Hierbij bied ik de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door
de leden Kuik, Omzigt en Voordewind over de berichtgeving dat hulpgelden
niet terechtkomen bij yezidi’s en christenen. Deze vragen werden ingezonden
op 6 juli 2018 met kenmerk 2018Z13732.
De Minister voor Buitenlandse Handel
en Ontwikkelingssamenwerking,
Sigrid A.M. Kaag [Ondertekenaar 2]
[Ondertekenaar 3]
[Ondertekenaar 4]
Antwoorden van de minister voor Buitenlandse Handel en
Ontwikkelingssamenwerking op vragen van de leden Kuik (CDA), Omtzigt (CDA)
en Voordewind (ChristenUnie) over de berichtgeving dat hulpgelden niet
terechtkomen bij yezidi’s en christenen.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht “EU aid not reaching Yazidi in northern Iraq,
says NGO”? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met het feit dat gelden van de Europese Unie (EU) niet
aankomen op plaats van bestemming in Noord-Irak?
Antwoord
Ik herken dat beeld niet. Wel is het een feit dat de veiligheidssituatie in
bepaalde delen van Noord-Irak nog steeds erg fragiel is. Het herstel van
basisvoorzieningen en lokale infrastructuur in deze gebieden wordt hierdoor
ernstig bemoeilijkt. Zowel Nederland als de EU spannen zich in om de
toegang tot hulp in deze gebieden te verbeteren.
Vraag 3
Kunt u specificeren waar de 350 miljoen euro, welke gereserveerd is door de
EU om Yezidi’s te helpen, voor bedoeld is?
Antwoord
Via het Directoraat-Generaal European Civil Protection and Humanitarian Aid
Operations (ECHO) heeft de Europese Unie in de periode 2015 t/m 2017 bijna
EUR 350 miljoen bijgedragen aan de humanitaire respons in Irak. De
volledige humanitaire inzet van ECHO wordt gealloceerd op basis van het
humanitair imperatief en de humanitaire principes, zoals vastgelegd in het
beleidskader European Consensus on Humanitarian Aid van 2007. Zodoende kan
niemand geselecteerd of uitgesloten worden op basis van bijvoorbeeld
etniciteit, religie, leeftijd of gender. Hier hoort ook bij dat de
bestemming van EU noodhulpgeld niet wordt bepaald door politieke
overwegingen maar gebaseerd is op de ernst van humanitaire noden.
De betreffende EUR 350 miljoen is derhalve niet specifiek gereserveerd voor
Yezidi’s. Wel betreft het een ernstig gemarginaliseerde bevolkingsgroep,
waardoor valt te verwachten dat een deel van het humanitaire budget van de
EU ook Yezidi’s ten goede is gekomen, op basis van de humanitaire noden.
Vraag 4
Hoeveel heeft Nederland bijgedragen aan deze 350 miljoen euro?
Antwoord
Bijdragen die onderdeel uitmaken van de EU humanitaire hulpinspanningen,
worden gefinancierd vanuit de EU-begroting. Deze financiering valt binnen
het huidige Meerjarig Financieel Kader (2014-2020). Op basis van de
BNI-verdeelsleutel is het Nederlandse aandeel in deze bijdrage circa 4,7%.
Vraag 5
Op welke wijze kan het Nederlandse parlement deze EU-uitgaven beter
controleren?
Antwoord
Het kabinet hecht aan transparantie, verantwoording en controle op de
gehele EU-begroting. Het kabinet heeft in dat kader ook begrip voor de wens
van het parlement om meer inzicht te krijgen in de inzet en bestedingen van
de Europese Commissie in derde landen. In reactie op de motie Becker/Bouali
(Kamerstuk 21501-04, nr. 209) zal het kabinet daarom een jaarlijkse brief
opstellen over de toepassing van het externe financieringsinstrumentarium
van de EU. Deze brief zal uw Kamer na het zomerreces toekomen. In deze
brief zal ik namens het kabinet ook ingaan op de EU-inzet op het gebied van
humanitaire hulp.
Vraag 6
Hoe kan de situatie worden verbeterd, waarbij het geld uiteindelijk niet op
de juiste plek terecht komt vanwege corrupte autoriteiten? Welke rol kan
Nederland daarin spelen?
Antwoord
Nederland werkt, net als de EU, in Irak alleen via partners die beschikken
over een Framework Partnership Agreement met de Europese Commissie (DG
ECHO) en/of een door het Ministerie van Buitenlandse Zaken goedgekeurde
Checklist Organizational Capacity Analysis (COCA). Met deze instrumenten
wordt vastgesteld of uitvoerende organisaties voldoen aan
kwaliteitscriteria ten aanzien van doelmatige en rechtmatige besteding en
verantwoording van subsidies. In aanvulling daarop worden voor alle
programma’s risicoanalyses uitgevoerd, waarbij de verschillende soorten
risico’s (programmatisch, context-gerelateerd) in kaart worden gebracht. In
de uitvoering van programma’s wordt actief op deze risico’s gemonitord en
worden mitigerende maatregelen genomen wanneer daartoe aanleiding is. Op
deze wijze tracht Nederland het risico dat geld op verkeerde bestemmingen
belandt, te minimaliseren. Daarnaast laat DG ECHO jaarlijks humanitaire
activiteiten gefinancierd door de Europese Commissie in een aantal
humanitaire crises of met betrekking tot specifieke thematische
prioriteiten evalueren door onafhankelijke experts.
Vraag 7
Kunt u de berichten bevestigen dat naast de Yezidi’s ook Christenen
moeilijk bereikt worden met hulpmiddelen? Kunt u aangeven in hoeverre hulp
Christenen weet te bereiken?
Antwoord
Het kabinet heeft geen aanwijzingen dat Christenen niet goed bereikt kunnen
worden met hulp. De Funding Facility for Stabilisation (FFS) van de VN
voert veel stabilisatiewerkzaamheden uit in gebieden en plaatsen waar veel
Christenen wonen, zoals op de Ninewa-vlakte. Tijdens mijn bezoek aan het
overwegend Christelijke dorp Karamless in Noord-Irak ben ik daarvan getuige
geweest. In die gebieden zijn ook veel Christelijke hulporganisaties
actief, zoals onze partners in de Dutch Relief Alliance (DRA, het
consortium van Nederlandse humanitaire Ngo’s).
Vraag 8
Kunt u aangeven welke hulp Nederland heeft verschaft aan de slachtoffers
van ISIS in de afgelopen vijf jaar? Kunt u heel precies aangeven waar deze
hulp terecht gekomen is?
Antwoord
Sinds de opmars van ISIS in Irak heeft Nederland op verschillende manieren
de slachtoffers van ISIS ondersteund. Naast de Nederlandse deelname aan de
anti-ISIS coalitie, die samen met de Iraakse strijdkrachten, inclusief de
Peshmerga, ervoor heeft gezorgd dat ISIS geen grondgebied meer in handen
heeft in Irak, heeft Nederland humanitaire hulp en steun voor stabilisatie
en wederopbouw gegeven.
Nederland heeft in de jaren 2014 – 2018 EUR 83,1 miljoen bijgedragen aan de
humanitaire respons in Irak. Dit geld is besteed via de DRA en via het VN
Iraq Humanitarian Pooled Fund (IHF), ter implementatie van het Irak
Humanitarian Response Plan (HRP). Met een bijdrage van ruim EUR 40 miljoen
aan het IHF was Nederland de op drie-na-grootste donor. Humanitaire hulp
wordt aan de meest kwetsbaren gegeven op basis van een assessment van de
grootste noden. Op basis hiervan is de meeste humanitaire hulp aan Irak
terecht gekomen in de provincies Ninewa, Anbar, Salah al-Din, Erbil, Dohuk
en Kirkuk.
Daarnaast heeft Nederland substantieel bijgedragen aan de stabilisatie en
wederopbouw van door ISIS verwoeste gebieden. Via de Funding Facility for
Stabilisation heeft Nederland sinds 2015 met EUR 57 miljoen (inclusief de
recent aangekondigd bijdrage van EUR 20 miljoen) bijgedragen aan herstel
van essentiële infrastructuur in op ISIS bevrijde gebieden. De FFS werkt in
alle op ISIS heroverde gebieden, inclusief de provincies Ninewa, Anbar,
Salah al-Din en Kirkuk. Nederland draagt ook bij aan psychosociale
ondersteuning van Yezidi vrouwen en kinderen en andere kwetsbare groepen in
Noord-Irak via Norwegian People’s Aid.
Via een recente bijdrage van EUR 5 miljoen voor UNICEF steunt Nederland de
komende 2 jaar toegang tot onderwijs en psychologische ondersteuning voor
kinderen in kwetsbare posities, in provincies die het hardst getroffen zijn
door het conflict (Anbar, Ninewa, Kirkuk en Dohuk). Via de Internationale
Organisatie voor Migratie (IOM) draagt Nederland bij aan het versterken van
sociale cohesie in Irak en het creëren van werkgelegenheid voor Iraakse
jongeren. Hierbij is speciale aandacht voor teruggekeerde ontheemden en
voor preventie van verdere ontheemding.
Voor een gedetailleerd overzicht van de Nederlandse activiteiten in Irak
verwijs ik u graag naar het overzicht dat is meegestuurd met beantwoording
van kamervragen op 23 januari jl. (Kamerstuk 2017Z18653).
Vraag 9
Bent u van mening dat de slachtoffers van ISIS (Moslims, Yezidi’s,
Christenen, enzovoorts) voldoende worden ondersteund?
Antwoord
Alle bevolkingsgroepen hebben geleden onder het bewind van ISIS. We hebben
allemaal de schrijnende verhalen gehoord en hebben de beelden van de
verwoesting voor ogen. Ook bij mijn recente bezoek aan Irak heb ik deze
verhalen gehoord en de enorme uitdagingen voor de slachtoffers van ISIS
gezien. Daarom is en blijft Nederland een belangrijke partner van Irak in
het bieden van hulp voor mensen die het meest hebben geleden onder ISIS.
Zoals ik tijdens mijn reis heb aangekondigd, zal Nederland EUR 20 miljoen
extra bijdragen aan het FFS programma van UNDP en trekt Nederland EUR 10
miljoen uit voor humanitaire hulp aan Irak in 2018. Daarnaast wordt de
psychosociale hulp uitgebreid voor slachtoffers van ISIS, ontheemden en
vluchtelingen (o.m. via UNICEF). De steun voor onderwijs voor kinderen van
(teruggekeerde) ontheemden wordt voortgezet, o.a. via UNICEF. Via IOM
krijgen ontheemden steun voor herintegratie en om in hun eigen inkomen te
voorzien, bijvoorbeeld via vakopleidingen.
Vraag 10
Bent u van mening dat deze situatie vraagt om specifiek beleid op
minderheden als Christenen en Yezidi’s in Irak?
Antwoord
In lijn met motie 27925/623 van de leden Voordewind en Van Helvert zet
Nederland zich in voor de bescherming van minderheden in Irak, waaronder
Christenen en Yezidi’s.
Nederland biedt humanitaire hulp aan de meest hulpbehoevenden. Volgens het
VN Office for the Coordination of Humanitarian Affairs (OCHA), de
coördinerende VN-instelling voor humanitaire hulp, zijn de noden het hoogst
in Ninewa in Noord-Irak. De focus van humanitaire activiteiten in Irak lag
zodoende in deze regio in de eerste helft van 2018, waar de hulp ook
genoemde minderheden ten goede moet komen mits zij behoren tot de meest
hulpbehoevenden. De afweging wie hiertoe behoort wordt gemaakt door
professionele organisaties die op basis van onafhankelijk en onpartijdig
onderzoek de meest hulpbehoevenden identificeren. Deze afweging geschiedt
op basis van noden, en niet op basis van etniciteit of religie.
Ook in de projecten die zijn beschreven in het antwoord op vraag negen
heeft Nederland speciale aandacht voor kwetsbare groepen. Deze hulp komt
onder andere ten goede aan Christenen en Yezidi’s.
Vraag 11
In hoeverre zou de organisatie Caritas een partner kunnen zijn voor
Nederland in de wederopbouw van Noord-Irak, aangezien zij wel hulp zouden
weten te realiseren?
Antwoord
In principe kan iedere private (non-profit) organisatie een
subsidieaanvraag indienen voor het genoemde doel. In de beoordeling van de
aanvraag, die van voldoende kwaliteit moet zijn, wordt een afweging gemaakt
op grond van onder andere de (beleids)relevantie van de voorgestelde
interventie, de technische kwaliteit van het voorstel en de
uitvoeringscapaciteit van de aanvrager.
Vraag 12
Heeft u onlangs, tijdens uw werkbezoek aan Irak, soortgelijke geluiden over
de afwezigheid van hulp vernomen?
Antwoord
De verwoesting in Irak is groot en er zijn grote uitdagingen om iedereen te
kunnen ondersteunen, maar tijdens mijn bezoek heb ik geen soortgelijke
geluiden over de afwezigheid van hulp gehoord.
Vraag 13
Bent u op de hoogte van de situatie in de Noord-Iraakse stad Sinjar? Welke
noden zijn volgens u daar het meest nodig? Zijn er ook andere
hulpprogramma’s actief dan die van de EU?
Antwoord
Sinjar is ook voor Nederlandse vertegenwoordigers moeilijk te bereiken.
Nederland beschikt daarom niet over een eigenstandige informatiepositie om
de situatie ter plaatse te beoordelen. Diverse hulporganisaties, zoals
UNDP, rapporteren dat de situatie ter plaatse nog altijd slecht is. Er
vindt weinig terugkeer van ontheemden plaats naar Sinjar. De oorlogsschade
is groot. Verschillende groepen controleren het gebied en de toegangswegen
eromheen. De door hen ingerichte check points bemoeilijken soms de toegang
voor hulpverleners. De veiligheidssituatie is onvoorspelbaar.
Dit neemt niet weg dat diverse hulporganisaties werkzaamheden in het gebied
hebben opgepakt. Zo is het door zowel Nederland als de EU gefinancierde FFS
inmiddels begonnen met 35 stabilisatieprojecten. Denk bijvoorbeeld aan
herstel van scholen, mogelijk maken van medische zorg en herstel van de
watervoorziening. De steun van Nederland aan de Mines Advisory Group voor
het ontmijnen van bevrijde gebieden sluit hierop aan en maakt het voor
ontheemden veiliger om terug te keren naar huis. De inspanningen van deze
organisaties zijn onafhankelijk en neutraal en worden gekozen op basis van
waar de noden het hoogst zijn.
De stad Sinjar staat zeker op de agenda, maar zoals gezegd baseert
Nederland zich bij de toewijzing van humanitaire middelen op het
humanitaire imperatief en de humanitaire principes, en kiest er niet voor
om voorkeuren voor prioriteiten, groepen of gebieden aan deze organisaties
op te leggen.
Vraag 14
Kunt u daarbij specifiek aangeven wat de internationale gemeenschap op dit
moment doet om de 3200 al in 2014 uit Sinjar ontvoerde Yezidi vrouwen en
kinderen te bevrijden? 2)
Antwoord
In het meest recente rapport van UNAMI, de VN missie in Irak, wordt vermeld
dat iets minder dan de helft van de sinds 2014 door ISIS ontvoerde Yezidi’s
(mannen en vrouwen) zijn bevrijd of gevlucht. Er zijn 3100 Yezidi’s die
zich nog in ISIS gebied bevinden of worden vermist. Bij de bevrijding van
gebieden onder controle van ISIS heeft de internationale gemeenschap
verschillende pogingen ondernomen om daarbij de gevangen genomen vrouwen en
kinderen vrij te krijgen, met wisselend succes. Nederland en de
internationale gemeenschap blijven aandacht vragen voor de situatie van de
Yezidi’s, o.a. bij de VN en de Iraakse autoriteiten.
Vraag 15
Welke rol spelen de Yezidi’s volgens u in de wederopbouw van (Noord-)Irak?
Welke rol wordt hen door de Iraakse autoriteiten toebedeeld?
Antwoord
Alle Iraakse bevolkingsgroepen zijn belangrijk voor de toekomst van het
land. Dat geldt ook voor de Yezidi’s. Veiligheid, een toekomstperspectief
en betrokkenheid bij het Iraaks bestuur zijn van vitaal belang. De
verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de Iraakse regering. Nederland en de
EU hebben Irak meerdere keren opgeroepen te komen tot een inclusief Irak
waarin alle bevolkingsgroepen een toekomst hebben, en zal de ontwikkelingen
op dat punt blijven volgen, ook in nauw overleg met Yezidi-organisaties.
Vraag 16
Zijn er Nederlandse niet-gouvernementele organisaties actief in Noord-Irak?
Zo ja, welke?
Antwoord
Er zijn verschillende Nederlandse organisaties actief in Noord-Irak,
waaronder de partners van de DRA (Dorcas, ICCO & Kerk in Actie/ACT
Alliance, Oxfam Novib, Tearfund, Terre des Hommes, World Vision en ZOA).
Ook SPARK is actief in Noord-Irak en internationale afdeling van de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG-I) zal er binnenkort met Europese
fondsen aan de slag gaan. Pax zet zich via lokale partners in voor het
versterken van de dialoog tussen maatschappelijke organisaties en lokale
autoriteiten in onder andere het noordwesten van Ninewa.
Vraag 17
Hoeveel middelen heeft Nederland momenteel gereserveerd voor hulp aan
Noord-Irak en specifiek voor de Yezidi’s?
Antwoord
Het is niet mogelijk hier een exact bedrag aan te verbinden. Dit hangt
samen met de wijze waarop Nederland humanitaire hulp versterkt, waarbij
hulporganisaties hun inzet bepalen op basis van waar de noden het hoogst
zijn.
De Nederlandse humanitaire bijdrage voor Irak loopt via twee kanalen: de
DRA en het door de VN beheerde Iraq Humanitarian Pooled Fund (IHF). Voor
beide bijdragen geschiedt programmering op basis van het Humanitarian
Response Plan.
Via de DRA wordt in 2018 EUR 3,78 miljoen aan het huidige Joint Response
programma in Irak bijgedragen. Met dit geld wordt humanitaire hulp aan
113.600 mensen in nood gefinancierd. De Nederlandse hulporganisaties
richten zich daarbij voornamelijk op activiteiten in het kader van mentale
gezondheid en psychosociale zorg, alsook WASH interventies en
cash-programma’s. De partners binnen de DRA zijn onder meer aanwezig in
Noord-Irak, waaronder in Ninewa en Kirkuk. De Nederlandse bijdrage aan het
IHF bedraagt EUR 7 miljoen in 2018; dit geld wordt door OCHA ingezet om
humanitaire respons te financieren daar waar dit het hardst nodig is.
Op het gebied van stabilisatie komen zowel het door Nederland gesteunde FFS
programma als ontmijningsactiviteiten van UNMAS ten goede aan de meest
kwetsbare groepen, waaronder Yezidi’s. Nederland steunt daarnaast Norwegian
People’s Aid voor het bieden van psychosociale hulp aan Yezidi’s en andere
kwetsbare groepen in Noord-Irak. Ook de bijdragen aan UNICEF en IOM,
genoemd onder het antwoord op vraag 9, komen mede ten goede aan Noord-Irak.
Vraag 18
Hoe, wat en waar gaat u de extra middelen beschikbaar stellen voor Irak,
zoals gesteld in het notaoverleg van 28 juni 2018?
Antwoord
Om het beleid van de nota ‘Investeren in Perspectief – Goed voor de Wereld,
Goed voor Nederland’ verder uit te werken, wordt op dit moment een
landenstrategie voor Irak opgesteld. In deze strategie wordt onder meer het
kader gegeven voor het uitgeven van de extra middelen voor Irak,
aangekondigd in het notaoverleg van 28 juni 2018. Nederland zal in de
samenwerking met Irak inzetten op vier werkvelden: veiligheid, migratie,
werk en inkomen en mensenrechten. Bescherming van kwetsbare groepen en
perspectief voor vrouwen en jongeren is daar expliciet onderdeel van.
Vraag 19
Kunt u een overzicht geven van met EU-gelden gerealiseerde projecten in
Noord-Irak gedurende de afgelopen vijf jaar?
Antwoord
De Europese Commissie rapporteert over de inzet in Irak maar maakt daarbij
veelal geen regionaal onderscheid. Het is daarom niet precies aan te geven
welke projecten in Noord-Irak zijn uitgevoerd. Humanitaire projecten
gefinancierd door de Europese Commissie richten zich met name op opvang van
ontheemden, water en sanitaire voorzieningen, protection activiteiten,
gezondheidszorg inclusief psychosociale zorg en onderwijs binnen
crisissituaties. In het huidige Meerjarig Financieel Kader (2014-2020) is
vanuit het Ontwikkelingssamenwerkingsinstrument (DCI) EUR 78 miljoen
beschikbaar voor Irak. De thematische focus ligt hierbij op versterking van
mensenrechten en rechtsstaatontwikkeling; capaciteitsopbouw in onderwijs;
en ontwikkeling van duurzame energie. Daarnaast worden er uit het
Instrument voor bijdrage aan het Stabiliteit en Vrede 11 projecten in Irak
uitgevoerd sinds 2014 voor EUR 33,8 miljoen. Een aantal van deze projecten
wordt ook in andere landen in de regio uitgevoerd. Irak valt tevens binnen
het bereik van het Regionaal Trustfonds van de EU in reactie op de Syrische
crisis (Madad-fonds) waarbinnen in totaal EUR 1,4 miljard beschikbaar is,
waarvan EUR 107 miljoen voor Irak. Onder het Trustfonds worden onder meer
projecten uitgevoerd gericht op het versterken van livelihoods,
gezondheidszorg en onderwijs, alsmede trainingen voor vluchtelingen,
ontheemden en gastgemeenschappen, onder andere in Turkije, Libanon en
Noord-Irak.
Vraag 20
Kunt u een overzicht geven van met Nederlandse gelden gerealiseerde
projecten in Noord-Irak gedurende de afgelopen vijf jaar?
Antwoord
In de bijlage van het antwoord op vragen van de leden van Helvert en
Omtzigt (Kamerstuk 2017Z18653) van 23 januari jl. vindt u een volledig
overzicht van de Nederlandse inzet in Irak sinds 2011. Daarbij komt nog de
recent toegekende steun voor UNICEF (EUR 5 miljoen) en IOM (EUR 3,5
miljoen), die nader is toegelicht onder vraag 8.
Vraag 21
Kunt u bij de uitvoering van de motie-Voordewind/Kuik deze situatie en de
beantwoording van deze vragen meenemen? 3)
Antwoord
Ja.