Het bespioneren van uitkeringsgerechtigden

Vragen van het lid Jasper vanDijk (SP) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bespioneren van uitkeringsgerechtigden (ingezonden 3 juli 2018).

Vraag 1

Kent u de artikelen «De doorgeslagen jacht op de bijstandsfraudeur» en «Verborgen camera speurt naar bijstandsfraudeurs»?1

Vraag 2

Onderschrijft u dat, hoewel het terecht is om fraudeurs aan te pakken, de praktijken tegenover bijstandsgerechtigden, zoals die in de artikelen beschreven worden, volkomen zijn doorgeslagen?

Vraag 3

Vindt u het acceptabel dat door de sociale dienst kinderen worden ondervraagd tijdens het buitenspelen? Wilt u bij de onderbouwing van uw antwoord ingaan op de rechten van het kind en de vergelijking maken met de manier waarop met kinderen van verdachten wordt omgegaan in het strafrecht?

Vraag 4

Wat is uw reactie op de sociale dienst in Bunschoten, die een homoseksuele bijstandsgerechtigde vertelt dat hij maar beter kan verhuizen, omdat het volgens de sociale dienst «nog steeds een issue is als je homo bent» in Bunschoten?

Vraag 5

Kunt u reageren op de volgende uitspraak van de Noordwijkse bijstandsgerechtigde: «de sociale dienst zette onze uitkeringen stop en verplichtte ons te gaan samenwonen, maar dat wilden we niet» en kunt u reageren op de sociale dienst van Berg en Dal die een bijstandsgerechtigde vertelt dat het beter is om samen te gaan wonen om zijn vriendin te helpen met traumaverwerking?

Vraag 6

Vindt u het geoorloofd dat een sociale dienst relatieadvies geeft?

Vraag 7

Wat is uw reactie op de Noordwijkse bijstandsgerechtigde die via een WhatsApp groep van haar buren, speciaal ingesteld om de status van haar relatie te volgen, werd bespioneerd?

Vraag 8

Wat is uw reactie op de zaak van de vrouw in Alphen aan de Rijn die zich ontfermde over haar suïcidale bovenbuurman en daardoor gekort werd op haar uitkering?

Vraag 9

Wat vindt u ervan dat als iemand helpt met steunkousen aantrekken, zorg biedt bij ziekte of op andere wijze mantelzorg geeft, dit kan leiden tot het intrekken van een bijstand of AOW-uitkering? Kunt u de regels toelichten en helderheid verschaffen aan de personen die hiermee te maken hebben?

Vraag 10

Vindt u het terecht dat criminelen niet bespioneerd mogen worden zonder toestemming van de officier van justitie, terwijl bijstandsgerechtigden onbeperkt bespioneerd worden?

Vraag 11

Bent u bereid regels op te stellen voor het bespioneren, achtervolgen, filmen, GPS-tracking en dergelijke, van bijstandsgerechtigden?

Vraag 12

Bent u bereid te regelen dat een officier van justitie toestemming moet geven alvorens een bijstandsgerechtigde bespioneerd mag worden?

Vraag 13

Vindt u dat bijstandsgerechtigden die verdacht worden van fraude, gewezen moeten worden op het zwijgrecht en op het recht om een advocaat in te schakelen?

Vraag 14

Onderschrijft u dat het uitgangspunt moet zijn dat bijstandsgerechtigden niet minder rechtsbescherming hebben dan criminelen?

Vraag 15

Wilt u als richtlijn aan gemeenten meegeven dat verhoren worden opgenomen?

Vraag 16

Wat gaat u doen om te voorkomen dat sociale diensten bijstandsgerechtigden op ongeoorloofde wijze onder druk zetten om stukken te tekenen waar de cliënt niet achter staat, zoals het geciteerde dreigement «als je niet tekent krijg je nooit meer een uitkering» of de Alphense vrouw die drie dagen na een TIA een verklaring moest tekenen, omdat ze anders per direct haar uitkering stop zouden zetten?

Vraag 17

Bent u bereid de positie van de cliëntenraden te versterken?

Vraag 18

Erkent u dat de regels voor bijstandsgerechtigden niet duidelijk zijn, bijvoorbeeld wanneer sprake is van samenwonen of een gezamenlijke huishouding, en dat ze dus niet kunnen weten wanneer zij in overtreding zijn?

Vraag 19

Bent u bereid om duidelijke regels op te stellen bij een latrelatie, bijvoorbeeld over hoe vaak iemand bij een partner mag slapen?

Vraag 20

Hoeveel geld is er naar schatting gemoeid met bijstandsfraude?

Vraag 21

Hoeveel middelen (geld en menskracht) wordt er ingezet om bijstandsfraude op te sporen?

Vraag 22

Hoeveel geld is er naar schatting gemoeid met belastingontwijking en belastingontduiking?

Vraag 23

Hoeveel middelen (geld en menskracht) wordt er ingezet om belastingontwijking en belastingontduiking op te sporen?

Vraag 24

Wat vindt u van de uitspraak van Divosa dat «overtredingen (...) meestal het gevolg (zijn) van complexe regels»?

Vraag 25

Wat wilt u doen om de regels eenvoudiger te maken en om het onderscheid te maken tussen mensen die per ongeluk iets fout opgeven en mensen die doelbewust frauderen?

Vraag 26

Bent u bereid in de Participatiewet rechtsbescherming op te nemen alsmede waarborgen om

onjuist gebruik van camera’s en andere spionage middelen te voorkomen?

Vraag 27

Hoe gaat u het toezicht op de sociale diensten verbeteren, teneinde dit soort wanpraktijken te voorkomen?


X Noot
1

Volkskrant, 16 juni 2018

Indiener(s)