2018Z04048
Vragen van het lid Buitenweg (GroenLinks) aan de Minister van Justitie en
Veiligheid over het schikkingsbeleid van het Openbaar Ministerie (ingezonden
8 maart 2018).
Vraag 1
Kent u de berichtgeving van Zembla over zakendoen met Justitie?1
Vraag 2
Wat vindt u van het in de uitzending geschetste beeld dat met bedrijven zoals
Rabobank, KPMG en VW-importeur Pon grote schikkingen worden overeengekomen
om strafvervolging te voorkomen, terwijl in vergelijkbare gevallen met
een aanzienlijk kleiner schadebedrag verdachten wel voor de strafrechter
worden gebracht?
Vraag 3
Welke voorwaarden zijn precies in de schikkingsovereenkomst met het in de
uitzending genoemde bedrijf SBM Offshore gesteld? Voor welke feiten is
precies geschikt en hoe wordt door het openbaar ministerie geacteerd op
feiten die na de schikking ter kennis van het OM zijn gekomen? Wordt nader
onderzoek ingesteld naar strafbare feiten die tussen 2007 en 2011 zijn
begaan, die zijn begaan in andere landen dan de drie landen die in het
persbericht van 12 november 2014 zijn genoemd en de strafbare feiten die
zijn begaan door individuele werknemers van SBM Offshore? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, hoe is het OM voornemens deze strafbare feiten af te
doen?
Vraag 4
Deelt u de mening dat in dit soort megaschikkingen in strafzaken de
voorafgaande instemming van de rechter nodig is om in openheid te kunnen
beoordelen of de schikking voldoet aan alle rechtstatelijke eisen? Zo nee,
waarom niet?
1 Zembla 28 februari 2018.