Mogelijke normalisatie van de relatie met Turkije

Vragen van het lid Karabulut (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over mogelijke normalisatie van de relatie met Turkije (ingezonden 25 juli 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht van Human Rights Watch (HRW), waarin wordt gesteld dat nu weliswaar de noodtoestand is opgeheven in Turkije maar dat dit slechts een geschreven werkelijkheid is omdat veel van de beperkingen die onder de noodtoestand golden, behouden zullen blijven wanneer een concept wetsvoorstel aangenomen wordt? Deelt u de mening van de directeur van HRW, de heer Hugh Williamson, dat dit wetsvoorstel, waarmee de president vergaande bevoegdheden zal krijgen om rechters te ontslaan, de vrijheid van beweging en vereniging te limiteren en politieke gevangen langdurig, zonder proces vast te houden, van tafel zou moeten? Zo ja, heeft u dit in uw gesprekken met de Turkse autoriteiten kenbaar gemaakt? Zo nee, bent u bereid dit alsnog te doen?1 2

Vraag 2

Deelt u de mening dat gezien bovenstaande (de teloorgang van de rechtsstaat en de gevangenschap van veel politieke leiders van de oppositie en journalisten) van normalisatie van de relatie met Turkije geen sprake kan zijn? Zo ja, hoe verhoudt dat zich tot herstel van de diplomatieke relaties?3 Zo nee, welke voorwaarden heeft u gesteld aan normalisatie van de relatie met Turkije?4

Vraag 3

Op welke wijze heeft u uitvoering gegeven aan de motie-Karabulut cs. over onmiddellijke vrijlating van alle politieke gevangenen?5

Vraag 4

Heeft Turkije, dat zich beroept op zelfverdediging, artikel 5 van het VN-handvest, in NAVO-verband inmiddels concreet bewijs geleverd met betrekking tot de legitimering van de inval in Noord-Syriƫ? Zo nee, bent u dan bereid deze illegale inval te veroordelen? Zo nee, waarom niet?6

Indiener(s)