhoudingssubsidie woonhuis-rijksmonumenten (ingezonden 5 oktober 2018)

1

Kunt u aangeven welke monumenteneigenaren de woning ‘ook bedrijfsmatig’ aanwenden en daardoor niet voor de subsidieregeling monumenten voor particulieren in aanmerking gaan komen? In hoeverre is dit in overeenstemming met de motie van het lid Geluk-Poortvliet c.s. over de definitieve subsidieregeling voor rijksmonumenten? 1) Kan van ‘ook bedrijfsmatig aanwenden’ sprake zijn wanneer eigenaren zelf in de woning wonen? Kan van ‘ook bedrijfsmatig aanwenden’ sprake zijn bij eigenaren die de woning verhuren en waarbij de woning in box 3 valt?

2

Kunt u aangeven waarom bedrijfsmatige aanwending van een monument door particulieren uitgesloten zou moeten worden van de subsidieregeling? In hoeverre bestaat het risico dat het in stand houden van monumenten hierdoor, bijvoorbeeld voor verhuurders, minder aantrekkelijk wordt?

3

Klopt het dat u € 17 miljoen van het budget van de fiscale aftrekpost voor onderhoudskosten van monumenten toevoegt aan de regeling Subsidieregeling instandhouding monumenten (SIM) en niet het gehele bedrag beschikbaar is voor de nieuwe subsidieregeling? 2)

4

Klopt het dat van het huidige budget van de fiscale aftrekpost van € 62 miljoen 30% gebruikt wordt voor onderhoudskosten van monumentale niet-woonhuizen, zoals bewoonde boerderijen, landhuizen en molens, terwijl deze eigenaren de keuze hebben tussen de fiscale aftrekpost en de SIM-regeling?

5

Klopt het dat u verwacht dat ‘een deel van die 30% rijksmonumenteigenaren’ die nu kunnen kiezen tussen de fiscale aftrekpost en de SIM-regeling en nu voor de fiscale aftrekpost kiezen, zal gaan kiezen voor de SIM-regeling in plaats van de nieuwe subsidieregeling?

6

Welk deel verwacht u dat gaat kiezen voor de SIM-regeling in plaats van de nieuwe subsidieregeling? Waarom voegt u nagenoeg het gehele budget dat nu gebruikt wordt voor eigenaren van bewoonde monumentale niet-woonhuizen toe aan het budget van de SIM als u verwacht dat slechts ‘een deel van die 30% rijksmonumenteneigenaren’ een ‘subsidie zal aanvragen op grond van de SIM’?


7

Kunt u bevestigen dat het budget van de nieuwe subsidieregeling op termijn tekort zal schieten als alle eigenaren van monumentale niet-woonhuizen, die nu kiezen voor de fiscale aftrekpost, aanspraak willen maken op de nieuwe subsidieregeling? Hoe gaat u dan toch uitvoering geven aan de motie Geluk-Poortvliet, die vraagt dat het gehele budget van de fiscale aftrekpost bestemd wordt voor subsidie ten behoeve van particuliere eigenaren van rijksmonumenten die nu gebruik maken van de belastingaftrek? 3)

8

Klopt het dat u verwacht dat niet een deel van deze groep, maar nagenoeg de gehele groep van eigenaren van monumentale niet-woonhuizen die kunnen kiezen tussen de SIM en de nieuwe subsidieregeling, zal kiezen voor de SIM, vanwege het hogere subsidiepercentage van 60%?

9

Waarop baseert u deze verwachting als deze groep nu ook niet kiest voor de SIM, terwijl de fiscale aftrekpost neerkomt op een vorm van subsidie die qua percentage ook veel lager is dan de 50% van de huidige SIM-regeling?

10

Klopt het dat de SIM-regeling ook nadelen heeft ten opzichte van de nieuwe subsidieregeling, zoals de voorrang van eigenaren van monumenten in Werelderfgoed-gebieden en Professionele organisaties voor monumentenbehoud, waardoor de aanvragen van eigenaren van monumentale niet-woonhuizen kunnen worden afgewezen bij overvraging? Hoe heeft u dit meegewogen in uw verwachting dat nagenoeg alle eigenaren van monumentale niet-woonhuizen zullen kiezen voor de SIM-regeling ten opzichte van de nieuwe subsidieregeling?

11

Op welk moment moeten de eigenaren van monumentale niet-woonhuizen kiezen tussen een aanvraag bij de SIM en een aanvraag bij de nieuwe subsidieregeling? Kunnen zij nog een aanvraag doen bij de nieuwe subsidieregeling als een beroep op de SIM lager uitpakt of is afgewezen?

12

Kunt u aangeven waarom het budget van de nieuwe subsidieregeling van € 45 miljoen per jaar € 17 miljoen lager is dan het huidige budget van de fiscale aftrekpost ten bedrage van € 62 miljoen? Aan welke aspecten, zoals het aanpakken van misbruik of onbedoeld gebruik, ligt dit?

13

In hoeverre zijn de voorwaarden van de nieuwe subsidieregeling, bijvoorbeeld voor niet-monumentale kosten, een versobering en waarom heeft u er niet voor gekozen om het bedrag dat hierbij hoort terug te geven aan de eigenaren van monumenten die een beroep doen op de subsidie?

14

Kunt u bevestigen dat het aanvangsbudget van de nieuwe subsidieregeling € 90 miljoen bedraagt, waarvan eenmalig € 45 miljoen bovenop het jaarlijkse budget van € 45 miljoen?


15

Kunt u bevestigen dat door het aanvangsbudget van € 90 miljoen het subsidiepercentage voorlopig niet zal worden verlaagd in het geval van overschrijding van het jaarlijkse budget aan subsidieaanvragen?

16

Als bij de fiscale aftrekpost de mogelijkheid bestaat van overleg en toetsing vooraf, hoe is dat geregeld bij de subsidie? Begrijpt u dat zeker bij een grotere restauratie deze zekerheid vooraf van groot belang is? Biedt een mogelijke toetsing op de subsidievoorwaarden voorafgaand aan het onderhoud of de restauratie evenveel zekerheid als de huidige beschikking van de Belastingdienst? Is het mogelijk om tegen de uitkomst van de toetsing vooraf in bezwaar te gaan?

17

Kunt u bevestigen dat via een voorlopige aangifte het mogelijk is om het bedrag van de fiscale aftrekpost voor onderhoud aan monumenten per maand te laten uitkeren? Biedt de nieuwe subsidieregeling ook mogelijkheden tot gehele of gedeeltelijke uitkering voorafgaand aan het onderhoud?

18

Waarom kan een laagrentende Nationaal Restauratiefonds (NRF)-lening niet gecombineerd worden met de nieuwe subsidieregeling? Waarom kan dat bij de huidige aftrekpost wel, zij het dat de NRF-lening dan maximaal 70% kan bedragen? Gaan eigenaren van monumentenwoningen er hierdoor bij de nieuwe subsidieregeling op achteruit ten opzichte van de fiscale aftrekpost?

19

Bent u bereid monumenteneigenaren zowel een beroep te laten doen op de laagrentende lening, tot de huidige grens van 70%, als op de nieuwe subsidieregeling?

1) Kamerstuk 32 820, nr. 255.

2) Kamerstuk 32 820, nr. 269

3) Kamerstuk 32 820, nr. 268.