Antwoord op vragen van het lid Van Kooten-Arissen over het voorstel van de Europese Commissie om de uitbreiding van de vissersvloten in overzeese territoria te subsidiëren

Geachte Voorzitter,

Hierbij stuur ik u de antwoorden op de Kamervragen van het lid Van Kooten-Arissen (PvdD) over het voorstel van de Europese Commissie om de uitbreiding van de vissersvloten in overzeese territoria te subsidiëren (ingezonden 24 september 2018, kenmerk 2018Z16627.

1

Bent u bekend met het voorstel van de Europese Commissie om de uitbreiding van vissersvloten in overzeese territoria te subsidiëren? Kunt u aangeven hoe u tegenover dit voorstel staat?

Antwoord

Ja. De Commissie heeft van 2 augustus tot 27 september 2018 een publieke consultatie gehouden over de wenselijkheid om met het oog op visserij in de ultraperifere gebieden de richtsnoeren voor het onderzoek van staatssteun in de visserij- en aquacultuursector te amenderen. Het betreft hier een voornemen tot wijziging.

Vlootvernieuwing kan slechts gesteund worden in specifieke gevallen en onder stringente voorwaarden. In de ultraperifere gebieden is vis een belangrijke voedselbron. Wanneer de lokale vloot door modernisering beter toegerust wordt om die vis op een veiligere manier, met minder kwaliteitsverlies, minder dierenleed en/of minder biodiversiteitsverlies te vangen zou staatssteun voor die modernisering – zonder vergroting van de vangstcapaciteit – acceptabel kunnen zijn.

2

Acht u het gezien de huidige wereldwijde overbevissing (eenderde van alle visbestanden wordt overbevist) wenselijk dat de vangstcapaciteit verder vergroot zou worden? Zo ja, waarom?

Antwoord

Dat acht ik niet wenselijk.

3

Deelt u de mening dat het voornemen om de vangstcapaciteit te vergroten niet te rijmen valt met het streven van de Europese Unie om in 2020 een einde te hebben gemaakt aan overbevissing? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

De Europese Commissie heeft geen concreet voornemen geuit om de vangstcapaciteit te vergroten. Dit voorstel heeft daarom ook geen directe relatie met het voornemen van de Europese Unie in het kader van overbevissing.

4

Deelt u de mening dat door het subsidiëren van de visserij de bevolking meebetaalt aan het veroorzaken van dierenleed en het versnellen van het biodiversiteitsverlies? Acht u dat wenselijk? Zo nee, waarom niet? Zo ja, waarom?

Antwoord

Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 1.

5

In het licht van het feit dat zowel de Europese Unie als het Koninkrijk der Nederlanden zich hebben gecommitteerd aan de Sustainable Development Goals (SDG’s), hoe valt dit plan volgens u te rijmen met Sustainable Development Goal (SDG) 14, waarin staat dat: “By 2020, prohibit certain forms of fisheries subsidies which contribute to overcapacity and overfishing, eliminate subsidies that contribute to illegal, unreported and unregulated fishing and refrain from introducing new such subsidies, recognizing that appropriate and effective special and differential treatment for developing and least developed countries should be an integral part of the World Trade Organization fisheries subsidies negotiation”?

Antwoord

Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 3.

6

Deelt u de mening dat het subsidiëren van meer vangstcapaciteit per definitie bijdraagt aan de totstandkoming van overcapaciteit en daarom volgens SDG 14 verboden moet worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Vlootvernieuwing zal gekoppeld moeten worden aan voorschriften die de bestaande vangstcapaciteit in stand houden of reduceren. In dat geval is er geen reden om het subsidiëren van vlootvernieuwing op voorhand te verbieden.

7

In hoeverre voldoet Nederland al aan het in vraag 5 geciteerde SDG-doel?

Antwoord

Het Nederlandse uitgangspunt bij het verlenen van visserijsubsidie is dat de subsidieverlening niet mag bijdragen aan overbevissing of een toename van de totale vangstcapaciteit van de vloot tot gevolg mag hebben. Subsidies die bijdragen aan illegale, ongemelde en ongereglementeerde visserij acht ik destructief. Het verstrekken van dergelijke subsidies is evident niet aan de orde.

8

Kunt u aangeven welke subsidies Nederland kent die bijdragen aan overbevissing of het creëren van meer vangstcapaciteit?

Antwoord

Er zijn mij geen Nederlandse subsidies bekent die bijdragen aan overbevissing of het creëren van meer vangstcapaciteit.

9

Bent u voornemens, mochten dergelijke subsidies bestaan, deze te beëindigen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 8.

10

Bent u van plan zich in stevige bewoording uit te spreken tegen dit voorstel van de Europese Commissie? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

De Europese Commissie heeft de zelfstandig bevoegdheid om richtsnoeren inzake staatssteun vast te stellen, er is daarbij geen sprake van codecisie. Wel houdt de Commissie openbare raadplegingen en raadpleegt zij de lidstaten in de vergaderingen van het Adviescomité inzake Staatssteun. Dit voorstel tot wijziging is besproken in Adviescomité inzake Staatssteun van 20 september 2018. In dit comité zijn kritische vragen gesteld door Nederland over de milieu-impact van dit voorstel en de verhouding ervan met de Europese subsidiespelregels.

Carola Schouten

Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

Indiener(s)