Antwoord op vragen van het lid Nijboer over gerepareerde scheuren die niet bestand zijn tegen nieuwe bevingen

Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over gerepareerde scheuren die niet bestand zijn tegen nieuwe bevingen (ingezonden 14 augustus 2018).

Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 14 september 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Gerepareerde scheuren zijn niet bestand tegen nieuwe bevingen»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2 en 3

Klopt het dat gerepareerde scheuren niet bestand zijn tegen nieuwe aardbevingen?

Betekent dit dat mensen die bouwvakkers over de vloer hebben gehad en waar schade is hersteld, straks weer dezelfde ellende moeten doormaken?

Antwoord 2 en 3

Na herstel van schade is helaas niet uit te sluiten dat bij nieuwe aardbevingen nieuwe schade ontstaat op dezelfde plek in een woning of elders in de woning. Dit is verschrikkelijk vervelend. Ik realiseer me dat het herstellen van schade aan een woning als gevolg van de aardbevingen ingrijpt op het dagelijks leven van de bewoners. Ook kost het opnemen van de schade en het herstel ervan tijd die bewoners ook aan andere zaken hadden kunnen besteden. Mede om die reden zijn in de schadeafhandelingsprocedure financiële compensatiemogelijkheden opgenomen voor de gevolgkosten van de schadeprocedure.

Vraag 4

Hoe vaak komt dit voor? Wilt u proberen dit in de toekomst zoveel mogelijk te beperken, zodat de overlast voor Groningers die al met zoveel ellende kampen zoveel mogelijk wordt beperkt?

Antwoord 4

Uit het onderzoek dat TNO heeft uitgevoerd naar aanleiding van beving bij Zeerijp op 8 januari 2018, blijkt dat bij 39 van de 476 gerepareerde scheuren opnieuw schades naar voren komen. Dit komt overeen met ruim 8% van het aantal onderzochte gerepareerde scheuren als gevolg deze specifieke beving.

De beste manier om schade te voorkomen is het verminderen van het aantal en de kracht van de bevingen, door verlaging van de gaswinning. Dit was, samen met de veiligheid, een belangrijke reden voor het besluit van het kabinet om de gaswinning in Groningen zo snel als mogelijk volledig af te bouwen (Kamerstuk 33 529, nr. 457).

Uit de analyses en berekeningen van de effecten van dit besluit, die onder coördinatie van de Mijnraad zijn uitgevoerd, komt de verwachting naar voren dat dit besluit inderdaad zal leiden tot een vermindering van het aantal en de kracht van voorkomende bevingen (Kamerstuk 33 529, nrs. 498 en 502).

Het doorlopen van een schadeprocedure bij NAM en het Centrum Veilig Wonen werd door mensen als belastend ervaren. Dit was een belangrijke reden om tot een publieke schadeafhandelingsprocedure te komen. Het wetsvoorstel om deze publieke schadeafhandeling wettelijk te verankeren zal begin 2019 voor behandeling aan uw Kamer worden aangeboden.

Vraag 5

Heeft u inzicht in de degelijkheid waarmee schadeherstel plaatsvond in het verleden en nu? Wat is bijvoorbeeld de effectiviteit geweest van het veelvuldig aanbrengen van wokkels in de beginjaren, heeft dat geholpen?

Antwoord 5

Met behulp van wokkels worden constructies plaatselijk versterkt. Voor zover bekend bij NAM is er geen systematisch onderzoek verricht naar de effectiviteit van herstelmethodieken, ook niet voor herstelmethodieken met behulp van wokkels. Ook in het onderzoek van TNO is niet specifiek gekeken of op de plekken waar scheuren opnieuw zijn opgetreden, wokkels waren gebruikt. NAM laat weten dat het gebruik van wokkels een breed toegepaste herstelmethodiek is en algemeen geaccepteerd in de wereld van herstelbouw.

Vraag 6 en 7

Waarom worden de onderzoeken niet direct openbaar gemaakt? Krijgt de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) nog de mogelijkheid invloed uit te oefenen op de uiteindelijke onderzoeksresultaten van de Nederlandse Organisatie voor toegepast-natuurwetenschappelijk onderzoek (TNO)?

Bent u bereid ervoor te zorgen dat de onderzoeksresultaten zo snel mogelijk openbaar worden gemaakt, zodat de Kamer en alle Groningers deze kunnen inzien en lezen?

Antwoord 6 en 7

TNO heeft dit onderzoek destijds uitgevoerd in opdracht van NAM. NAM heeft het onderzoeksrapport vervolgens op haar website gepubliceerd2. Ik had als Minister van Economische Zaken en Klimaat geen rol in de opdrachtgever-opdrachtnemersrelatie tussen NAM en TNO.

In de toekomst is de overheidsrol nadrukkelijker: zoals bekend werk ik aan een publiekrechtelijke inrichting van schadevergoeding, -herstel en versterking.

Indiener(s)