Het steunprogramma aan de Syrische gewapende oppositie

Vragen van de leden Van Helvert en Omtzigt (beiden CDA) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het steunprogramma aan de Syrische gewapende oppositie (ingezonden 22 juni 2018).

Vraag 1

Herinnert u zich dat u aan de Kamer meedeelde dat het steunprogramma aan de Syrische gewapende oppositie doorlopend wordt gemonitord door Nederland en door de uitvoerders van de programma’s en dat een externe evaluatie heeft plaatsgevonden?1

Vraag 2

Wanneer heeft die externe evaluatie plaatsgevonden, wie heeft hem uitgevoerd, wat was de vraagstelling en wat waren de conclusies en aanbevelingen?

Vraag 3

Kunt u de externe evaluatie aan de Kamer doen toekomen?

Vraag 4

Aan hoeveel verschillende groepen is steun verschaft?

Vraag 5

Aan hoeveel groepen is de steun stopgezet omdat zij niet (langer) aan de voorwaarden voldeden? Kunt u aangeven aan welke voorwaarden zij niet langer voldeden?

Vraag 6

Kunt u de overdrachtsbewijzen van goederen ter inzage leggen bij de Kamer? Zo nee, hoe kan de Kamer dan controle uitoefenen?

Vraag 7

Hoeveel en wat voor een soort voertuigen zijn door Nederland aan de Syrische gewapende oppositie verschaft?

Vraag 8

Zijn er ooit voertuigen, die Nederland geleverd heeft, in handen gevallen van extremistische groepen? Zo ja, hoeveel?

Vraag 9

Worden/zijn voertuigen die Nederland geleverd heeft aan de Syrische gewapende oppositie gebruikt door het Vrije Syrisch Leger, dat zij aan zij vecht met Turkije in Afrin en omgeving?

Vraag 10

Welke doelen zijn bereikt met het steunprogramma aan de Syrische gewapende oppositie?

Vraag 11

Kunt u deze vragen een voor een en binnen een week beantwoorden?


X Noot
1

Kamerstuk 32 623, nr. 201

Indiener(s)