2018Z05001
Vragen van de leden Omtzigt, Bruins Slot, Van der Molen (allen CDA) aan
de Staatssecretaris van Financiën en de Minister van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties over de hoge OZB-rekeningen voor sportverenigingen en
andere Sociaal Belang Behartigende Instellingen (SBBI) (ingezonden 20 maart
2018).
Vraag 1
Bent u bekend met het feit dat een aantal gemeenten, sportverenigingen
eerst onroerendezaakbelasting (ozb) laat betalen en ze dan de mogelijkheid
geeft de ozb middels een subsidie weer (gedeeltelijk) terug te krijgen?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat het omslachtig en bureaucratisch is om de ozb eerst te
heffen en te innen en de ozb dan via een subsidie weer terug te moeten
geven?
Vraag 3
Klopt het dat een sportvereniging voor een accommodatie in eigendom van
een bepaalde waarde vaak drie keer zoveel ozb moet betalen als een eigenaar
van een huis moet betalen aan ozb, omdat de accommodatie van een
sportvereniging wordt aangemerkt als niet-woning, waarover dan ozbeigenaarsdeel
(hoger dan ozb-eigenaarsdeel voor een woning) en ozbgebruikersdeel
(bestaat niet meer voor een woning) verschuldigd zijn?
Vraag 4
Deelt u de mening dat dit voor sportverenigingen, scoutingverenigingen,
speeltuinverenigingen, muziekverenigingen en andere sociaal belang
behartigde instellingen (SBBI’s) met eigen accommodaties vaak aanzienlijke
lasten kunnen zijn?
Vraag 5
Deelt u de mening dat het wel wenselijk is dat gemeentes de ozb voor
sportverenigingen en SBBI’s kunnen verminderen?
Vraag 6
Bent u bereid de Gemeentewet zo aan te passen dat gemeenten de mogelijkheid
krijgen de accommodatie van SBBI’s te belasten tegen het tarief van
woningen in de ozb?
Vraag 7
Bent u bereid de Gemeentewet zo aan te passen dat gemeenten expliciet de
mogelijkheid krijgen de accommodatie van SBBI’s een vrijstelling van de ozb
te geven (voor zover dat onder artikel 220d van de Gemeentewet nog niet
mogelijk is)?
1 https://www.denhaag.nl/nl/subsidies/subsidies-sport/compensatie-ozb-voor-sportverenigingenaanvragen.htm