Antwoord op vragen van de leden Laan-Geselschap en Remco Dijkstra over het bericht ‘Overlast door bruiloftsstoet: de feiten’

In antwoord op uw brief van 1 november 2018 deel ik u, mede namens de minister van Infrastructuur en Waterstaat, mee dat de schriftelijke vragen van de leden Laan-Geselschap en Remco Dijkstra (beiden VVD) over het bericht ‘Overlast door bruiloftsstoet: de feiten’ (kenmerk 2018Z19689) worden beantwoord zoals aangegeven in de bijlage bij deze brief.

De Minister van Justitie en Veiligheid,

Ferd Grapperhaus


Antwoorden Kamervragen van de leden Laan-Geselschap en Remco Dijkstra (beiden VVD) aan de ministers van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht ‘Overlast door bruiloftsstoet: de feiten’(ingezonden 1 november 2018, nr. 2018Z19689)

Vraag 1

Kent u het bericht ‘Overlast door bruiloftsstoet: de feiten’? [1]

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat het meer dan onwenselijk is dat deelnemers aan dergelijke (bruilofts)stoeten door asociale manoeuvres het verkeer ontregelen en daarbij zorgen voor gevaarlijke situaties? Zo ja, wat gaat u doen om samenscholing van asociale bestuurders aan te pakken? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 2

Met het oog op de verkeersveiligheid is het voor geen enkele verkeersdeelnemer toegestaan om met asociale manoeuvres het verkeer te ontregelen of voor gevaarlijke situaties te zorgen, dus ook niet als deelnemer van (bruilofts)stoeten. Artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 stelt hier afdoende regels voor. Als er een melding komt van dergelijk gedrag zal de politie optreden.

Vraag 3

Kunt u inzicht verschaffen in de hoeveelheid overlastgevende stoeten in de afgelopen jaren? Hoe vaak heeft de politie hier tegen opgetreden? Hebben dergelijke stoeten verkeersongelukken veroorzaakt?

Vraag 4

Hoeveel meldingen zijn er bij de politie binnengekomen over de betreffende stoeten? Kunt u eveneens inzicht verschaffen in wat met deze meldingen wordt gedaan?

Antwoorden op de vragen 3 en 4

De politie heeft mij laten weten dat hiervan geen aparte registratie wordt bijgehouden. Indien nodig zullen de desbetreffende bestuurders worden staande gehouden, toe worden gesproken, en als daar aanleiding voor is, worden bekeurd, zodat het hinderlijk gedrag van dergelijke stoeten die de verkeersveiligheid in gevaar brengen, niet verder plaatsvindt.


Vraag 5

Is het juist dat de deelnemers van de betreffende (bruilofts)stoet in Rotterdam met vuurwerk hebben gegooid en meerdere malen verkeersovertredingen hebben begaan? Kunnen de politie en het openbaar ministerie op basis van beelden van omstanders nog tot beboeting of vervolging overgaan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 5

De incidenten in de artikelen in de pers hierover worden door de politie bevestigd.

De politie heeft bekeuringen uitgedeeld voor verschillende verkeersovertredingen zoals het niet op de eerste vordering tonen van het rijbewijs, het voeren van onnodige verlichtingen (alarmlichten), het niet dragen van een gordel, onnodig claxonneren en het blokkeren van een kruispunt. Daarnaast onderzoeken het Openbaar Ministerie en de politie of op basis van het film- en fotomateriaal nog bewijsbare strafbare gedragingen aangetoond kunnen worden.

Vraag 6

Checkt de politie bij aanhouding of beboeting van deelnemers aan zo’n overlast gevende stoet het kenteken om te zien op wiens naam het voertuig staat?

Zo ja, bent u bereid te onderzoeken of autoverhuurders een zwarte lijst kunnen opstellen indien deelnemers worden aangehouden en beboet voor asociaal rijgedrag en hierover in gesprek te gaan met de BOVAG? Zo ja, op welke termijn kunt u de Kamer hierover informeren? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 6

In een bekeuringssituatie controleert de verbaliserend politieambtenaar de identiteit van de bestuurder en het kenteken van het motorvoertuig in het kentekenregister.

Mij zijn geen signalen bekend dat verkeersovertredingen gepleegd als deelnemer van een bruiloftsstoet vaker dan verkeersovertredingen gepleegd in een andere context worden begaan met een huurmotorvoertuig. Een noodzaak voor het introduceren voor een zwarte lijst ‘bruiloftsstoetasocialen’ ontbreekt mijns inziens.