Antwoord op vragen van het lid Dik-Faber over de moeizame recycling van textiel vanwege de slechte kwaliteit

Geachte voorzitter,

Hierbij beantwoord ik de vragen van het lid Dik-Faber (ChristenUnie) van

11 oktober 2018 over de moeizame recycling van textiel vanwege de slechte kwaliteit.

Vraag 1

Bent u bekend met het bericht ‘'100% katoen' is dat vaak niet’ van Simon Smedinga (operationeel directeur Leger des Heils ReShare)? [1]

Antwoord 1

Ja, ik ben van dit bericht op de hoogte.

Vraag 2

Deelt u de mening dat textielrecycling op veel grotere schaal zou moeten plaatsvinden, gezien de enorme milieudruk en watergebruik (7000 liter water voor een katoenen shirt) bij de productie en het transport van nieuwe kleding?

Antwoord 2
Ja, deze mening deel ik.

Vraag 3

Wat vindt u van het feit dat van alle afgedankte kleding veertig procent niet meer als tweedehands te verkopen is in Nederlandse tweedehands winkels en dat de recycling van de enorme textielberg zeer moeizaam is? Wat vindt u van de constatering van het Leger des Heils ReShare dat de samenstelling van grondstoffen op kledinglabels vaak niet klopt en dat vaak geen sprake is van 100% katoen of wol?

Antwoord 3

Het is mijn streven dat de textielsector uiteindelijk 100% circulair wordt. Dit betekent dat alle afgedankte textiel hergebruikt, gerepareerd of gerecycled kan worden. Dat een deel van het afgedankte textiel niet herbruikbaar is hoeft op zichzelf geen probleem te vormen, mits dit gerecycled kan worden. Ik ben het ermee eens dat deze recycling nu nog niet het schaalniveau heeft om de hoeveelheid te recyclen textiel te verwerken.

Het signaal dat de samenstelling van grondstoffen op kledinglabels vaak niet zou kloppen, baart mij zorgen. Dit zou betekenen dat er een gebrek aan transparantie is in de textielketen, wat voor alle ketenpartijen een probleem vormt. Retailers en consumenten die proberen duurzamere kleding (in) te kopen worden hiermee ook benadeeld. Ik ga in gesprek met de kledingbranche, waarna bezien of en zo ja hoe nader onderzoek dient te worden geïnitieerd.

Vraag 4

Op welke manier wordt gewerkt aan een oplossing voor bovengenoemde problemen via de Transitieagenda Consumptiegoederen, waarin onder meer technische ontwikkeling van de herwinningstechnologieën als doel is opgenomen? Op welke manier wordt gewerkt aan opschaling en ontwikkeling van herwinningstechnologieën?

Antwoord 4

Op dit moment werk ik aan een Uitvoeringsprogramma Circulaire Economie voor 2019-2023, waarin ik samen met de andere partijen uit het Grondstoffenakkoord concreet zal aangeven welke acties wij ondernemen. Hierin krijgt ook de textielketen een plek. De introductie van Uitgebreide Producentenverantwoordelijkheid (EPR) voor kleding & textiel helpt om de prikkels in de textielketen in duurzame richting bij te stellen, om te prikkelen tot innovatie. Daarnaast biedt chemische recycling van kunststoffen (waaronder synthetische textielsoorten) goede kansen, ook voor het terugdringen van CO2-emissies. Bij de besteding van de middelen uit de klimaatenveloppe voor 2019 heeft het kabinet voor dit onderwerp daarom ook middelen vrij gemaakt. Daarnaast is mijn ministerie in gesprek met diverse marktpartijen om te verkennen wat er aanvullend nodig is om de inzameling, sortering en recycling van textiel naar een hoger plan te tillen. De Roadmap Circulair Textiel die door de sector is opgesteld geeft daar richting aan. De resultaten van het European Clothing Action Plan (ECAP) waaraan Rijkswaterstaat als partner meewerkt, leveren inzicht in de mogelijkheden en uitdagingen hiervoor. De resultaten van ECAP komen begin 2019 beschikbaar.

Vraag 5

Deelt u de mening dat ook moet worden gewerkt aan de bron van het probleem, namelijk de grootschalige productie van laagwaardige kleding van slechte kwaliteit? Zo ja, hoe wilt u dit aanpakken?

Antwoord 5

Ja, deze mening deel ik. In het IMVO Convenant Duurzame Kleding en Textiel wordt van deelnemende bedrijven verwacht dat zij hun productieketen verduurzamen. Het gebruik van water, energie en chemicaliën maakt hier nadrukkelijk onderdeel van uit, evenals de keuze voor duurzamere (bijv. gerecyclede) materialen.

Daarnaast is mijn ministerie dit jaar gestart met gesprekken met de brancheverenigingen om het vraagstuk van laagwaardige kleding aan te kaarten.


Vraag 6

Bent u bereid met het Leger des Heils ReShare, de grootste textielinzamelaar van Nederland, in overleg te gaan over de moeizame recycling van textiel en misleidende kledinglabels?

Antwoord 6

Ja, ik ben hiertoe bereid.

Vraag 7

Bent u bereid om bovenstaande problemen bij textielrecycling te bespreken met het Transitieteam Consumptiegoederen en met een aanpak te komen om textielrecycling op te schalen en te verbeteren? Bent u bereid om tot een doelstelling te komen voor een minimumpercentage gerecyclede textiel in nieuwe producten?

Antwoord 7

Ik zal met het Transitieteam Consumptiegoederen, met de betreffende sectoren en met de Europese Commissie verkennen of een minimumpercentage gerecycled textiel het beste instrument is om tot meer toepassing van textielrecyclaat te komen. In die verkenning neem ik mee dat ook de Rijksoverheid met haar inkoopbeleid kan bevorderen dat meer recyclaat wordt toegepast in overheidskleding, zoals die van de geüniformeerde diensten.

Vraag 8

Bent u bereid om in overleg te gaan met kledingbedrijven over het probleem van misleidende kledinglabels en het probleem van de productie van laagwaardige kleding van slechte kwaliteit?

Antwoord 8

Ja, ik ben hiertoe bereid, maar wil hier wel de uitkomsten van het onderzoek zoals genoemd onder 3 bij betrekken.

Vraag 9

Kent u het bericht ‘Waarschuwingslabel plastic kleding hard nodig’ [2]

Antwoord 9

Ja, ik ken dit bericht.

Vraag 10

Deelt u de zorg over microvezels in synthetische kleding, die één van de belangrijkste bronnen van de plasticsoep zijn?

Antwoord 10

Ik deel de zorg over microvezels en de plastic soep. Om meer duidelijkheid te krijgen over het aandeel van microvezels uit synthetische kleding heb ik het RIVM gevraagd te komen met een discussienotitie, waarin zij alle feiten over dit onderwerp op een rij zet. Deze notitie wordt naar verwachting nog dit jaar opgeleverd.


Vraag 11

Wat vindt u van het voorstel om synthetische kleding verplicht te voorzien van een waarschuwing in het label, waarin wordt aanbevolen om de kleding met de hand te wassen om vervuiling van het water tegen te gaan, net als in Californië? Bent u bereid om in Europees verband te pleiten voor een verplicht waarschuwingslabel?

Antwoord 11

Zoals in het vorige antwoord aangegeven komt het RIVM binnenkort met een discussienotitie waarin de aard en omvang van dit probleem uiteengezet worden. Als uit de verkenning van het RIVM blijkt dat synthetische kleding inderdaad een substantiële bijdrage levert aan de plastic soep problematiek, dan ben ik bereid de verschillende oplossingsrichtingen te verkennen. Te denken valt aan gedragsverandering waar handwassen er mogelijk een van is, maar ook aan technische oplossingen zoals filtersystemen in de wasmachine of preventie door het uitfaseren van bepaalde materialen bij productie. De verschillende mogelijkheden dienen op haalbaarheid en effectiviteit beoordeeld te worden.

Overigens is het wetsvoorstel in Californië ook niet aangenomen, mede wegens onvoldoende bewijs van effectiviteit.

Vraag 12

Kunt u deze vragen beantwoorden vóór de plenaire behandeling van de begroting van Infrastructuur en Waterstaat?

Antwoord 12

Ja.

Hoogachtend,

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT,

S. van Veldhoven - Van der Meer



[1] Nederlands Dagblad, 10 oktober 2018, ‘'100% katoen' is dat vaak niet’ ( https://www.nd.nl/nieuws/opinie/100-katoen-is-dat-vaak-niet.3150534.lynkx )

[2] Plastic Soup Foundation, 22 maart 2018, "Waarschuwingslabel plastic kleding hard nodig" ( https://www.plasticsoupfoundation.org/2018/03/waarschuwingslabel-plastic-kleding-hard-nodig/ )

Indiener(s)