Antwoord op vragen van de leden De Roon en De Graaf over berechting Nederlandse terreurverdachten in Suriname

Hierbij bied ik, mede namens de minister van Justitie en Veiligheid, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden De Roon en De Graaf over de berechting van Nederlandse terreurverdachten in Suriname. Deze vragen werden ingezonden op 13 september 2018 met kenmerk 2018Z15977.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Stef Blok


Vragen van de leden De Roon en De Graaf (beiden PVV) aan de ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid over berechting Nederlandse terreurverdachten in Suriname

Vraag 1

Bent u er van op de hoogte dat twee Surinaamse Nederlanders in Paramaribo worden vervolgd wegens voorbereiding van een terreuraanslag op de Amerikaanse ambassadeur?[1]

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Wordt dit proces nauwkeurig gevolgd door de Nederlandse ambassade en de Nederlandse politie? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wilt u na iedere rechtszitting een zakelijk verslag naar de Kamer sturen?


Antwoord

De Nederlandse ambassade in Paramaribo heeft de rechtsgang nauwkeurig gevolgd. Ook de komende tijd zal de ambassade dat doen. Sinds 14 juni heeft, als gevolg van een op dat moment verhoogde dreiging, één zitting achter gesloten deur plaatsgevonden. Hierdoor konden ambassademedewerkers, pers en familieleden van de verdachten deze zitting niet bijwonen. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken en het Ministerie van Justitie en Veiligheid kunnen aan uw Kamer geen rapportages over individuele buitenlandse rechtszaken doen toekomen.

Vraag 3
Wordt onderzoek gedaan naar de Nederlandse wortels van het aanslagplan? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Over individuele zaken die in het buitenland onder de rechter zijn, kan ik geen uitspraken doen.



Indiener(s)

Stef  Blok