2018Z01772
Vragen van de leden Den Boer en Verhoeven (D66) aan de Minister van
Justitie en Veiligheid over het sociale mediagebruik van de politie (ingezonden
2 februari 2018).
Vraag 1
Kent u de uitzending van de Monitor over «Politie online», uitgezonden op
30 januari 2018?
Vraag 2
Klopt het dat in sommige gevallen adres- en persoonsgegevens te achterhalen
zijn of zijn geweest door de beelden die de politie via sociale media
verspreidt? Hoe duidt u dit?
Vraag 3
Hoe duidt u het feit dat in de 5.000 sociale mediaberichten van politieaccounts
38 kentekens zichtbaar waren, 13 keer mensen herkenbaar in beeld
waren, 48 keer mensen mogelijk herkenbaar via kleding of stem waren, 8 keer
een exact adres is gevonden en 4 keer een bedrijf is achterhaald? Bent u het
eens dat hier niet om incidenten gaat, maar stelselmatig onzorgvuldig
handelen door de politie? Zo ja, op welke wijze bent u van plan deze
onzorgvuldigheid binnen de politie aan te kaarten en op te lossen? Zo nee,
waarom niet?
Vraag 4
Wat zijn de doelstellingen van het sociale mediagebruik door de politie?
Vraag 5
Wat zijn de geldende richtlijnen voor het sociale mediagebruik door de
politie? Op welke wijze wordt naleving van deze richtlijnen door de politie
gemonitord?
Vraag 6
Indien er geen geldende richtlijnen voor sociale mediagebruik door de politie
bestaan, bent u voornemens deze alsnog in te stellen? Zo nee, waarom niet?
Vraag 7
Op welke wijze is het sociale mediagebruik in lijn met de Wet Politiegegevens?
Vraag 8
Op welke wijze wordt door de politie zelf opvolging gegeven wanneer
persoonlijke gegevens onnodig in beeld worden gebracht via sociale
mediaberichten door de politie? Hoe vaak zijn er het afgelopen jaar beelden
om deze reden offline gehaald?
Vraag 9
Hoe duidt u de kritiek van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten
dat het sociale mediagebruik van de politie in sommige gevallen in strijd
is met het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Fundamentele
Vrijheden, te weten de onschuldpresumptie?
Vraag 10
Hoe duidt u de kritiek van de Nederlandse Vereniging van Strafrechtadvocaten
dat met het sociale mediagebruik van de politie in sommige gevallen de
geheimhoudingsplicht geschonden wordt?
Vraag 11
Op welke wijze worden politiemensen getraind in het zorgvuldig gebruik van
sociale media en het voorkomen van het onnodig in beeld brengen van
persoons- en adresgegevens van burgers?
Vraag 12
Wat is de meldings- en/of klachtenprocedure wanneer mensen van mening
zijn dat hun privacy door het sociale mediagebruik van de politie onnodig is
geschonden? In hoeveel gevallen is opvolging gegeven aan dergelijke
meldingen en/of klachten? In hoeveel van deze gevallen is berichtgeving op
sociale media door de politie verwijderd?
Vraag 13
Op welke wijze wordt terugkoppeling gegeven wanneer personen meldingen
of klachten indienen met betrekking tot het tonen van hun persoons- of
adresgegevens op sociale media door de politie?
Vraag 14
Kunt u uw uitspraak tijdens het algemeen overleg Politie (personeel)
herinneren dat het departement met de politie en het Openbaar Ministerie in
gesprek is over privacy van personen in voorlichtingsfilmpjes van de politie?
Wat zijn de uitkomsten van deze gesprekken? Bent u bereid de uitkomsten
van deze gesprekken aan de Kamer terug te koppelen? Zo ja, op welke
termijn? Zo nee, waarom niet?