2018Z06924
Vragen van het lid Bergkamp (D66) aan de ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
en van Justitie en Veiligheid over de publicatie ‘Risicomanagement voor collecties’ van de
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (ingezonden 13 april 2018)
1
Bent u bekend met de publicatie ‘Risicomanagement voor collecties’ van de Rijksdienst voor
het Cultureel Erfgoed? 1)
2
Op welke wijze wordt een dergelijke publicatie verspreid onder belanghebbenden? Op welke
wijze wordt bevorderd dat er opvolging gegeven wordt aan de aanbevelingen zoals gedaan in
deze publicatie, met als doelstelling het beter beschermen van collecties, bijvoorbeeld tegen
waterschade en brand?
3
Wat is uw reactie op de uitspraak die in deze publicatie wordt gedaan dat om gepaste
beveiligingsmaatregelen tegen diefstal te treffen een analyse van de risico’s essentieel is, maar
dat hiervoor maar zeer weinig gegevens voorhanden zijn? Is het aantal meldingen door 15
musea van een inbraak, diefstal of poging daartoe in de Database Incidenten Cultureel
Erfgoed (DICE) in de periode 2008-2014 ook een weerspiegeling van het daadwerkelijke
aantal incidenten of worden mogelijk niet alle incidenten gemeld? Hoe kan in dat laatste geval
de meldingsbereidheid worden vergroot?
4
Klopt het dat de regeling van het Mondriaan Fonds die middelen aan het erfgoedveld
beschikbaar stelde om zelf na te gaan waar hun beveiliging aangepast zou moeten worden, is
beëindigd? Zo ja, waarom is er voor gekozen deze regeling te beëindigen?
5
Kunt u reageren op de opmerking dat ruim tweederde van de in Nederland gestolen kunst en
antiek nauwelijks kan worden opgespoord, doordat slachtoffers vaak niet beschikken over
exacte gegevens of foto's van de gestolen objecten en de objecten om die reden niet kunnen
worden geregistreerd in de database gestolen kunst van de Landelijke Politie? 2) Is het aantal
dat kan worden geregistreerd en opgespoord inmiddels verbeterd?
6
Kunt u reageren op de constatering dat opsporing van erfgoed geen prioriteit zou zijn in de
opsporingsagenda, zoals aan de orde kwam tijdens een film- en debatavond in het Filmhuis
Den Haag in 2016 waaraan diverse experts deelnamen? 3) Bent u van mening dat de
opsporing van erfgoed momenteel voldoende prioriteit krijgt? Is er in Nederland voldoende
kennis en kunde aanwezig bij betrokken partijen, zoals recherche en politie, verzekeraars en
erfgoedbeherende instellingen?
7
Bent u van mening dat het van belang is om de kans op het terugvinden van een gestolen
object te vergroten, de specifieke kenmerken van het object te documenteren? Welk deel van
de collecties is momenteel gedigitaliseerd? Op welke manieren worden particulieren gewezen
op het belang van de registratie van waardevolle kunst en antiek? Is er behoefte aan een
database voor gestolen kunst en antiek die breder toegankelijk is dan alleen voor
opsporingsambtenaren, maar bijvoorbeeld ook voor particulieren, handelaren en houders van
collecties? Zo ja, kunt u dit stimuleren of faciliteren? Zo nee, waarom niet?
8
Kunt u een update geven van het werk dat wordt verricht door de eenheid Kunst- en
Antiekcriminaliteit van de Nationale Politie? Wanneer was hun laatste analyse van de aard en
omvang van kunstdiefstallen? Kunt u tevens inzage geven in de personele bezetting van de
afgelopen vijf jaar?
9
Op welke wijze zou bij zowel het registeren van kunst als het opsporen hiervan gebruik
gemaakt kunnen worden van nieuwe innovatieve technieken? Zijn hiervan (bijvoorbeeld uit
het buitenland) goede voorbeelden te benoemen?
1) ‘Risicomanagement voor collecties’, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Amersfoort,
juli 2016
2) Volkskrant, 17 september 2015, https://www.volkskrant.nl/beeldende-kunst/tweederdegestolen-kunst-bijna-niet-op-te-sporen~a4143666/
3) https://www.montesquieuinstitute.eu/id/vk4tlnpjn6mo/nieuws/slechts_beperkt_controle_op_illegale?
ctx=vhbnlefwl8ty&tab=3&start_tab0=20