Toename van werkende armen



Vragen van het lid Gijs vanDijk (PvdA) aan de Minister en Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over toename van werkende armen (ingezonden 4 oktober 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met het onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) «Als werk weinig opbrengt»?1

Vraag 2

Deelt u de mening dat cijfers (absoluut en relatief) over het hoge aantal en de verdere toename van werkende armen zorgwekkend is?

Vraag 3

Bent u van mening dat de grote groep zelfstandigen, die als werkende armen worden beschouwd, geen echte zelfstandigen zijn? Deelt u de mening van het SCP dat dit komt vanwege het ontbreken van minimumtarieven voor zelfstandigen? Welke maatregelen gaat u op de korte termijn nemen om de groep zelfstandigen die als werkende armen worden beschouwd te ondersteunen?

Vraag 4

Hoe kijkt u verder aan tegen de toename van het aantal opgeknipte flexibele banen? Ziet u deze opgeknipte banen, maar ook oproep- en nulurencontracten, ook als één van de redenen dat gezinnen onder de armoedegrens komen? Bent u bereid om maatregelen te nemen, zoals het verbieden van nulurencontracten, om het aantal kleine baantjes terug te dringen? Kunt u tevens aangeven hoeveel kleine baantjes er bij de overheid waren?

Vraag 5

Hoe kijkt u aan tegen de signalering van het SCP dat veel gemeenten werkende armen niet in beeld hebben? Bent u bereid om samen met gemeenten een actieplan te starten om deze werkende armen te bereiken en zodoende ook te ondersteunen? Bent u tevens bereid gemeenten, en de Waddeneilanden vanwege de specifieke kenmerken van seizoensarbeid door toerisme en de langere reistijd voor meer en beter betaalde werkgelegenheid, te ondersteunen om het probleem van werkende armen op te lossen?

Indiener(s)