Antwoord op vragen van het lid De Boer over CEF-subsidiegelden

Geachte voorzitter,

Zoals onlangs in de pers naar voren is gekomen, zijn diverse Kamervragen niet officieel door bewindspersonen (en hun ministeries) beantwoord, of is de officiƫle beantwoordingstermijn inmiddels (ruimschoots) overschreden. Dit geldt ook onderstaande vragen van het (toenmalige) lid De Boer (VVD). Bij nader recent onderzoek binnen het ministerie van IenW is gebleken dat de antwoorden op deze vragen via de politiek assistent van mijn voorganger informeel met het betreffende Kamerlid (en mogelijk andere Kamerleden) zijn gecommuniceerd. Er heeft vervolgens geen registratie van de vragen plaatsgevonden, en als gevolg daarvan is er geen formele schriftelijke brief naar uw Kamer gegaan met beantwoording van de vragen. Ik hecht eraan dit bij deze te corrigeren.

Vraag 1

Bent u bekend met het afwijzen door de Europese Commissie van CEF-subsidiegelden voor bijvoorbeeld de inbouw van gaswassers in schepen binnen TEN-T?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Hoe denkt u over de herhaaldelijke afwijzingen van specifiek Nederlandse CEF-aanvragen voor milieumaatregelen zoals het uitrusten van gaswassers door de Europese Commissie?

Antwoord 2

Het is mij niet bekend dat er sprake zou zijn van een door Europa herhaaldelijk afwijzen van specifiek Nederlandse CEF aanvragen voor milieumaatregelen. De Europese Commissie beoordeelt aanvragen voor CEF co-financiering voor Milieumaatregelen waar Nederlandse partijen bij betrokken zijn worden voorzover mij bekend op basis van dezelfde criteria als aanvragen uit andere EU lidstaten.

Vraag 3

Deelt u de mening dat Europese subsidiegelden belangrijk zijn voor de Nederlandse scheepvaart, met name omdat het Rijk hiervoor geen middelen ter beschikking stelt?

Antwoord 3

Ja, ik ben van mening dat Europese subsidiegelden een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan verduurzaming van de Europese en Nederlandse scheepvaart.

Vraag 4

Acht u de afwijzing door de Europese Commissie van Nederlandse CEF-subsidieaanvragen ten opzichte van de toewijzingen van aanvragen uit andere Europese lidstaten in lijn met het uitgangspunt van een eerlijk level-playing-field? Zo ja, waarom? Zo nee, wat kunt u hierop ondernemen?

Antwoord 4

Ik heb geen aanwijzing dat CEF subsidies concurrentieverstorend werken. Subsidietoekenning vindt plaats op basis van dezelfde criteria die voor alle aanvragers gelden en subsidierondes staan voor alle partijen op dezelfde wijze open. De Europese Commissie beoordeelt de aanvragen, waaronder de voorstellen voor het installeren van gaswassers, onder andere op basis van rijpheid van het project, bijdrage van de subsidie aan het project, kwaliteit, bijdrage aan de ontwikkeling van het netwerk en EU toegevoegde waarde. De Commissie laat de aanvragen door teams van extern deskundigen beoordelen waarbij de projecten worden gescoord.

Bij de afgelopen subsidie oproepen werd het beschikbare budget overigens twee tot drie keer overvraagd. Dat betekent dus dat circa tweederde van de aanvragen niet kon worden gehonoreerd.

Hoogachtend,

DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

drs. C. van Nieuwenhuizen Wijbenga