Antwoord op vragen van het lid Den Boer over de berichten ‘Politie wil vooraanstaande functionarissen bestraffen om plichtsverzuim’, ‘Agenten willen meer transparantie over sanctiebeleid’ en ‘Politiekorps onder druk na bonnenrel’

Antwoorden van de minister van Justitie en Veiligheid op de vragen van het lid Den Boer (D66) over de berichten ‘Politie wil vooraanstaande functionarissen bestraffen om plichtsverzuim’, ‘Agenten willen meer transparantie over sanctiebeleid’ en ‘Politiekorps onder druk na bonnenrel’ (ingezonden 21 augustus 2018, nr. 2018Z14778).

Vraag 1

Bent u bekend met de berichten ‘Politie wil vooraanstaande functionarissen bestraffen om plichtsverzuim’ [1] ‘Agenten willen meer transparantie over sanctiebeleid’ [2] en ‘Politiekorps onder druk na bonnenrel’?

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2

Wat is de sanctie als een medewerker van de politie zich laat fêteren? Is deze sanctie voor een leidinggevende politiecommissaris hetzelfde als voor een wijkagent? In hoeverre is dit officieel vastgelegd, bijvoorbeeld in een gedragscode?

Vraag 8

In hoeverre deelt u de uitleg in het Parool dat hardere sancties aan de politietop de politieorganisatie onevenredig zwaar zouden treffen en daarom bewust voor mildere sancties wordt gekozen?

Antwoord op de vragen 2 en 8

Wanneer sprake is van plichtsverzuim en er noodzaak is tot het opleggen van een sanctie, vindt een individuele beoordeling plaats. Welke sanctie wordt opgelegd naar aanleiding van een disciplinair onderzoek is afhankelijk van de omstandigheden van het geval, zoals de functie van de politiemedewerker, de aard van het plichtsverzuim en de omstandigheden waaronder het plichtsverzuim heeft plaatsgevonden. [3]

Integriteit is één van de vier kernwaarden van de politie. Voor iedere ambtenaar van politie geldt deze kernwaarde als basisprincipe. Dit komt ook als zodanig terug in de eed/belofte die iedere ambtenaar van politie aflegt.

De voorbeeldfunctie van leidinggevenden is nog eens onderstreept door het bepaalde in artikel 55abis van het Besluit algemene rechtspositie politie.

Omdat bij de oplegging van de sanctie rekening wordt gehouden met de unieke kenmerken die iedere casus heeft, is niet vastgelegd welke sanctie voor welk soort plichtsverzuim wordt opgelegd.

De onderzoeken en het opleggen van disciplinaire maatregelen vallen onder de verantwoordelijkheid van de korpschef. Ik ga dan ook niet op individuele casuïstiek in.

Vraag

Wat vindt u ervan dat een Amsterdamse politiecommissaris strafontslag heeft gekregen wegens het structureel gebruiken van politiegeld voor onder andere diners en voetbalwedstrijden, terwijl andere (top)functionarissen alleen een boete van een paar honderd euro krijgen?

Vraag 4

Bent u van mening dat de sancties die zijn uitgedeeld op basis van de hiërarchie van de medewerkers van de politie in verhouding zijn? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet?

Vraag 5

Is het mogelijk om inzichtelijk te maken waarop de sancties die zijn uitgedeeld gebaseerd zijn?

Antwoord op de vragen 3, 4 en 5

De politie onderzoekt meldingen van integriteitsschendingen zorgvuldig en via een zogenaamd strafmaatoverleg wordt de uniformiteit van afdoeningen van disciplinaire trajecten geborgd. De korpschef heeft geconstateerd dat in het geval van de Amsterdamse politiecommissaris sprake was van meerdere vormen van zeer ernstig plichtsverzuim. Dit heeft vanzelfsprekend gevolgen voor de sanctionering.

In verband met de privacy van de betrokken functionarissen is de politie terughoudend bij de communicatie over disciplinaire trajecten. Dat geldt ook voor de gevallen waaraan wordt gerefereerd. In deze gevallen is bovendien sprake van voorgenomen besluiten en zijn de trajecten nog niet afgerond.

Waar het disciplinaire zaken betreft met een groot maatschappelijk en/of organisatiebelang streeft de korpschef naar verantwoorde transparantie en geeft – na een zorgvuldige afronding van het traject – toelichting op de afdoening.

Vraag 6

Kunt u bevestigen dat de Amsterdamse eenheidschef geen sanctie krijgt, terwijl andere mensen uit de politietop wel beboet worden? Zo ja, kunt u nader toelichten wat hier de verklaring voor is?

Antwoord op vraag 6

De korpschef heeft mij laten weten dat naar alle nog in dienst zijnde politiefunctionarissen die uit het onderzoek naar de Amsterdamse politiecommissaris naar voren zijn gekomen een oriënterend onderzoek is ingesteld. De uitkomsten van het oriënterend onderzoek gaven in bepaalde situaties geen aanleiding om een disciplinair onderzoek in te stellen. Onder meer in het geval van de Amsterdamse eenheidschef heeft de korpschef op basis van het oriënterend onderzoek geen vermoeden van plichtsverzuim geconstateerd.

Vraag 7

Wat vindt u ervan dat het openbaar ministerie besloten heeft om haar medewerkers helemaal niet te sanctioneren, terwijl de politie haar medewerkers wel sanctioneert?

Antwoord op vraag 7

Het Openbaar Ministerie heeft mij laten weten dat het hier twee officieren van justitie betreft die uit hoofde van hun functie aanwezig zijn geweest bij evenementen. In deze gevallen is dan ook geen plichtsverzuim geconstateerd.

Vraag 9

Klopt het dat de reorganisatie van de politie nog niet voldoende is afgerond om mensen op belangrijke leidinggevende posities te kunnen vervangen indien dit nodig geacht zou worden? Zo ja, bent u van mening dat dit onwenselijk is en dat daar snel een oplossing voor gevonden moet worden?

Antwoord op vraag 9

Nee. De reorganisatie van de politie is afgerond en de leidinggevende posities zijn vervuld.

Vraag 10

Wat wordt er aan gedaan om de integriteit binnen de politie te verbeteren? Hoe wordt ervoor gezorgd dat collega’s elkaar aan spreken op normoverschrijdend gedrag?

Antwoord op vraag 10

De politie voert een actief integriteitsbeleid en zet daartoe een palet aan repressieve en preventieve instrumenten in om de integriteit van de organisatie en de medewerkers te behouden en te bevorderen. Bij de repressieve instrumenten gaat het om het onderzoeken van meldingen en indien nodig het nemen van disciplinaire maatregelen. De preventieve instrumenten betreffen enerzijds het weerbaarder maken van de politiemedewerkers, onder meer door te leren van ervaringen en elkaar aan te spreken. Anderzijds zien de instrumenten op (informatie)beveiliging, zoals autorisaties, en screening.

Vraag 11

Deelt u de mening dat het sanctiebeleid van de politie transparanter moet worden? Zo ja, bent u bereid zich hiervoor in te zetten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord op vraag 11

Met het oog op transparantie wordt ieder jaar in het jaarverslag van de politie inzichtelijk gemaakt hoeveel ontslagen hebben plaatsgevonden. Ik vind het echter onwenselijk om op functie of individueel niveau inzichtelijk te maken welke sancties zijn opgelegd, gezien de grote en naar mijn opvatting onevenredige inbreuk die dit zou maken op de persoonlijke levenssfeer van deze medewerkers.

De politie streeft er vanuit het oogpunt van transparantie naar om met ingang van 2019 jaarlijks een geanonimiseerd overzicht van opgelegde disciplinaire maatregelen te publiceren.



[1] https://www.nrc.nl/nieuws/2018/08/09/politie-wil-vooraanstaande-functionarissen-bestraffen-om-plichtsverzuim-a1612667

[2] https://www.trouw.nl/home/agenten-willen-meer-transparantie-over-sanctiebeleid-bij-politie-~a4b7bcf9/

[3] Op basis van artikel 77 Besluit algemene rechtspositie politie kunnen diverse straffen worden opgelegd, van een schriftelijke berisping tot aan ontslag.

Indiener(s)