Antwoord op vragen van het lid Van der Lee over het verlenen van de SDE+ subsidie door RVO

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik uw Kamer de antwoorden op vragen van lid Van der Lee (GroenLinks) met kenmerk 2018Z20130 over het verlenen van de SDE+ subsidie door RVO ingezonden op 6 november 2018.

Eric Wiebes

Minister van Economische Zaken en Klimaat


Kenmerk 2018Z20130

1

Klopt het dat één van de voorwaarden voor de SDE+-subsidie voor zonneparken is dat de aanvrager een toegekende omgevingsvergunning moet aanleveren?

Antwoord

Ja.

2

Klopt het dat tijdelijke omgevingsvergunningen slechts tien jaar gelden, terwijl de SDE+-subsidie voor een periode van vijftien jaar wordt toegekend? Klopt het ook dat er daardoor een discussie is ontstaan of projecten met een tijdelijke omgevingsvergunning wel economisch haalbaar zijn? Klopt het dat er daardoor een significant aantal SDE+-subsidieaanvragen met een tijdelijke omgevingsvergunning worden afgewezen?

Antwoord

Er zijn verschillende termijnen mogelijk voor een tijdelijk omgevingsvergunning. Indien de termijn gelijk is aan 15 jaar of langer is dit vanwege de looptijd van de SDE+ geen probleem. De tijdelijke vergunningen voor een periode van 10 jaar of korter zijn wel een probleem voor de economische haalbaarheid. De SDE+ gaat uit van een subsidieduur van 15 jaar voor een rendabele business case. Er zijn aanvragen afgewezen omdat geen rendabele businesscase mogelijk was binnen de vergunde periode in de tijdelijke vergunning. Dit betrof in de voorjaarsronde van 2018 circa twintig van de meer dan 4000 aanvragen voor zon-PV.

3

Wist u dat de doorlooptijd van aanvraag tot toekenning veel korter is bij een tijdelijke omgevingsvergunning dan bij een permanente omgevingsvergunning? Deelt u dan de mening dat het voor veel aanvragers vaak makkelijker is om eerst een tijdelijke omgevingsvergunning aan te vragen bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) om sneller de SDE+ aanvraag te kunnen doen en dan pas later de permanente omgevingsvergunning aanvragen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ja, de doorlooptijd van de tijdelijke vergunning kan korter zijn en dat wordt veroorzaakt doordat het bevoegd gezag zo’n aanvraag meestal niet op alle eisen toetst. Bij een SDE+ aanvraag vereis ik een vergunning o m te voorkomen dat premature projecten een aanspraak op schaars subsidiebudget doen en niet tijdig gerealiseerd kunnen worden. Het is mij bekend dat projecten in het verleden gebruik hebben gemaakt van de kruimellijst (Bijlage II, artikel 4, lid 11, Besluit omgevingsrecht) om tijdelijk af te wijken van het bestemmingsplan. Het gaat dan om een periode van maximaal 10 jaar. Het is met het oog op de tijdige realisatie van projecten en de kosteneffectieve inzet van subsidiemiddelen van belang dat een project vooraf over een vergunning beschikt voor tenminste de gehele looptijd van het project. Vandaar dat ik sinds de najaarsronde van de SDE+ in mijn regelgeving heb opgenomen dat een vergunning op basis van de kruimellijst niet voldoet om in aanmerking te komen voor SDE+. Ik heb dit aangekondigd in mijn brief over de openstelling van de najaarsronde 2018 van 10 juli 2018 (Kamerstuk 31239, nr. 290).

4

Wist u dat er veel gevallen zijn geweest waarbij een SDE+-subsidie niet is verleend, vooral energiecoöperaties, omdat er nog werd uitgegaan van de eerdere tijdelijke omgevingsvergunning terwijl er ondertussen al een permanente vergunning was verleend? Wist u dat er door sommige van deze coöperaties – waaronder Energiecoöperatie Noordseveld – binnen de wettelijke bezwaartermijn een bezwaar tegen deze beslissing is ingediend waarbij de permanente omgevingsvergunning werd toegezonden? Wist u ook dat er nog steeds een negatief oordeel ten aanzien van de SDE+-subsidie van de RVO kwam?

Antwoord

Er zijn enkele voorbeelden bekend waarbij de permanente vergunning niet of niet tijdig is verstrekt. De aanvrager moet tegelijk met zijn aanvraag een geschikte vergunning meesturen. Ook in een bezwaarprocedure wordt getoetst of de geschikte vergunning tijdig is afgegeven. Op het moment dat de geschikte vergunning later wordt verstrekt kan de aanvrager in de eerstvolgende openstellingsronde een aanvraag indienen. De SDE+ wordt tweemaal per jaar opengesteld.

5

Deelt u de mening dat het uitermate ongewenst is dat het energiecoöperaties vanwege onnodige redenen onmogelijk wordt gemaakt in aanmerking te komen voor de SDE+-regeling, zeker gezien de energie-opgave waar Nederland voor staat?

Antwoord

Nee, energiecoöperaties worden in de SDE+ niet anders behandeld dan andere aanvragers.

6

Deelt u de mening dat de RVO in deze procedure meer ruimte moet geven aan aanvragers om nadere onderbouwing te kunnen leveren en bezwaren op te lossen binnen de wettelijke termijn? Zo nee, waarom niet? Zo ja, gaat u hiervoor zorgdragen?

Antwoord

Nee, op het moment van aanvragen moet een aanvraag aan de voorwaarden voor subsidie voldoen. Als deze voorwaarden pas later vervuld worden kan de aanvrager bij een latere openstelling van de SDE + een nieuwe aanvraag doen.

7

Deelt u de mening dat de RVO met de SDE+-subsidie juist lokale initiatieven zou moeten stimuleren omdat het tot draagvlak en een versnelling van de energietransitie leidt? Zo nee, waarom niet? Bent u bereid om dit probleem verder te onderzoeken en op te lossen om op die manier bij te dragen aan de energietransitie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Lokale initiatieven zijn belangrijk voor de energietransitie. De SDE+ ondersteunt deze initiatieven. Het hebben van een geschikte vergunning borgt een juiste procedure met belangenafweging van belanghebbenden en tijdige realisatie van projecten. Verder onderzoek acht ik niet nodig.

Indiener(s)