2018Z03415
Vragen van het lid Peters (CDA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid over de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep inzake de
bestrijding door gemeenten van bijstandsfraude door vermogende Turkse
Nederlanders (ingezonden 26 februari 2018).
Vraag 1
Kunt u bevestigen dat de Centrale Raad van Beroep een door gemeenten
gehanteerde nieuwe en effectieve methode om bijstandsfraude op te sporen
onrechtmatig heeft verklaard?1
Vraag 2
Kunt u precies aangeven op grond van welke (rechts)overwegingen de
Centrale Raad van Beroep tot deze uitspraak is gekomen?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het van het allergrootste belang is dat gemeenten
effectieve methoden inzetten om fraude met bijstandsgelden op te sporen,
bijstandsuitkeringen in voorkomend geval stop te zetten en onterecht
verkregen gemeenschapsgelden bij de fraudeurs terug te vorderen?
Vraag 4
Wat is in dat licht uw opvatting over de door gemeenten gehanteerde nieuwe
effectieve methode om bijstandsfraude in het buitenland op te sporen?
Vraag 5
Welke andere, even effectieve, methoden staan gemeenten ten dienste om
deze vormen van bijstandsfraude aan te pakken?
Vraag 6
Indien er geen andere alternatieve effectieve methoden in uw ogen voorhanden
zijn, op welke wijze worden gemeenten dan nu, na de uitspraak van de
Centrale Raad van Beroep, geacht bijstandsfraudeurs met een buitenlandse
afkomst op te sporen?
Vraag 7
Kunt u aangeven of door gemeenten ook onderzoek en opsporing van
bijstandsfraude wordt uitgevoerd naar Nederlanders van buitenlandse
afkomst, anders dan die met een Turkse nationaliteit?
Vraag 8
Onderschrijft u de opvatting dat er door de uitspraak van de Centrale Raad
van Beroep feitelijk sprake is van discriminatie van ingezetenen met alleen
een Nederlandse nationaliteit omdat bij hen wel actief door gemeenten
onderzocht kan worden of er bij de beoordeling van een aanvraag voor een
bijstandsuitkering sprake is van vermogen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 9
Hoe moet in uw ogen de (rechts)overwegingen van de Centrale Raad van
Beroep gezien worden in relatie tot fraude met bijstandsgelden en het
daarmee in flagrante strijd handelen met de Participatiewet en het daarmee
ondergraven van de solidariteit door de belastingbetaler?
Vraag 10
Overweegt u gelet op de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep om
daarentegen bij de Hoge Raad cassatie in te stellen in het belang der wet? Zo
nee, waarom niet?
Vraag 11
Welke andere maatregelen overweegt u, daarnaast en in afwachting van de
uitspraak van de Hoge Raad in cassatie, om te voorkomen dat fraudeurs met
bijstandsuitkeringen niet alleen de onterecht uitgekeerde gelden kunnen
behouden, maar ook dat stopgezette bijstandsuitkeringen wederom moeten
worden uitgekeerd als gevolg van de uitspraak van de Centrale Raad van
Beroep?
Vraag 12
Bent u bereid om met gemeenten in gesprek te gaan over de mogelijkheden
om te handhaven op een manier die wel kan?
Telegraaf, 23 februari 2018