2018Z01944
Vragen van de leden Kuzu en Azarkan (beiden DENK) aan de minister van Buitenlandse
Zaken over de situatie van Nederlandse kinderen in Syrië en Irak. (ingezonden 6 februari
2018)
1
Bent u bekend met het bericht ‘Grote zorgen over lot van de kinderen van het kalifaat’? 1)
2
Wat is uw reactie op bovenstaande berichtgeving?
3
Kunt u exact aangeven hoeveel Nederlandse kinderen zich op dit moment in Syrië en Irak
bevinden?
4
Klopt het dat de Nederlandse regering deze kinderen niet actief wil helpen om terug te keren
naar Nederland? Zo ja, waarom niet? Zo nee, op welke manier(en) draagt de Nederlandse
regering zorg voor deze kinderen?
5
Deelt u de mening dat Nederlandse kinderen niet het slachtoffer mogen worden van de keuzes
van hun ouders en daarom actief geholpen moeten worden om terug te keren naar Nederland?
Zo nee, waarom niet?
6
Deelt u de opvatting van onderzoekster Marion van San van de Erasmus Universiteit dat het
voor moeders met kinderen nagenoeg onmogelijk is om een Nederlandse post te bereiken en
dat de Nederlandse overheid zelf hierin een actieve rol moet gaan spelen? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, op welke andere manieren is consulaire bijstand mogelijk voor deze mensen?
7
Vindt u niet dat Nederland volgens de internationale verdragen en nationale wetgeving een
zorgplicht heeft om de Nederlandse kinderen in Syrië en Irak terug te laten keren? Zo ja,
welke maatregelen kan de Nederlandse regering nemen om deze kinderen naar Nederland
terug te laten keren? Zo nee, waarom niet?
8
Bent u bereid om met het speciale team van de kinderbescherming in Syrië en Irak samen te
werken om de kinderen in Syrië en Irak terug te laten keren naar Nederland? Zo ja, wat voor
concrete stappen gaat u ondernemen? Zo nee, waarom niet?
1) https://www.ad.nl/binnenland/grote-zorgen-over-lot-van-de-kinderen-van-hetkalifaat~aa8fa1a6/