Antwoord op vragen van het lid Karabulut over een VN-rapport over mogelijke oorlogsmisdaden in Jemen

Hierbij bieden wij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Karabulut over een VN-rapport over mogelijke oorlogsmisdaden in Jemen. Deze vragen werden ingezonden op 30 augustus 2018 met kenmerk 2018Z14999.

Minister van Buitenlandse Zaken,

Stef Blok

[Ondertekenaar 2]

[Ondertekenaar 3]

[Ondertekenaar 4]


Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Karabulut (SP) over een VN-rapport over mogelijke oorlogsmisdaden in Jemen (ingezonden 30 augustus 2018)

Vraag 1

Kent u het bericht ‘Yemen: United Nations Experts point to possible war crimes by parties to the conflict’? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de bevindingen van dit rapport, dat mede op Nederlands aandringen tot stand is gekomen, over ernstige schendingen van het internationaal recht door alle partijen in het conflict in Jemen?

Antwoord

De bevindingen in het rapport zijn ronduit zorgelijk. De groep van experts bevestigt de consistente berichten over mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair oorlogsrecht in Jemen door alle partijen en het onderstreept dat de situatie in het land blijvende internationale aandacht vergt. Bij de kwalificatie van de bevindingen in termen van internationale misdrijven houdt de groep van experts een slag om de arm en concludeert (terecht) dat dit aan een rechter moet worden overgelaten. Verder onderzoek door de groep is zeker aangewezen.

Vraag 3

Deelt u de opvatting dat het van het grootste belang is dat de aanbevelingen in dit rapport zo snel mogelijk worden opgevolgd? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Het rapport bevat aanbevelingen aan de partijen bij het conflict, aan de VN-Mensenrechtenraad en aan de internationale gemeenschap. Nederland acht snelle opvolging van de aanbevelingen van groot belang. De concrete aanbeveling om het mandaat van de expertgroep te verlengen vraagt om een besluit van de Mensenrechtenraad. Nederland zet zich hiervoor in.

Vraag 4

Bent u bereid in de VN-Veiligheidsraad te pleiten voor het opstellen van een resolutie waarin de aanbevelingen in het rapport worden opgenomen, waaronder het beëindigen van de levering van wapens die in het conflict ingezet kunnen worden? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Het rapport is vervaardigd in opdracht van de VN-Mensenrechtenraad. De Raad is dan ook de aangewezen instantie om zich te buigen over het rapport. In de Veiligheidsraad blijft Nederland bepleiten om ook de mensenrechtendimensie bij de behandeling van Jemen te betrekken. Het specifieke aspect van de levering van wapens aan de Houthi’s wordt bestreken door het wapenembargo dat is ingesteld bij resolutie 2216 van de Veiligheidsraad. In het huidige politieke krachtenveld is een uitbreiding van het embargo tot andere partijen bij het conflict niet realistisch. Nederland exporteert, conform toezegging aan de Tweede Kamer, geen wapens naar landen die betrokken zijn bij de operatie van de coalitie, tenzij uitgesloten kan worden dat deze worden ingezet in Jemen. Op aandringen van Nederland is in de conclusies over Jemen van de Raad Buitenlandse Zaken van de EU van 25 juni 2018 herhaald dat het Gezamenlijke Standpunt 2008/944 over wapenexport strikt moet worden nageleefd.

1) Yemen: United Nations Experts point to possible war crimes by parties to the conflict, https://www.ohchr.org/EN/NewsEvents/Pages/DisplayNews.aspx?NewsID=23479&LangID=E, 28 augustus 2018.

Indiener(s)

Stef  Blok