Antwoord op vragen van het lid Kerstens over het artikel ‘Geweerde zorgbureaus slepen in andere Twentse gemeenten nieuw contract in de wacht’

Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Kerstens (PvdA) over het artikel ‘Geweerde zorgbureaus slepen in andere Twentse gemeenten nieuw contract in de wacht’. (2018Z19927)

1

Heeft u kennisgenomen van het bericht van RTV Oost ‘Geweerde zorgbureaus slepen in andere Twentse gemeenten nieuw contract in de wacht’? 1)

Antwoord vraag 1

Ja.

2

Kent u de in bedoeld bericht genoemde bureaus, mede naar aanleiding van het feit dat ze eerder negatief in het nieuws kwamen?

Antwoord vraag 2

Ja.

3

Voert de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) op dit moment een of meerdere onderzoeken uit naar genoemde bureaus? Zo ja, wanneer zijn de uitkomsten daarvan te verwachten? Zo nee, bent u dan bereid de IGJ alsnog te verzoeken in dezen onderzoek(en) te verrichten?

Antwoord vraag 3

De IGJ heeft op dit moment geen onderzoeken lopen naar de kwaliteit van de zorg bij de genoemde instellingen. Op dit moment loopt nog onderzoek van de sociale recherche. Indien daaruit, of vanuit Wmo-toezicht, signalen komen waaruit blijkt dat de kwaliteit van de zorg in het geding is, zal de gemeente of de IGJ passende actie ondernemen.

4

Op welke wijze is geborgd dat bijvoorbeeld informatie-uitwisseling tussen de IGJ en de in het artikel genoemde sociale recherche plaatsvindt?

Antwoord vraag 4

De afspraken met betrekking tot de uitwisseling van informatie tussen de Wmo-toezichthouder en de IGJ zijn vastgelegd in het afsprakenkader dat gezamenlijk is opgesteld door de VNG en IGJ. In de praktijk nemen inspecteurs van de IGJ en sociaal rechercheurs contact met elkaar op bij signalen van gebrek aan kwaliteit in de hulp danwel signalen met betrekking tot onrechtmatigheid of fraude.

5

Bent u ook van mening dat gemeenten geen risico’s zouden moeten lopen met geld dat bestemd is voor de zorg aan kwetsbare mensen? Zo ja, vindt u dat gemeenten die nu blijkbaar toch met genoemde bureaus in zee gaan zo een onverantwoord risico nemen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 5

Ik deel de mening dat gemeenten risico’s bij de contractering van aanbieders zoveel mogelijk moeten uitsluiten. Gemeenten zijn op basis van de Wmo 2015 gehouden om bij de contractering van een aanbieder te beoordelen of deze voldoet aan de (door de Raad) gestelde kwaliteitseisen. Dit vraagt van gemeenten goed opdrachtgeverschap in de vorm van contractbeheer inclusief een

beoordeling van de rechtmatigheid en doelmatigheid van de uitgaven. Dit is de verantwoordelijkheid van de gemeenten.

Gemeenten ontwikkelen steeds meer tools voor de selectie van zorgaanbieders. De gemeenten die met genoemde aanbieders contracten sluiten zijn onderdeel van de 14 Twentse gemeenten [1]. Deze gemeenten hebben, in samenwerking met onder meer het Regionaal Informatie- en Expertise Centrum Oost Nederland (RIEC- ON), Zorgkantoor Menzis, de Belastingdienst en de VNG, een toolbox ontwikkeld gericht op preventie, controle en handhaving met als doelstelling rechtmatige zorg voor (kwetsbare) inwoners te bevorderen. Het gaat de gemeenten daarbij om het bereiken van een juiste besteding van de zorggelden en het beschermen van een kwetsbare doelgroep. Deze en andere ontwikkelingen bij gemeenten ondersteun ik onder meer door de VNG subsidie te verlenen voor de aanpak van zorgfraude. Ik spreek ook gemeenten aan op deze verantwoordelijkheid in het kader van de ontwikkeling van het whitepaper ‘dichtbij en daadkrachtig’ dat als doel heeft een discussie te faciliteren over het thema toezicht en handhaving in het sociaal domein.

Met het wetsvoorstel bevorderen samenwerking en rechtmatige zorg wordt een juridische basis gelegd voor het Waarschuwingsregister Zorgfraude. Daarmee kunnen gemeenten, zorgverzekeraars en zorgkantoren gegevens delen over bij hen bekende fraudeurs waarvoor aangifte is gedaan met elkaar uitwisselen om te gebruiken bij de screening van zorgaanbieders. ZN en de VNG hebben voor de ontwikkeling van dit register een subsidie ontvangen van VWS.

Op basis van de hierboven beschreven acties heb ik er vertrouwen in dat gemeenten de verantwoordelijkheid nemen om onverantwoorde risico’s te voorkomen bij selectie van aanbieders.

6

Gaat u, als stelselverantwoordelijke, actie nemen richting de gemeenten in kwestie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat gaat u doen?

Antwoord vraag 6

Zoals ook aangegeven in antwoord op vraag 5 zijn de gemeenten op basis van de Wmo 2015 gehouden om vast te stellen of Wmo-dienstverlening die wordt uitgevoerd door een gecontracteerde aanbieder voldoet aan de gestelde kwaliteitseisen. Het is de verantwoordelijkheid van de gemeenteraad om het college van Burgemeester en Wethouders te controleren en te bevragen op de uitvoering van de Wmo 2015 en daarbij gezamenlijk vastgestelde maatschappelijke doelstellingen. Gezien de acties die de betreffende gemeenten in dit geval ondernemen en de rol die de verschillende gemeenteraden innemen, zie ik in dit geval geen aanleiding om deze gemeenten aan te spreken.

1) https://www.rtvoost.nl/nieuws/301336/Geweerde-zorgbureaus-slepen-in-andere-Twentse-gemeenten-nieuw-contract-in-de-wacht



[1] De 14 gemeenten zijn: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden

Indiener(s)