De netto opbrengst van pachtgronden

Vragen van de leden Geurts en Omtzigt (beiden CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de netto opbrengst van pachtgronden (ingezonden 18 juni 2018).

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Evenwichtig systeem in belang van pachter en verpachter» (boerderij, 5 juni 2018)?

Vraag 2

Kunt u aangeven hoe hoog de pachtersnormen zijn in 2017 en 2018 en hoeveel rendement een verpachter maximaal mag maken op de waarde van zijn grond? Kunt u aangeven wat het hoogste percentage en het laagste percentage van de waarde van de grond is dat een verpachter als pacht mag vragen (in de verschillende gebieden)?

Vraag 3

Kunt u aangeven hoe dit percentage zich verhoudt tot de bij box 3 verwachte opbrengst van 5,39%?

Vraag 4

Zijn er gebieden in Nederland in 2017 en 2018 waar de netto opbrengst van de pacht lager is dan er aan vermogensrendementsheffing betaald dient te worden in de hoogste schijf? Zo ja, welke gebieden zijn het dan?

Vraag 5

Kunt u de vorige vraag beantwoorden voor zowel gebieden met een eenjarige pacht als gebieden met een pacht die langer dan 20 jaar resterende looptijd heeft?

Vraag 6

Acht u het aanvaardbaar dat het mogelijk is dat de maximale pachtopbrengst (nog exclusief eigenaarslasten) lager is dan de belasting die daarover betaald moet worden?

Vraag 7

Wat is het gemiddelde netto rendement (pacht – box 3) dat een grondeigenaar krijgt in 2017 en 2018?

Vraag 8

Denkt u dat het op lange termijn aantrekkelijk is voor grondeigenaren om grond te verpachten voor agrarisch gebruik onder deze voorwaarden?

Vraag 9

Wat vindt u van het feit dat de overheid aan de ene kant ervan uitgaat dat een eigenaar 5,39% rendement kan halen en aan de andere kant een veel lager maximum rendement oplegt, zelfs wanneer rekening gehouden wordt met de correctiefactor?

Vraag 10

Op welke wijze zal deze zin het regeerakkoord uitgevoerd worden: «In deze kabinetsperiode zal een stelsel van vermogensrendementsheffing op basis van werkelijk rendement worden uitgewerkt?» Gaat dit ervoor zorgen dat de werkelijke opbrengst belast wordt bij pacht en in sectoren waar de overheid zelf maximum huurprijzen vaststelt, die ertoe leiden dat het verwachte of feitelijke rendement lager is dan 5,39%?

Vraag 11

Op welke wijze zorgt u ervoor dat er voldoende rekening gehouden wordt met de feitelijke maximale rendementen zolang er nog geen definitieve oplossing is, bijvoorbeeld via de percentages van de waardering van verpachte gronden in box 3?

Vraag 12

Kunt u deze vragen een voor een beantwoorden?

Indiener(s)