Antwoord op vragen van de leden Aukje de Vries en Omtzigt over het bericht ‘bij crisis helpt Italië banken’

Geachte voorzitter,

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de schriftelijke Kamervragen van de leden De Vries (VVD) en Omtzigt (CDA) aan de Minister van Financiën over het bericht ‘bij crisis helpt Italië banken’ (ingezonden 30 oktober 2018).

Hoogachtend,

de minister van Financiën,

W.B. Hoekstra

1. Bent u bekend met het bericht ‘Bij crisis helpt Italië banken’? [1]

Ja

2. Waar heeft de Italiaanse minister van Financiën deze uitspraak gedaan? Wat waren zijn precieze woorden?

Het artikel doelt op de uitspraken die de Italiaanse Minister van Financiën Tria heeft gedaan bij een evenement van de Italiaanse krant “il foglio” in Florence (Italië).[2]

De strekking van de boodschap van de minister was dat hij het niet raar vindt als overheden interveniëren bij banken die in de problemen komen omdat banken in de problemen effecten kunnen hebben op het bredere financiële systeem.

3. Betekent dit dat Italië de regels van de bankenunie terzijde schuift dan wel anders interpreteert of flexibel interpreteert?

Dit is nu niet aan de orde, aangezien er op dit moment geen sprake is van hulp aan de banken door de Italiaanse overheid.

Bovendien is er op voorhand geen sprake van het terzijde schuiven, anders interpreteren of flexibel interpreteren van de regels van de bankenunie door Italië. De regels voor de bankenunie zien toe op gemeenschappelijke regels voor toezicht en resolutie, alsmede op gemeenschappelijke regels over kapitaaleisen en depositogarantiestelsels. Ook binnen de regels van de bankenunie zijn er echter mogelijkheden om als overheid orde op zaken te stellen. Het is aan de Europese Commissie om te beoordelen of er bij eventuele maatregelen voor de bankensector sprake is van staatssteun en zo ja of het geoorloofde steun is. Tot slot is het aan de toezichthouders om de regels toe te passen zoals deze zijn afgesproken.

4. Wat betekent dit voor de bankenunie, zeker gezien het feit dat Italië al eerder flexibel is omgegaan met de regels van de bankenunie, bijvoorbeeld rond de redding van Monte dei Paschi en het bankenfonds Atalante?[3] [4]

In antwoord op eerdere vragen is uiteengezet wat de mogelijkheden zijn voor overheden om orde op zaken te stellen bij banken. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen enerzijds liquiditeitssteun en anderzijds kapitaalsteun, waarbij ook is beschreven wat de voorwaarden hiervoor zijn en hoe deze moeten worden toegepast.[5] In het geval van Banca Monte dei Paschi di Siena ging het om kapitaalsteun in de vorm van een zogeheten preventieve herkapitalisatie. Daarvoor heeft de Europese Commissie op grond van de staatssteunregels goedkeuring gegeven alsook getoetst of voldaan is aan de voorwaarden voor preventieve herkapitalisatie. [6] Daarnaast zijn er ook operaties waarbij geen sprake is van formele staatssteun. [7]

De regels voor de bankenunie, zoals genoemd in antwoord op vraag 3, blijven onverminderd van kracht. Hetzelfde geldt voor de regels die gelden rondom staatssteun. Zo wordt in gevallen waar overheden kapitaal verschaffen, vereist dat de houders van aandelen en achtergestelde schuld eerst zelf bijdragen, bijvoorbeeld door het opvangen van verliezen. Dit wordt ook wel de “minimale bail-in tot en met junior crediteuren” genoemd. [8]

5. Wat betekent deze uitspraak voor de voornemens en de onderhandelingen over de toekomst van de bankenunie en de Europese Monetaire Unie (EMU)?

In de onderhandelingen over de toekomst van de bankenunie en de EMU verschillen de lidstaten van mening over specifieke onderwerpen. De voornoemde uitspraken veranderen echter niks aan de Nederlandse inzet op het gebied van de bankenunie en de EMU. [9]

6. Bent u het ermee eens dat dit betekent dat er niet gekozen kan worden voor een verdere vorm van risicodeling, zeker nu Italië al speelt met het idee om de regels op meerdere terreinen los te laten?

De motie van de leden Omtzigt en De Vries [10] spreekt uit dat er geen sprake kan zijn van verdere risicodeling in de bankenunie zonder strenge eisen aan verdere risicoreductie. Net als uw Kamer vind ik het belangrijk dat stappen worden gezet die leiden tot verdere risicoreductie vóór verdere risicodeling plaatsvindt. Dit staat los van een interpretatie van uitspraken van politici waarmee Nederland in de Raad onderhandelt.

7. Bent u voornemens bij de volgende Ecofin- en eurogroepvergadering Italië voor te houden dat de regels van de bankenunie en van de Richtlijn herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen (BRRD) geen menukaart zijn, maar onverkort gehandhaafd dienen te worden?

Het spreekt wat mij betreft voor zich dat de Italiaanse regering aangesproken wordt op de regels van het Stabiliteits- en Groeipact en ook die van de bankenunie. Daar deins ik niet voor terug, getuige ook de laatste Eurogroep-vergadering in oktober waar ik de Italiaanse minister zowel plenair als bilateraal op zijn begroting heb aangesproken. De regels van de bankenunie bieden een aantal opties voor overheden met daarbij strenge voorwaarden. Het is aan de toezichthouder, de resolutieautoriteit en de Europese Commissie om de regels toe te passen zoals deze zijn afgesproken (zie ook antwoord vraag 3).

8. Gaat u verder met de voorbereidingen van risicodeling indien Italië op de huidige koers blijft?

De inzet van Nederland, waarbij verdere risicoreductie als voorwaarde wordt gesteld voor verdere risicodeling, is niet afhankelijk van de politieke koers van Italië.

9. Kunt u deze vragen voor het algemeen overleg Eurogroep/Ecofinraad van 1 november 2018 beantwoorden?

Nee.



[1] Telegraaf, 29 oktober 2018

[2] https://www.ilsole24ore.com/art/notizie/2018-10-27/tria-se-crisi-banche-si-intervento-stato-ma-non-dico-come-185224.shtml?uuid=AE8ME2WG

[3] Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2016-2017, nr. 926

[4] Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2015-2016, nr. 3097

[5] Aanhangsel van de Handelingen II, 2015-16, nr. 3097

[6] Kamerstukken II, 2016-17, 21501-07, nr. 1444

[7] Kamerstukken II, 21501-07, 2015-16, nr. 1375

[8] Kamerstukken II, 2017-18, 21501-07, nr. 1509

[9] Kamerstukken II, 2017-18, 21501-07, nr. 1472

[10] Kamerstukken II, 2017-18, 21 501-20, nr. 1314

Indiener(s)