Hierbij bied ik u, mede namens de minister van Financiën, de antwoorden aan
op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Karabulut over de
investeringen van Nederlandse levensverzekeraars in wapenbedrijven die aan
Saoedi-Arabië leveren. Deze vragen werden ingezonden op 15 november 2018
met kenmerk 2018Z21166.
De Minister voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking,
Sigrid A.M. Kaag
[Ondertekenaar 1]
[Ondertekenaar 2]
Antwoorden van de minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de minister van Financiën, op vragen
van het lid Karabulut (SP) over de investeringen van Nederlandse
levensverzekeraars in wapenbedrijven die aan Saoedi-Arabië leveren
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat Nederlandse levensverzekeraars Allianz (AllSecur),
APG (Loyalis), Legal and General, Generali en Nationale Nederlanden maar
liefst 3,6 miljard euro investeren in wapenbedrijven die leveren aan
Saoedi-Arabië, dat met die wapens veelvuldig Jemen bombardeert?
Vraag 4
Ziet u de bittere ironie van het feit dat juist levensverzekeraars beleggen
in zaken die uiteindelijk tot dood, extreme hongersnood en cholera in Jemen
leiden?
Antwoord op vraag 1 en 4
Verzekeraars bepalen in principe zelf in welke bedrijven belegd wordt. Het
kabinet verwacht van verzekeraars echter wel dat zij daarbij invulling
geven aan hun responsibility to respect onder de United Nations Guiding
Principles on Business and Human Rights (UNGP’s) en dat zij zich houden aan
de OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. Als blijkt dat de
bedrijven waarin de verzekeraars hebben belegd zijn betrokken bij negatieve
impact op mens en milieu, behoren de verzekeraars, conform de
OESO-richtlijnen, stappen te ondernemen om deze negatieve impact te
voorkomen of aan te pakken.
Vraag 2
Hoe rijmt u deze investeringen met het strikte wapenexportbeleid ten
aanzien van Saoedi-Arabië en het feit dat de minister-president er recent
nog op aandrong bij andere EU landen om hetzelfde te doen?
Antwoord
Nederland verleent geen exportvergunningen voor goederen die gebruikt
kunnen worden in de gewapende strijd in Jemen of bij
mensenrechtenschendingen in Saoedi-Arabië. Binnen de EU roept Nederland
andere lidstaten op tot eenzelfde strikte toetsing van de
gemeenschappelijke criteria van het Europees wapenexportbeleid. Deze oproep
is tijdens de Europese Raad van 18 oktober 2018 door premier Rutte
herhaald.
Op grond van EU-sancties kan het voor verzekeraars verboden zijn te
investeren of beleggen in wapenproducenten in een bepaald land. Voor
Saoedi-Arabië gelden er geen EU-sancties. Met inachtneming van de
OESO-richtlijnen en UNGP’s, is het aan verzekeraars zelf om te bepalen in
welke bedrijven zij investeren. De overheid reguleert dit in beginsel niet.
Binnen het Europese wapenexportbeleid ten aanzien van Saoedi-Arabië wordt
op basis van de toets op de acht criteria van het Europees
Gemeenschappelijk Standpunt inzake wapenexport zorgvuldig gekeken of de
aard van de goederen, het eindgebruik en de eindgebruiker een direct
negatief effect kunnen hebben op deze acht criteria, waaronder de
mensenrechtensituatie en de regionale veiligheid. Er geldt momenteel geen
VN of EU wapenembargo voor Saoedi-Arabië.
Vraag 3
Wat gaat u doen om meer duidelijkheid en transparantie te creëren voor
klanten van deze levensverzekeraars over waar hun geld in geïnvesteerd
wordt?
Antwoord
Zoals gezegd, verwacht de overheid van verzekeraars dat zij zich houden aan
de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen. Openbaarheid van
gegevens en transparantie over risicomanagement, naleving van wetten,
normen en gedragscodes zijn onderdeel van deze richtlijnen. Sinds 1 januari
2012 geldt de Code Duurzaam Beleggen. Met deze code wil het Verbond van
Verzekeraars duurzaam beleggen stimuleren bij verzekeraars. In de Code
Duurzaam Beleggen, waarbij wordt gewerkt volgens het principe ‘comply or
explain’, heeft de verzekeringssector transparantieafspraken vastgelegd.
Volgens de Code moeten onder andere de United Nations Principles for
Responsible Investments (UNPRI) worden nageleefd. Deze principes bevatten
een rapportageverplichting. De overheid is met de verzekeraars en
maatschappelijke organisaties partij bij het convenant internationaal
maatschappelijk verantwoord ondernemen (IMVO) voor de verzekeringssector.
Hierin is afgesproken dat verzekeraars jaarlijks informatie zullen
publiceren over investeringskeuzes, ten aanzien van het stemmen op
aandeelhoudersvergaderingen en over de dialoog en het engagement dat
plaatsvindt met bedrijven waarin wordt belegd.
Vraag 5
Hoe verhoudt deze praktijk zich tot het verzekeraarsconvenant waarin
zelfregulering op normen van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO)
is afgesproken?
Vraag 6
Bent u bereid het initiatief te nemen tot een convenant tussen de
levensverzekeraars en andere financiële instellingen om niet meer te
investeren in wapenbedrijven?
Vraag 7
Wat zijn de mogelijkheden voor u om deze investeringen te verbieden?
Antwoord op vraag 5, 6 en 7
Het IMVO-convenant verzekeringssector is een multi-stakeholderaanpak,
waarbij het initiatief om tot een IMVO-convenant te komen bij de sector
zelf ligt. Binnen het IMVO-convenant van de verzekeringssector is de
overheid, als partij bij dit convenant, in gesprek met de verzekeraars over
maatschappelijk verantwoord beleggen. Nederlandse levensverzekeraars worden
binnen dit convenant vertegenwoordigd door het Verbond van Verzekeraars.
Met de ondertekening van dit convenant op 5 juli 2018, hebben de
verzekeraars zich gecommitteerd om binnen twee jaar overzichtelijke en
toepasbare kaders en beleid op te stellen op een aantal thema’s, waaronder
controversiële wapenhandel. Hier is expliciete aandacht voor binnen het
convenant. Er wordt verwacht dat verzekeraars risico’s identificeren en
dialoog voeren met bedrijven waarvoor financiering wordt overwogen en
gesproken wordt over het voorkomen en/of adresseren van de negatieve
gevolgen voor thema’s zoals milieu, sociale omstandigheden en
ondernemingsbestuur (ESG). Daarbij moet ook de mogelijke betrokkenheid bij
controversiële wapenhandel in die zakelijke relatie beoordeeld worden.
Van verzekeraars wordt verwacht dat zij conform de principes en processen
van de OESO-richtlijnen en UNGP’s hun invloed aanwenden om bedrijven
waarmee zij een financieringsrelatie hebben te bewegen zoveel mogelijk te
voldoen aan het eigen ESG-beleid. Het is aan de verzekeraars zelf om, in
overeenstemming met de OESO-richtlijnen en de UNGP’s, te besluiten waarin
zij beleggen. De partijen hebben met de ondertekening van dit convenant
afgesproken dat in geval van blijvende niet-nakoming van afspraken door
bedrijven uiteindelijk uitsluiting wordt toegepast. Dit betekent dat er dan
niet meer wordt belegd in die bedrijven door verzekeraars.
Vraag 8
Bent u bereid in gesprek te gaan met deze levensverzekeraars en deze
investeringen te ontmoedigen?
Antwoord
Zoals toegezegd tijdens de begrotingsbehandeling Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking op 29 november jl., zal ik verder in gesprek gaan
met de verzekeraars.