De forfaitaire heffing in de vermogensrendementsheffing

2018Z00725 Vragen van het lid Lodders (VVD) aan de staatssecretaris van Financiën over de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam over de forfaitaire heffing in de vermogensrendementsheffing (ingezonden 19 januari 2018)

1
Bent u bekend met de uitspraak van het gerechtshof Amsterdam (zaaknummer 17/00112) en de berichtgeving daarover?

2
Wat is uw reactie op deze uitspraak?

3
Wat is in het bijzonder uw reactie op de uitspraak dat de huidige heffing strijdig zou kunnen zijn met het principe van ‘fair balance’?

4
Wat zouden de directe consequenties zijn als deze uitspraak definitief blijkt?

5
Bieden de hervormingen van box 3 in de laatste jaren voldoende soelaas om aan deze uitspraak te voldoen?

6
Biedt het overstappen naar een heffing gebaseerd op reëel rendement meer ‘fair balance’ aan de belastheffing, zoals afgesproken in het regeerakkoord?

7
Wanneer is het kabinet voornemens de overstap op belasten op basis op reëel rendement in gang te zetten en hoe vorderen de onderzoeken hiernaar?

8
Bent u bereid deze vragen te beantwoorden alvorens u uw beleidsagenda naar de Tweede Kamer stuurt?

Indiener(s)