Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over de toename van het aantal daklozen

Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Van Dijk (SP) over de toename van het aantal daklozen. (2018Z20013)

Vraag 1

Kent u het bericht dat een dakloze vrouw van 50 jaar in een rolstoel niet welkom is in de nachtopvang in Haarlem en daardoor meerdere nachten op straat heeft moeten doorbrengen? 1) Wat is uw reactie op dit bericht?

Vraag 2

Wat gaat u doen voor deze vrouw?

Antwoord 1 en 2

Ja, dit bericht is bekend.

Ik ben geschrokken van wat ik las. Het is belangrijk dat mensen die ondersteuning nodig hebben, die ook daadwerkelijk ontvangen. Ik heb contact opgenomen met de gemeente Haarlem, die heeft aangegeven dat mevrouw sinds 29 oktober een slaapplek in de opvang heeft. Mevrouw kan in de opvang in de gemeente Haarlem blijven totdat zij een geschikte woning heeft gevonden, zolang zij zich aan de regels van de opvanginstelling houdt. Denk bijvoorbeeld aan het betalen van een eigen bijdrage of optimaal meewerken aan het traject om zo snel mogelijk weer op eigen kracht deel te nemen aan de samenleving. Bij iedereen die in de opvang verblijft, start na 2 weken een trajectbehandeling gericht op duurzame uitstroom naar een passende plek. Mijn beeld is dat mevrouw op dit moment op een goede manier geholpen wordt, waardoor ik nu geen aanleiding zie hier verdere acties op te ondernemen.

Vraag 3

Wat gaat u doen om te zorgen dat er geen daklozen meer geweigerd worden omdat er geen plek is?

Antwoord 3

Tijdens het AO maatschappelijke opvang op 13 juni jl. heb ik uitgebreid met uw Kamer gesproken over de bij een aantal gemeenten nog tekortschietende (landelijke) toegankelijkheid van de maatschappelijke opvang. Met een tiental gemeenten heb ik op 6 juni jl. gesproken over de maatregelen die ze nemen om de toegankelijkheid te waarborgen. Het gaat daarbij zowel om de landelijke toegankelijkheid als het waarborgen van voldoende capaciteit. Op 5 oktober jl. heb ik deelgenomen aan het wethoudersoverleg van de centrumgemeenten, waar is afgesproken dat de VNG nieuwe en duidelijkere beleidsregels opstelt en stimuleert dat gemeenten die in het voorjaar van 2019 overnemen en vaststellen. Op dit moment voert Trimbos (opnieuw) onderzoek uit naar de landelijke toegankelijkheid van de maatschappelijke opvang, welk onderzoek naar verwachting eind van het jaar klaar is. Ik verwacht dit onderzoeksrapport mee te kunnen sturen met de voortgangsrapportage beschermd wonen en maatschappelijke opvang die uw Kamer voorafgaand aan het AO maatschappelijke opvang op 20 december a.s. ontvangt.

Vraag 4

Wat gaat u doen om kwetsbare daklozen, zoals mensen met een handicap of met kinderen, te helpen?

Vraag 18

Welke structurele oplossing heeft u voor het toenemende aantal economische daklozen?

Vraag 19

Vindt u het ook schokkend dat het aantal daklozen bijna verdubbelde tussen 2009 en 2015 en dat het aantal economische daklozen groeit? Wat gaat u doen om deze Amerikaanse toestanden te bestrijden?

Antwoord 4, 18 en 19

Uit de cijfers van het CBS blijkt dat het aantal daklozen tot 2015 is toegenomen. In 2016 is een kleine daling zichtbaar (zie antwoord 5, 9, 10 en 11 voor meer informatie). De toename is zorgelijk, met name de stijging onder jongeren.

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het bieden van goede hulp en ondersteuning aan mensen die dakloos (dreigen) te worden. De afgelopen jaren hebben gemeenten gewerkt aan regionale plannen van aanpak waarin zij aangeven hoe zij de ondersteuning aan cliënten van beschermd wonen en de maatschappelijke opvang vormgeven. De implementatie van deze plannen is gaande. Om gemeenten en andere betrokken lokale en regionale partijen te ondersteunen in hun opgave heb ik – met 11 landelijke partijen – de meerjarenagenda beschermd wonen en maatschappelijke opvang opgesteld, die een beeld geeft van de inhoudelijke koers en prioriteiten die betrokken partijen graag gezamenlijk oppakken en waar zij naar vermogen een bijdrage aan willen leveren. Tevens start ik een Actieprogramma Zwerfjongeren.

Vraag 5

Welk cijfermatig inzicht kunt u bieden in de wachtlijsten voor daklozenopvang? Indien u hier geen helder inzicht in kunt bieden, bent u bereid hier onderzoek naar te doen of dit structureel bij te houden?

Vraag 9

Kunt u een overzicht geven van de groei van het aantal daklozen in de afgelopen jaren en van het aantal dakloze jongeren?

Vraag 10

Hoeveel daklozen zijn economische daklozen?

Vraag 11

Wat zijn de oorzaken van de groei van het aantal daklozen? Kunt u in uw antwoord de rol van de kostendelersnorm, de bezuiniging op de psychiatrische zorg, de wachtlijsten in de jeugdzorg en de rapportage Cijfers maatschappelijke opvang van de Federatie Opvang meenemen?

Antwoord 5, 9, 10 en 11

Het CBS brengt in opdracht van het ministerie van VWS periodiek het aantal daklozen in beeld. De onderstaande tabel geeft een beeld van het aantal daklozen (incl. het aantal dakloze jongeren) in de jaren 2012 – 2016. Dit zijn de meest recente cijfers die bij CBS beschikbaar zijn.

Leeftijd

Periode

18-30 jaar

30-65 jaar

2012

6.400

20.900

2013

7.200

17.600

2014

6.800

20.100

2015

8.300

22.700

2016

12.400

18.100

Bron: Statline CBS

Er zijn geen landelijke cijfers beschikbaar van (eventuele) wachtlijsten voor de nachtopvang en het aantal economisch daklozen. Ook de exacte oorzaken voor dakloosheid zijn niet bekend. Dit betekent ook dat ik niet kan zeggen wat de eventuele invloed van bijv. de kostendelersnorm of de wachtlijsten in de jeugdzorg is.

Om meer inzicht in de groei van het aantal daklozen te krijgen, voert CBS op dit moment in opdracht van VWS onderzoek uit naar specifieke groepen daklozen en de ontwikkelingen daarin. Dit onderzoek rondt CBS eind 2018 af. Zodra dit rapport beschikbaar is, deel ik dit met uw Kamer.

Daarnaast bekijk ik samen met gemeenten of het inzicht in (het gebruik van de) maatschappelijke opvang vergroot kan worden via doorontwikkeling van de Gemeentelijke Monitor Sociaal Domein. In de voortgangsrapportage beschermd wonen en maatschappelijke opvang die ik eind 2018 naar uw Kamer stuur, zal ik u nader over dit traject informeren.

Vraag 6

Wat is uw reactie op de constatering van hulporganisaties dat er onvoldoende laagdrempelige kortdurende opvang beschikbaar is in Nederland?

Vraag 7

Gaat u met de opvangorganisaties overleggen over adequate opvangcapaciteit en oplossingen voor de toenemende dakloosheid?

Antwoord 6 en 7

Gemeenten zijn wettelijk verantwoordelijk voor het bieden van goede hulp en ondersteuning. Het beschikbaar stellen van voldoende capaciteit maakt daar deel van uit. Het is in eerste instantie aan de gemeenteraad het college hierop te controleren en – daar waar nodig – bij te sturen. In antwoord op vraag 4, 18 en 19 geef ik aan hoe ik gemeenten en andere partijen wil ondersteunen bij hun aanpak.

Vraag 8

Wat is uw reactie op de uitspraak: "met ongeveer de helft van de mensen die ik de afgelopen tien maanden heb ontmoet, is weinig meer aan de hand dan dat ze een dak boven hun hoofd hebben verloren, meestal door financiële problemen’'? 2)

Antwoord 8
Het is belangrijk dakloosheid zoveel mogelijk te voorkomen. Dit vraagt om een goede vroegsignalering en preventieve maatregelen. Gemeenten zijn hier actief mee bezig, onder andere in het kader van de gemeentelijke plannen van aanpak voor het oplossen van schulden en armoede en in het kader van de regionale plannen beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Uitgangspunt is wat mij betreft dat huisuitzettingen ten gevolge van schulden tot een absoluut minimum moeten worden beperkt.

Vraag 12

Erkent u dat er nog steeds gemeenten zijn die daklozen een briefadres weigeren?

Antwoord 12

Ja. Tegelijkertijd constateer ik ook dat het onderwerp leeft onder gemeenten. Het besef dat ook daklozen ingeschreven moeten zijn in de basisregistratie personen (BRP) is de afgelopen jaren sterk toegenomen.

Vraag 13

Erkent u dat het weigeren van een briefadres grote problemen geeft voor daklozen omdat zij dan onder andere geen uitkering, geen zorgverzekering en geen identiteitsbewijs kunnen krijgen?

Vraag 16

Wat gaat u doen om te garanderen dat gemeenten nooit meer een dakloze een briefadres weigeren?

Antwoord 13 en 16

Het klopt dat het voor daklozen belangrijk is om een briefadres te hebben.

Eind 2016 is door de minister van BZK de circulaire ‘Briefadres en BRP’ aan gemeenten verzonden met uitleg over het toekennen van een briefadres. In deze circulaire, die destijds onder andere met de Nationale ombudsman is afgestemd, wordt de wettelijke plicht van de gemeente benadrukt om burgers die feitelijk in Nederland verblijven maar geen woonadres hebben, zo nodig ambtshalve, van een briefadres te voorzien.

Het ministerie van BZK heeft begin 2017, en in september en oktober 2018, landelijke workshops georganiseerd en begeleid om specifiek de aandacht te vestigen op de in de circulaire genoemde onderwerpen. De deelnemers toonden zich zeer betrokken en gemotiveerd om te bouwen aan meer samenwerking (met name tussen burgerzaken en het sociaal domein) en aan een werkwijze om de burger beter te helpen. In vervolg op de workshops is een stappenplan ontwikkeld ten behoeve van de uitvoering bij gemeenten, om situaties die maatwerk vragen beter te kunnen beoordelen. Een en ander moet ertoe leiden dat de betrokken personen sneller op een briefadres worden ingeschreven.

Vraag 14

Welke actie gaat u ondernemen indien blijkt dat een gemeente toch een dakloze een briefadres weigert?

Antwoord 14

Maatschappelijke organisaties zoals Federatie Opvang of Bureau Straatjurist weten het ministerie van BZK, verantwoordelijk voor de BRP, in dergelijke gevallen al te vinden. Bij signalen neemt het ministerie contact op met de betreffende gemeente om te bespreken of de juiste afweging is gemaakt. Als er sprake is van een terecht signaal, dan zal inschrijving alsnog volgen. Er zijn echter ook uitzonderingsgevallen waarin iemand wel terecht geweigerd is voor inschrijving op een briefadres, bijvoorbeeld omdat iemand een woonadres blijkt te hebben. Ook kan het voorkomen dat iemand wel is ingeschreven op een briefadres, maar op dat briefadres niet bereikbaar blijkt te zijn voor de overheid. Dan wordt die inschrijving ongedaan gemaakt.

Vraag 15

Hoeveel meer dakloze personen hebben door uw acties dit jaar een briefadres gekregen ten opzichte van vorige jaren?

Antwoord 15

Dit is niet bekend en ook niet te achterhalen, omdat niet alleen daklozen in aanmerking komen voor een briefadres. Ook mensen die bijvoorbeeld in een psychiatrische instelling, een blijf-van-mijn-lijfhuis, gevangenis of zorginstelling verblijven kunnen ingeschreven zijn op een briefadres. De reden voor een briefadres wordt niet centraal bijgehouden.

Vraag 17

Bent u bereid om het recht op een briefadres wettelijk te verankeren?

Antwoord 17

Iedereen die rechtmatig in Nederland verblijft, moet worden ingeschreven in de BRP op een woonadres en bij het ontbreken daarvan op een briefadres. Dat is reeds vastgelegd in de wet BRP. In de bestuurlijke overleggen met gemeenten zal ik daar ook actief aandacht voor vragen.

1) https://www.nhnieuws.nl/nieuws/233868/Dakloze-Mieke-50-in-rolstoel-is-opnieuw-niet-welkom-bij-nachtopvang

2) https://www.ad.nl/den-haag/daklozen-willen-van-stigma-af-zitten-niet-met-halve-liter-bier-en-heroinespuit~a780e0b3/

Indiener(s)