2018Z08375
Vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale
Zaken en Werkgelegenheid over asbestverwijdering door middel van
«Minicontainment» (ingezonden 7 mei 2018).
Vraag 1
Bent u bekend het artikel «Innovatie asbestverwijdering omstreden»?1
Vraag 2
Bent u bekend met de Minicontainment-methode van asbestverwijdering? Is
deze methode door de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid goedgekeurd?
Bent u er bekend mee dat deze methode sinds 2015 tientallen keren is
toegepast? Hoe vaak is door de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid
gecontroleerd in de praktijk bij toepassing van dit middel?
Vraag 3
Is bewezen dat de Minicontainment-methode volledig veilig is? Zo nee, hoe
kan het dat het middel toch wordt gebruikt?
Vraag 4
Is het waar dat er andere asbestverwijderingmethodes zijn die niet op de
markt worden toegelaten, maar wel bewezen veilig zijn? Hoe kan het dan dat
de Minicontainment-methode wel al is toegelaten? Bent u van mening dat bij
asbestverwijdering een voorzorgprincipe dient te gelden en dat dit dus
betekent dat alle methoden «evidence-based», door dee Nederlandse
Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO) of het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), moeten zijn getest?
Vraag 5
Is het waar dat deze methode is toegepast in het bijzijn van bewoners?
Bestaat daarmee de kans dat deze bewoners zijn blootgesteld aan asbest?
Wat vindt u ervan dat bewoners er gewoon bij zijn? Bestaat er niet een risico
ook al zou de methode veilig zijn, bijvoorbeeld door menselijke fouten bij de
toepassing van de methode? Deelt u de mening dat de veiligheid van
bewoners voorop dient te staan?
Vraag 6
Bent u bereid de toepassing van de Minicontainment-methode met onmiddellijke
ingang op te schorten, totdat definitief vast is komen te staan dat het
middel volledig veilig is? Bent u voorts bereid om onafhankelijk onderzoek te
laten doen om de veiligheid van het middel te onderzoeken?
1 Radar, 30 april 2018