Antwoord op vragen van de leden Leijten en Karabulut over brievenbusfirma’s van internationale wapenbedrijven in Nederland

Geachte voorzitter,

Hierbij stuur ik u, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken, de antwoorden op vragen van de Leden Leijten en Karabulut (SP) over brievenbusfirma’s van internationale wapenbedrijven in Nederland (vraagnummer 2018Z21417; ingezonden 19 november 2018).

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Financiën,

Menno Snel

Antwoorden van de Minister van Financiën, mede namens de Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Leijten en Karabulut (SP) over brievenbusfirma’s van internationale wapenbedrijven in Nederland.

1

Acht u het gewenst dat kernwapenfabrikanten zich vanwege fiscale motieven, in Nederland in het algemeen en Amsterdam in het bijzonder vestigen door middel van een trustkantoor? Wat vindt u ervan dat Nederland hierdoor bijdraagt aan belastingontwijking over de winsten die deze bedrijven maken? [1]

Antwoord vraag 1

Het kabinet vindt het niet gewenst als bedrijven zich alleen vanwege fiscale motieven in Nederland vestigen. De aanpak van belastingontwijking is dan ook een van de fiscale beleidsspeerpunten van dit kabinet. Daarom heeft het kabinet een ambitieuze agenda opgesteld. Dat wordt internationaal ook onderkend, bijvoorbeeld door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). In de voortgangsrapportage over het project inzake Base Erosion and Profit Shifting (BEPS) en het landenexamen dit jaar wordt Nederland expliciet genoemd als land dat recentelijk een grote hervorming heeft aangekondigd waarbij op sommige vlakken verder wordt gegaan dan de minimumstandaarden. [2] Alle maatregelen in het kader van de aanpak van belastingontwijking (en belastingontduiking) zijn beschreven in mijn brief van 23 februari van dit jaar.[3] In deze brief wordt een groot aantal maatregelen aangekondigd om de belastinggrondslag van zowel Nederland als andere landen te beschermen en de transparantie en integriteit te bevorderen. Zo voert Nederland wetgeving in tegen winstverschuiving naar belastingparadijzen (CFC-maatregel), is het kabinet voornemers een conditionele bronbelasting op rente- en royaltybetalingen naar laagbelastende landen in te voeren en worden als gevolg van de implementatie van het Multilateraal Verdrag antimisbruikbepalingen aan de Nederlandse belastingverdragen toegevoegd zodat verdragslanden een instrument in handen krijgen om hun belastinggrondslag te beschermen.

Overigens bestaan er geen commerciële bedrijven die kernwapens produceren. Wel zijn er bedrijven die onderdelen leveren die kunnen worden gebruikt in de defensie-industrie, inclusief voor een kernwapenprogramma. Voor de Nederlandse positie ten aan zien van kernwapens: zie beantwoording vraag 5.

2

Is naar uw mening het fiscale vestigingsklimaat ontworpen om het mogelijk te maken om de belasting over winsten gemaakt met kernwapens via Nederland te verlagen? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord vraag 2

Nee. Het Nederlandse belastingstelsel weerspiegelt de internationale oriëntatie van onze economie. Uitgangspunt is dat het belastingstelsel Nederlandse bedrijven zo min mogelijk belemmert om in het buitenland te ondernemen. Dat blijkt onder meer uit elementen die (mede) ten doel hebben dubbele belasting op ondernemingswinsten te voorkomen. De keerzijde van een belastingstelsel dat rekening houdt met internationaal opererende bedrijven is dat het ook ontvankelijk kan zijn voor structuren om belasting te ontwijken. Dit vindt het kabinet vanzelfsprekend ongewenst. Vandaar dat de aanpak van belastingontwijking een van de fiscale beleidsspeerpunten is van dit kabinet.

3

Kan Nederland, en kunnen bijvoorbeeld de adviseurs van bedrijfsconstructies, verantwoordelijk worden gesteld voor de gevolgen van de kernwapenindustrie als zij actief bijdraagt aan de winstgevendheid daarvan? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord vraag 3

Nee. Zoals in vraag 1 reeds is opgenomen, bestaan er geen commerciële bedrijven die kernwapens produceren.

Nederland draagt niet actief bij aan de productie van kernwapens en voldoet aan de verdragsverplichtingen onder het Non-proliferatieverdrag (NPV).

4

Kunt u aangeven voor hoeveel euro de kernwapenfabrikanten via Nederland aan belasting ontwijken? Zo nee, bent u bereid te onderzoeken welk profijt zij hebben door het Nederlandse belastingklimaat?

Antwoord vraag 4

Op grond van artikel 67 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen kan ik niet ingaan op fiscale aangelegenheden van individuele belastingplichtigen. In zijn algemeenheid kan ik wel zeggen dat het meten van de omvang van belastingontwijking ingewikkeld is. Zoals ik ook in mijn brief van 6 november 2018 heb aangegeven is wel bekend hoeveel belasting momenteel in landen wordt betaald, maar is onbekend hoeveel per land betaald zou worden zonder kunstmatige structuren om belasting te ontwijken. [4]

5

Kunnen kernwapenfabrikanten, net als andere bedrijven, een ruling (Advance Pricing Agreement (APA) of Advance Tax Ruling (ATR)) verkrijgen? Zo ja, draagt dit dan niet bij aan een gunstig vestigingsklimaat voor bedrijven die massavernietigingswapens produceren? Deelt u de opvatting dat dat op gespannen voet staat met het Nederlandse streven naar ontwapening? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 5

Als verdragspartij bij het NPV streeft Nederland, conform het Regeerakkoord, binnen het kader van bondgenootschappelijke afspraken, naar een wereld zonder kernwapens. Nederland zet zich dan ook in diverse internationale fora actief in voor een stapsgewijze aanpak van internationale nucleaire ontwapening, zoals door het kabinet uiteengezet in de Beleidsbrief Nederlandse inzet inzake nucleaire ontwapening, d.d. 21 juni 2018.[5] De stapsgewijze aanpak erkent het feit dat landen voor hun nationale veiligheid afhankelijk kunnen zijn van kernwapens terwijl het ontwapeningsproces gaande is. Zolang er nucleaire wapens zijn, zal nucleaire afschrikking in NAVO-verband in het belang van de Nederlandse veiligheid zijn. In de Geïntegreerde Buitenland- en Veiligheidsstrategie[6] is aangegeven hoe de ontwapeningsinzet deel uitmaakt van het bredere veiligheidsbeleid.

Alle bedrijven die in Nederland actief zijn vallen onder dezelfde Nederlandse (fiscale) wet- en regelgeving. Hierbij wordt voor de fiscaliteit geen onderscheid gemaakt tussen de activiteiten die worden uitgeoefend. De Belastingdienst houdt toezicht op de juiste naleving van de fiscale wetgeving ongeacht de activiteiten die worden uitgeoefend. In principe geldt dat iedere belastingplichtige aan de Belastingdienst zekerheid vooraf kan vragen over de toepassing van wet, beleid en jurisprudentie van een voorgenomen rechtshandeling. Ook hierbij wordt geen onderscheid gemaakt tussen de activiteiten die een bedrijf uitoefent. In het kader van de herziening van de rulingpraktijk voor rulings met een internationaal karakter heb ik uw Kamer recent geïnformeerd in welke situaties de Belastingdienst niet langer zekerheid vooraf geeft. Kort samengevat is dit het geval indien geen sprake is van ‘economische nexus’ en/of belastingontwijking het doorslaggevend motief is.

6

Bent u bereid de kernwapenindustrie niet langer in aanmerking te laten komen voor een ruling? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 6

Zie antwoord vraag 5.

7

Bent u bereid een aanvullende heffing in te voeren op winsten die voortkomen uit de ontwikkeling van en/of de handel in kernwapens of andere massavernietigingswapens? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 7

Nee. Zie antwoord vraag 3.

8

Heeft u kennisgenomen van een rapport van de Amerikaanse organisatie CodePink, waarin wordt aangetoond dat dezelfde Amerikaanse kernwapenbedrijven die in Nederland belastingvoordelen genieten, diep betrokken zijn bij wapenleveranties aan Saoedi-Arabië dat deze wapens gebruikt in de oorlog in Jemen? Deelt u de opvatting dat het ongewenst is dat bedrijven belastingvoordeel ontlenen aan deze oorlogswinsten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke maatregelen stelt u voor? [7]

Antwoord vraag 8

Er gelden geen afwijkende regels in het fiscale recht voor wapen producerende bedrijven. De defensie-industrie is een legitieme industrie. Daarnaast staat het een belastingplichtige vrij om eigen keuzes te maken over de structuur en vestigingsplaats van zijn activiteiten. Wanneer de defensiebedrijven echter in Nederland produceren, of vanuit Nederland hun militaire producten verkopen valt dit onder exportcontroleregels. Nederland verleent geen exportvergunningen voor goederen die gebruikt kunnen worden in de gewapende strijd in Jemen of bij mensenrechtenschendingen in Saoedi-Arabië. Binnen de EU roept Nederland andere lidstaten op tot eenzelfde strikte toetsing van de gemeenschappelijke criteria van het Europees wapenexportbeleid. Deze oproep is tijdens de Europese Raad van 18 oktober 2018 door premier Rutte herhaald. Ook op VN-niveau heeft Nederland tijdens de VNVR-zitting van 16 november 2018 alle partijen opgeroepen de export van wapens te beëindigen wanneer er enig risico is dat deze in Jemen zullen worden ingezet.

9

Bent u bereid maatregelen te treffen om wapenfabrikanten, vooral zij die ook kernwapens produceren, te weren uit Nederland? Zo ja, hoe en op welke termijn? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 9

Nee. Zie antwoord vraag 1, 5 en 8.



[1] ‘Tax evasion and weapon production, mailbox arms companies in the Netherlands’. https://www.tni.org/en/publication/tax-evasion-and-weapon-production-letterbox-arms-companies-in-the-netherlands en https://www.dontbankonthebomb.com/wp-content/uploads/2012/02/Producers.pdf

[2] http://www.oecd.org/ctp/inclusive-framework-on-beps-progress-report-june-2017-july-2018.htm; http://www.oecd.org/eco/surveys/Netherlands-2018-OECD-economic-survey-overview.pdf

[3] Kamerstukken II 2017/18, 25087, nr. 188.

[4] Kamerstukken II 2018/19, 25087, nr. 222.

[5] Kamerstukken II 2017/18, 33694, nr. 20.

[6] Kamerstukken II 2017/18, 33 694, nr. 12.

[7] War Profiteers: The U.S. War Machine and the Arming of Repressive Regimes
https://www.codepink.org/war_profiteers_us_war_machine_and_the_arming_of_repressive_regimes

Indiener(s)