2018Z05232
Vragen van de leden Van Helvert en Omtzigt (beiden CDA) aan de Minister
van Buitenlandse Zaken en de Minister-President over de Nederlandse steun
aan het Vrije Syrische Leger, waarvan delen op dit moment samen met Turkije
vechten in Afrin (ingezonden 22 maart 2018).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Een commandant van oppositiebeweging
het Vrije Syrische Leger (FSA) zegt dat 25.000 strijders zich bij de
Turkse legereenheden hebben gevoegd die in Noord-Syrië een offensief zijn
begonnen tegen de Koerden»1
Vraag 2
Heeft u kennisgenomen van het artikel in de New York Times, waarin over de
aanval op Afrin het volgende staat: «Turkey mobilized hundreds of C.I.A.-
trained Syrian Arab fighters from the opposition Free Syrian Army to
spearhead its attack, and bombarded the enclave with jets and artillery fire»2
Vraag 3
Bent u bekend met de brief van uw ambtsvoorganger, die in april 2015 aan
de Kamer schreef dat Nederland via uitvoeringsorganisaties in Turkije en
Jordanië «non lethal support» ging geven aan gewapende groepen in Syrië?3
Vraag 4
Kunt u alle overdrachtsbewijzen – die er volgens de Kamerbrief zijn – van
goederen aan de Kamer doen toekomen?4
Vraag 5
Herinnert u zich dat uw ambtsvoorganger in 2016 aan de Kamer schreef dat
alle steun van Nederland aan gewapende groepen in Syrie naar het vrije
Syrische leger ging: «De Free Syrian Army (FSA) is een los samenwerkingsverband
van verschillende gewapende groeperingen in Syrië. Het kabinet
beperkt de steun tot groepen die aan de door het kabinet vastgestelde criteria
voor ontvangst van steun voldoen. Vooralsnog zijn dat alleen groepen die
zich tot de FSA rekenen.»5
Vraag 6
Herinnert u zich dat u op 14 maart 2018 (zes weken nadat de aanval op Afrin
was begonnen) aan de Kamer schreef dat de steun aan groepen in NoordSyrië
was stopgezet: «De ontwikkelingen in Idlib zijn aanleiding voor het
kabinet om het Non Lethal Assistance (NLA) programma voor de Syrische
gematigde gewapende oppositie in die provincie te beëindigen. Het kabinet
constateert dat de mogelijkheden om deze groepen te ondersteunen met NLA
te beperkt zijn geworden, vanwege de complexe situatie op de grond en het
verlies van grondgebied door de gematigde oppositiegroepen. Nederland
blijft de Syrische gematigde gewapende oppositie ondersteunen waar dit kan.
In het relatief stabiele zuiden van Syrië wordt het NLA programma voortgezet.»6
Vraag 7
Hoeveel «non lethal support» heeft Nederland aan strijdgroepen binnen het
Vrij Syrische Leger gegeven sinds 2015?
Vraag 8
Zijn er groepen die samen met het Turkse leger vechten in Noord-Syrië, die
«non lethal support» van Nederland ontvangen hebben? Zo ja, wat hebben zij
ontvangen en tot wanneer hebben zij die steun ontvangen?
Vraag 9
Kunt u uitsluiten dat groepen, aan wie Nederland «non lethal support»
gegeven heeft in het verleden, meevechten met Turkije in Afrin en omgeving
(operatie olijftak)?
Vraag 10
Kunt u deze vragen een voor een (dus de laatste twee vragen apart en
uitgebreid) en binnen een week beantwoorden, gezien de misdrijven die nu in
Afrin en omgeving gepleegd worden?
Vraag 11
Kunt u in de beantwoording ook de overige vragen meenemen over dit
onderwerp gesteld in het plenair debat van 20 maart 2018 over de Europese
Top?
1 https://nos.nl/artikel/2213067-vrije-syrische-leger-helpt-turken-bij-offensief-syrie.html
2 https://www.nytimes.com/2018/02/22/world/middleeast/syria-afrin-kurds-ypg.html
3 Kamerstuk 27 925, nr. 534
4 Kamerstuk 27 925, nr. 534
5 Kamerstuk 27 925, nr. 571
6 Kamerstuk 32 623, nr. 200