2018Z04851
Vragen van de leden Den Boer en Groothuizen (beiden D66) aan de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het rapport
«Demonstratierecht onder druk» (ingezonden 16 maart 2018).
Vraag 1
Kent u het rapport «Demonstreren, een schurend grondrecht» van de
Nationale ombudsman?1
Vraag 2
Wat is uw reactie op het rapport?
Vraag 3
Hoe duidt u de uitspraak van de Nationale ombudsman dat de overheid neigt
naar risicomijdend gedrag bij het verbieden van demonstraties vanwege de
veiligheid?
Vraag 4
Heeft u een beeld van hoe vaak en op welke gronden gemeenten in
Nederland demonstraties geen doorgang laten vinden? Zo nee, bent u bereid
dit te onderzoeken? Zo ja, hoe duidt u deze praktijk?
Vraag 5
Hoe duidt u het onderzoeksresultaat (p. 40) dat gemeenten aangeven dat de
Wet openbare manifestaties (Wom) bij onverwachte en spontane situaties,
bijvoorbeeld bij relschoppers die op een demonstratie afkomen, niet
voldoende kader geeft om te handelen? Bent u bereid dit te onderzoeken?
Vraag 6
Hoe duidt u het onderzoeksresultaat dat de politieke kleur van de burgemeester
en die van de gemeenteraad van invloed kan zijn op de wijze waarop
demonstraties gefaciliteerd worden?
Vraag 7
Wat is uw reactie op de constatering van de Nationale ombudsman dat voor
kleinere gemeenten geldt dat zij onvoldoende zijn toegerust voor situaties
waar veel en soms kwaadwillend publiek op afkomt, omdat zij onvoldoende
ervaring en capaciteit hebben?
Vraag 8
Deelt u de mening dat de essentie van het grondrecht tot demonstreren
voorop moet staan en dat dit betekent dat de overheid zich sterk moet
inspannen om demonstraties te faciliteren en beschermen?
1 https://www.nationaleombudsman.nl/system/files/bijlage/2018%20015%20RAP%20Demonstraties.pdf