Antwoord op vragen van de leden Renkema en Jasper van Dijk over "vingerscan-affaire in Spijkenisse"

Hierbij zend ik u de antwoorden op de Kamervragen van de leden Renkema (GroenLinks) en Jasper van Dijk (SP) over "vingerscan-affaire in Spijkenisse" (ingezonden 19 oktober 2018).

De Staatssecretaris van Sociale Zaken

en Werkgelegenheid,

T. van Ark


2018Z18892

Vragen van de leden Renkema (GroenLinks) en Jasper van Dijk (SP) aan de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over de ‘vingerscan-affaire in Spijkenisse’ (ingezonden 19 oktober 2018)

Vraag 1

Kent u de artikelen ‘Vingerscan-affaire Spijkenisse: vingerafdruk eisen is beestachtig’[1] en ‘Gemeenten verzamelden illegaal vingerafdrukken’? [2] 2)

Antwoord vraag 1

Ja.

Vraag 2

Wat vindt u ervan dat er vier jaar lang illegaal vingerafdrukken van bijstandsgerechtigden zijn verzameld?

Antwoord vraag 2

Het scannen en verzamelen van vingerafdrukken van bijstandsgerechtigden ter controle van hun aanwezigheid bij een werkbedrijf acht ik onwenselijk en bovendien in strijd met de geldende privacywetgeving.

In de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) worden vingerafdrukken aangemerkt als biometrische gegevens. Op grond van artikel 9, eerste lid, AVG worden dergelijke gegevens beschouwd als bijzondere persoonsgegevens waarvoor in principe een verwerkingsverbod geldt. Dit verbod is op grond van het tweede lid van artikel 9 niet van toepassing bij nadrukkelijke toestemming van de betrokkene, of als dit op grond van het recht van een lidstaat is bepaald, waarbij beoordeeld moet worden of dit evenredig is en de privacy is gewaarborgd. Toestemming van de bijstandsgerechtigde kan geen grondslag zijn voor verwerking van vingerafdrukken, omdat in deze verhouding tussen overheid en burger immers sprake is van een afhankelijkheidsrelatie en het dus geen in vrijheid gegeven toestemming betreft. In Nederland is de AVG nader uitgewerkt in de Uitvoeringswet Algemene verordening gegevensbescherming (UAVG). In artikel 29 UAVG is geregeld dat dit verwerkingsverbod niet van toepassing is indien de verwerking noodzakelijk is voor authenticatie of beveiligingsdoeleinden. Deze bepaling geldt ook in de verhouding tussen gemeente en bijstandsgerechtigde, waarbij toestemming niet aan de orde is. De regeling in de AVG en UAVG verzet zich dus tegen het gebruik van vingerafdrukken van een bijstandsgerechtigde voor andere doelen dan authenticatie en beveiligingsdoeleinden, zoals een aanwezigheidscontrole in het kader van de bijstandsverplichtingen.

Vraag 3

Zijn er meer gemeenten die biometrische gegevens verzamelen van bijstandsgerechtigden?

Antwoord vraag 3

Het ministerie van SZW beschikt, behoudens de situatie bij werkleerbedrijf Voorne-Putten Werkt, niet over de informatie of, en zo ja in welke mate, het voorkomt dat gemeenten biometrische gegevens verzamelen van bijstandsgerechtigden.

Vraag 4

Heeft de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) inmiddels al actie ondernomen tegen deze gemeenten?

Antwoord vraag 4

De Autoriteit Persoonsgegevens is een onafhankelijk opererende, toezichthoudende instantie die in principe geen informatie over lopende zaken deelt. Deze informatie wordt door de Autoriteit Persoonsgegevens beschouwd als niet-openbare informatie en wordt dus ook niet op de website van de Autoriteit Persoonsgegevens gepubliceerd. Tot op heden heeft er ook geen publicatie op de website plaatsgevonden van afgeronde onderzoeken en/of acties in dit kader. Ik kan dan ook geen uitspraken doen over eventuele door de Autoriteit Persoonsgegevens ondernomen acties.

Vraag 5

Heeft u actie ondernomen naar aanleiding van dit nieuws? Zo ja, welke actie heeft u ondernomen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord vraag 5

De genoemde werkwijze bij werkleerbedrijf Voorne-Putten Werkt is inmiddels beëindigd. Ik zie daarom geen aanleiding voor nadere actie. Het is de verantwoordelijkheid van elke gemeente om de geldende privacyregels op een juiste wijze toe te passen. Desgewenst kunnen gemeenten hiervoor een beroep doen op de expertise van de VNG. Daarnaast kunnen zij uiteraard vragen voorleggen aan de Autoriteit Persoonsgegevens.

Vraag 6

Vindt u ook dat de kortingen die zijn opgelegd omdat uitkeringsgerechtigden weigerden een vingerafdruk af te geven ongedaan moeten worden gemaakt?

Antwoord vraag 6

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de Participatiewet. Dit betreft ook de handhaving op de (arbeids-)verplichtingen. Controle op de rechtmatigheid van de uitvoering is de primaire bevoegdheid van de gemeenteraad. Wanneer in de uitvoeringspraktijk situaties ontstaan die naar de mening van de belanghebbende niet conform de wet zijn, staat er voor hem of haar een rechtsgang open. Het is uiteindelijk aan de rechter en niet aan de staatssecretaris van SZW om op individueel niveau te toetsen of de gemeentelijke besluitvorming in dit kader voldoet aan de geldende wet- en regelgeving.

Vraag 7

Vindt u ook dat bijstandsgerechtigden op deze manier worden behandeld als criminelen?

Vraag 8

Denkt u dat dergelijke maatregelen bijstandsontvangers ook daadwerkelijk aan het werk helpen? Deelt u de mening dat vanuit vertrouwen handhaven effectiever is?

Antwoord vraag 7 en 8

Het is het doel van de Participatiewet om eenieder in staat te stellen als volwaardig burger mee te doen in de samenleving en, daar waar kan, zo snel mogelijk aan het werk te helpen. Gemeenten bieden ondersteuning bij het vinden van werk, maar in de eerste plaats geldt een inspanningsverplichting van de bijstandsgerechtigde zelf om zo snel mogelijk uit de uitkering te komen. Aan het bijstandsrecht zijn namelijk arbeidsverplichtingen verbonden. Zo is de uitkeringsgerechtigde ook verplicht om gebruik te maken van een door de gemeente aangeboden voorziening gericht op arbeidsinschakeling, zoals een re-integratietraject bij een werkleerbedrijf. Wordt een verplichting niet of onvoldoende nagekomen, dan kan de gemeente een maatregel opleggen.

Ik vind het belangrijk dat de regels worden nageleefd, want misbruik tast het maatschappelijk draagvlak onder onze sociale voorzieningen aan. Het regeerakkoord onderstreept dan ook dat handhaving op de naleving van de verplichtingen van uitkeringsgerechtigden een randvoorwaarde is voor een werkend stelsel van sociale zekerheid.

Bij zowel de ondersteuning bij het vinden van werk als bij handhaving op de naleving van verplichtingen is vertrouwen tussen de uitkeringsinstantie en de uitkeringsgerechtigde een relevante factor. Ik vind het met name belangrijk dat handhaving zoveel mogelijk effect resulteert. Daarom is ‘effectief handhaven’ één van de hoofdlijnen in de SZW handhavingskoers 2018-2021.[3] Het is van groot belang dat handhaving ook zorgvuldig en binnen de kaders van de wet geschiedt. De rechtszekerheid van een individu moet worden gewaarborgd en tegelijkertijd moeten uitkeringen rechtmatig worden verstrekt. De uitvoering is de primaire verantwoordelijkheid van het lokale bestuur.



[3] Kamerstukken II 2017/18, 17-050, nr. 541.

Indiener(s)