Dubbele belastingheffing over pensioenen van grensarbeiders uit België

2018Z03414 Vragen van het lid Omtzigt (CDA) aan de Staatssecretaris van Financiën over dubbele belastingheffing over pensioenen van grensarbeiders uit België (ingezonden 26 februari 2018).

Vraag 1
Kunt u aangeven waarom Nederland volgens u «het heffingsrecht heeft over het hele pensioen dat afkomstig is uit Nederland»?1

Vraag 2
Hoe verhoudt dit standpunt zich met artikel 18, tweede lid, aanhef van het belastingverdrag tussen Nederland en België, waarin wordt gesproken van «indien en voor zover»?

Vraag 3
Kan de ontvanger van de pensioenuitkering bewijs leveren dat de hele pensioenuitkering door België is belast?

Vraag 4
Kan de ontvanger van de pensioenuitkering bewijs leveren welk deel van de pensioenuitkering betrekking heeft op pensioen dat is opgebouwd voor 2004?

Vraag 5
Kan de ontvanger van de pensioenuitkering die nu geconfronteerd wordt met dubbele belastingheffing iets doen om die dubbele heffing te voorkomen of weg te nemen?

Vraag 6
Is het waar dat een pensioen opgebouwd door een Nederlandse werknemer gedurende de vervulling van de dienstbetrekking in het buitenland niet door Nederland belast mag worden onder artikel 18, tweede?

Vraag 7
Bent u bekend met de toezegging van uw ambtsvoorganger dat de grens van 25.000 euro geïndexeerd zou gaan worden?2

Vraag 8
Kunt u aangeven wat er met deze toezegging is gebeurd?

Vraag 9
Klopt het dat België eind 2017 een wet heeft ingevoerd waardoor Neder- landse AOW, betaald aan inwoners van België, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2017 door België in de heffing wordt betrokken? Zo ja, is dit legitiem op grond van het belastingverdrag tussen Nederland en België? Zo ja, waarom is bij overheidsuitkeringen niet voorbehouden dat deze uitkeringen alleen door die overheid in de heffing betrokken mogen worden?

Vraag 10
Heeft u kennisgenomen van het bericht «België belast fiscaal voordeel voor Nederlandse ondernemers»3 en de toezegging van uw ambtsvoorganger dat hij niettemin voornemens is «in overleg te treden met de Belgische bevoegde autoriteiten om over de fiscale behandeling van de uitfasering van pensioen in eigen beheer door België duidelijkheid te verkrijgen»?4

Vraag 11
Kunt u aangeven wat er met deze toezegging is gebeurd?

Vraag 12
Kunt u aangeven wat de gevolgen geweest zouden zijn als de gedeeltelijke vrijstelling voor de afkoop van het pensioen in eigen beheer de vorm had gehad van een lager tarief?

Vraag 13
Kunt u deze vragen een voor een en binnen de reguliere termijn beantwoor- den?

1 Antwoorden op de vragen van het lid Omtzigt (CDA) over dubbele belastingheffing over pensi- oenen van grensarbeiders uit België, antwoord 4. (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017–2018, nr. 1131)
2 «Dat is eigenlijk de intentie om te komen tot een aanpassing, te weten de indexatie van het bedrag van € 25.000. Ik neem dit voorstel onmiddellijk over.» Handelingen TK 2002–2003, 6-322.
3 Het Financieele Dagblad, 12 februari 2018, blz. 2.
4 Nota naar aanleiding van het verslag, 2016–2017, Eerste Kamer, 34 662, nr. B.

Indiener(s)