De OIC-veroordeling van een cartoonwedstrijd in Nederland

Vragen van de leden Wilders en De Roon (beiden PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de OIC-veroordeling van een cartoonwedstrijd in Nederland (ingezonden 25 juli 2018).

Vraag 1

Bent u bekend met de veroordeling door de Organization of Islamic Cooperation (OIC) van de in Nederland geplande Mohammed cartoonwedstrijd?1

Vraag 2

Vindt u het normaal dat de OIC, een organisatie die vooral bestaat uit onvrije islamitische landen waar men nog nooit gehoord heeft van het concept vrijheid van meningsuiting, zich bemoeit met de manier waarop in Nederland de vrijheid van meningsuiting wordt uitgeoefend?

Vraag 3

Wat vindt u van artikel 22 (a) van de door de OIC aangenomen zogenaamde «Cairo Verklaring van de Mensenrechten in de Islam», waarin staat dat meningen alleen geuit mogen worden indien zij in overeenstemming zijn met de sharia?

Vraag 4

Deelt u de mening dat de sharia verwerpelijk en barbaars is en haaks staat op vrijheid? Deelt u de mening dat landen die de sharia koesteren, net als organisaties die dat doen, zoals de OIC, niet serieus dienen te worden genomen en krachtig moeten worden bestreden? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Deelt u de mening dat de vrijheid van meningsuiting, zoals wij die in Nederland kennen, nooit beperkt mag worden door de achterlijke sharia, ook en juist als dit betekent dat wij iets doen wat de sharia verbiedt? Zo nee, waarom niet?

Vraag 6

Bent u bereid in de strengste bewoordingen duidelijk te maken aan deze sharia-club genaamd OIC en aan al haar lidstaten dat Nederland geen sharia-staat is maar een vrij land in tegenstelling tot de OIC-landen, dat Nederland de sharia ten strengste veroordeelt en dat Nederland maling heeft aan inmengende verklaringen? Zo nee, waarom niet?

Indiener(s)