Antwoord op vragen van het lid Helder over het bericht 'Politiebureau verdwijnt uit het straatbeeld: bijna 200 bureaus gesloten'

Vragen van het lid Helder (PVV) aan de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht 'Politiebureau verdwijnt uit het straatbeeld: bijna 200 bureaus gesloten' (ingezonden 31 augustus 2018, 2018Z15041).

Vraag 1

Kent u het bericht 'Politiebureau verdwijnt uit het straatbeeld: bijna 200 bureaus gesloten'? [1]

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat de politie een cruciale rol speelt in de veiligheid van de maatschappij en het veiligheidsgevoel van alle burgers? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 2

Het bevorderen van de veiligheid is een kerntaak van de politie. De dienstverlening is daarbij zeer bepalend voor het vertrouwen van de samenleving in de politie en het door de burger ervaren gevoel van zichtbaarheid en nabijheid. Zoals uw Kamer eerder is geïnformeerd, wordt hier met prioriteit aan gewerkt. [2]

Vraag 3

Deelt u de mening dat de politie goed bereikbaar moet zijn voor alle burgers, ook voor hen die, om welke reden dan ook, niet digitaalvaardig zijn? Zo ja, waarom worden dan politiebureaus gesloten en dan ook nog in de omvang 191 van de 477 politiebureaus?

Vraag 4

Deelt u de mening dat politieposten niet hetzelfde zijn als politiebureaus die veel langer en vaker voor de burgers open zijn en dus ook geen vervanging kunnen zijn voor de gesloten politiebureaus?

Antwoord op de vragen 3 en 4

De politie staat midden in de snel veranderende samenleving. Om aansluiting te houden bij de samenleving is het noodzakelijk dat de politie meegaat met de ontwikkelingen in de maatschappij. Dit noopt tot aanpassingen binnen de politieorganisatie. Voor de gebiedsgebonden politiezorg (GGP) is hiervoor de ontwikkelagenda GGP opgesteld. Het verder invulling geven aan moderne nabijheid in de wijk met aandacht voor de lokale context, maakt hier onderdeel van uit.[3] De bereikbaarheid en toegankelijkheid van de politie zijn daarbij cruciaal.

De beweging om meer aanwezig te zijn in de wijken en minder op bureaus gaat niet ten koste van de kwaliteit van dienstverlening. De politie zal meer op straat aanwezig zijn en via andere, modernere wegen dan traditionele politiebureaus bereikbaar zijn voor de burger, zoals steunpunten in gemeentekantoren en pop-up politiebureaus. Het burgercontact van de politie is altijd gericht op het zo snel en laagdrempelig mogelijk kunnen doen van een melding of aangifte, bijvoorbeeld tijdens een wijkagentspreekuur of eventueel bij de burger thuis. [4] De politie houdt daarbij rekening met minder zelfredzame doelgroepen.

In de periode 2014-2018 zijn 210 locaties gesloten, maar zijn daarnaast 103 nieuwe locaties geopend. Bij deze huisvestingsverschuivingen is rekening gehouden met de bereikbaarheid van de politie en is gezorgd voor kwalitatief goede voorzieningen voor de agenten op straat.

Vraag 5

Waarom luistert u ook op dit punt niet naar de agenten die beter weten wat zij zelf vinden en wat de burgers nodig hebben om aangifte te kunnen doen, omdat de misdaad zich ook niet aan openingstijden van politieposten houdt?

Vraag 6

Deelt u de mening dat het sluiten van de politiebureaus niets meer of minder is dan een ordinaire bezuinigingsmaatregel die 76 miljoen euro moet opleveren?

Antwoord op de vragen 5 en 6

Voor een effectieve en efficiënte politie is modernisering noodzakelijk. Alleen op die manier kan de criminaliteit adequaat worden bestreden. De politie werkt vanuit een nieuwe visie op burgercontact, waarbij laagdrempelig contact en bekendheid met politie wordt beoogd. [5] De inzet om meer aanwezig te zijn in de wijken en minder op bureaus gaat dan ook niet ten koste van de kwaliteit van dienstverlening. In afstemming met het lokale gezag wordt hierbij gezocht naar een zo goed mogelijk gebruik van locaties. [6]



[2] K amerstukken II 2016/17, 29628 nr. 717, bijlage 812149.

[3] Kamerstukken II 2017/18, 29 628 nr. 799, bijlage 848496.

[4] Kamerstukken II 2017/18, 29 628 nr. 799, bijlage 848496.

[5] Idem.

[6] Aanhangsel Handelingen II 2014/15, nr. 1838.

Indiener(s)