Antwoord op vragen van het lid Van Dam over het bericht 'Seksofficier werkt nu bij advocatenkantoor'

Antwoorden van de minister van Justitie en Veiligheid op de vragen van het lid Van Dam (CDA) over het bericht 'Seksofficier werkt nu bij advocatenkantoor' (ingezonden 17 oktober 2018, nr. 2018Z18618)

Vraag 1

Kent u het artikel 'Seksofficier werkt nu bij advocatenkantoor'? 1) Kent u daarnaast het artikel 'Aderlating voor OM: aanklager zware criminaliteit vertrekt'?

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Klopt het dat de officier van justitie, die verdacht wordt van een zedenmisdrijf, nu werkzaam is bij binnen de advocatuur en werkt bij een kantoor dat gespecialiseerd is in fraudezaken? Klopt het dat hij bij het openbaar ministerie (OM) werkzaam is geweest in de top van het Functioneel Parket en in die hoedanigheid nauw betrokken is geweest bij een groot aantal (al dan niet in hoger beroep) lopende fraudezaken?

Antwoord op vraag 2

Uit het genoemde krantenartikel maak ik op dat de desbetreffende voormalige officier van justitie momenteel als juridisch adviseur werkzaam is bij een advocatenkantoor. Op diens website geeft dit kantoor aan zich te richten op onder meer fiscale en white collar strafzaken, waaronder met name corruptie en omkoping. Het klopt dat de desbetreffende voormalig officier als plaatsvervangend hoofdofficier van het Functioneel Parket betrokken is geweest bij een groot aantal fraudezaken.

Vraag 3

Kunt u aangeven of u het wenselijk vindt dat een officier van justitie met deze OM-achtergrond ‘zo maar’ kan overstappen naar een advocatenkantoor waar hetzelfde type zaken gedaan worden?

Antwoord op vraag 3

Voor dergelijke overstappen naar een samenhangende werkkring geldt dat de grootste zorg moet worden besteed aan het voorkomen dat privacygevoelige informatie en andere gevoelige overheidsinformatie in handen van derden komt. De eed, die door officieren van justitie wordt afgelegd op grond van de Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren, verplicht tot geheimhouding van de gegevens waarover officieren van justitie bij de uitoefening van hun ambt de beschikking krijgen en waarvan zij het vertrouwelijke karakter kennen of redelijkerwijs moeten vermoeden. Deze geheimhoudingsplicht geldt altijd, dus ook na het vertrek bij het OM. Schending van die geheimhoudingsplicht is strafbaar gesteld in artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht.

Vraag 4

Klopt het dat de officier van justitie, die werkzaam was bij het Limburgse parket, daar werkzaam was in de hoedanigheid van ZwaCri- dan wel TCI-officier van justitie? Klopt het dat hij in die hoedanigheid veel kennis had van vertrouwelijke informatie in concrete, zware strafzaken? Klopt het dat deze officier van justitie is overgestapt naar een Limburgs advocatenkantoor (gevestigd nabij het parket in Maastricht) dat gespecialiseerd is het strafrecht?

Antwoord op vraag 4

Dit klopt. De desbetreffende voormalig officier van justitie is eerst werkzaam geweest als ZwaCri-officier en later als TCI-officier en beschikte uit dien hoofde over vertrouwelijke informatie. Daarna is hij in dienst getreden bij een advocatenkantoor in Limburg.

Vraag 5

Kunt u aangeven of u het wenselijk vindt dat een officier van justitie met deze OM-achtergrond ‘zo maar’ kan overstappen naar een advocatenkantoor binnen hetzelfde arrondissement waar hij zich gaat bezighouden met strafrecht?

Antwoord op vraag 5

In reactie op deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op de vragen 3 en 7.

Vraag 6

Kunt u aangeven of er wet- of regelgeving is, bijvoorbeeld een concurrentiebeding, die een dergelijke overstap in de weg staat? Hoelang geldt de geheimhoudingsplicht van (voormalig) officieren van justitie? Welke informatie is onderdeel van de geheimhoudingsplicht van officieren van justitie? Geldt voor alle soorten van informatie dezelfde termijn voor geheimhouding? Is er sprake van controle op het naleven van de geheimhoudingsplicht voor voormalig officieren van justitie? Hebben beide parketten (FP en Limburg) maatregelen moeten nemen om informatie dan wel bij strafzaken betrokken personen te beschermen?

Antwoord op vraag 6

Er geldt geen concurrentiebeding voor officieren van justitie. Officieren van justitie moeten zich terdege bewust zijn van hun geheimhoudingsplicht, ook indien zij van werkgever veranderen. Deze geheimhoudingsplicht is niet beperkt in tijd of tot bepaalde soorten informatie, maar betreft alle informatie waarvan het vertrouwelijk karakter wordt gekend of redelijkerwijs moet worden vermoed. Het schenden van de geheimhoudingsplicht levert op grond van artikel 272 van het Wetboek van strafrecht een strafbaar feit op. Voor het nemen van maatregelen om informatie dan wel bij strafzaken betrokken personen te beschermen is gelet hierop geen aanleiding.

Vraag 7

Ziet u aanleiding de wet- of regelgeving dan wel het personeelsbeleid ten aanzien van officieren van justitie dan wel andere medewerkers van het OM aan te passen?

Antwoord op vraag 7

Nee, ik zie daartoe geen aanleiding. Bovendien zou aanpassing van de regelgeving het voeren van een loopbaanbeleid negatief kunnen beïnvloeden en zou het leden en medewerkers van het OM beperken in hun mogelijkheden tot het kiezen van een andere werkkring.

1) Telegraaf van 05-10-18, https://www.telegraaf.nl/nieuws/2640198/seksofficier-werkt-nu-bij-advocatenkantoor

2) 1limburg van 19-07-18, https://www.1limburg.nl/aderlating-voor-om-aanklager-zware-criminaliteit-vertrekt

Indiener(s)