Nader antwoord op vragen van het lid Beckerman over het lekken van gif door de NAM in Farmsum

AH 887

2018Z19198

Nader antwoord van minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 10 december 2018)

Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2018-2019, nr. 850



Het RIVM heeft mij geïnformeerd dat in mijn brieven van 4 december 2018 in beantwoording op de vragen van de leden Beckerman, Nijboer, Van der Lee over de lekkage van aardgascondensaat door NAM bij Farmsum ten aanzien van interventiewaarde voor benzeen een andere waarde dan de relevante normwaarde wordt genoemd. In mijn beantwoording noem ik de waarde van 30,7 ppm voor een blootstellingstijd van 1 uur. Het RIVM hanteert een norm voor de blootstelling aan benzeen van 9,21 ppm voor een maximale blootstellingstijd van 8 uur.

De Veiligheidsregio Groningen heeft aangegeven dat zij in haar contact met mij voor de beantwoording van de vragen van uw Kamer de door hen gehanteerde grenswaarde uit het Chemiekaartenboek 2017 heeft gegeven. Hierin wordt een waarde genoemd van 30,7 ppm voor een blootstellingstijd van 1 uur. De Veiligheidsregio Groningen gebruikt deze grenswaarde voor de veiligheid van haar eigen personeel.

De voor de normwaarde relevante metingen zijn door de Veiligheidsregio Groningen gedaan in de nabijgelegen woonwijk. Zij heeft bij de Koestraat vlak boven het water in de woonwijk 2 ppm benzeen gemeten. Op straat nabij de huizen heeft men 0,3 ppm benzeen gemeten. Deze waarden zijn lager dan de voorlichtingsgrenswaarde bij een blootstellingstijd van 8 uur. Voor de strekking van de antwoorden heeft dit daarom geen gevolgen, maar ik meld dit aangezien ik voor een volledige voorlichting van uw Kamer wil aansluiten bij de relevante normen van het RIVM.

Indiener(s)