Antwoord op vragen van het lid Koopmans over het bericht ‘Wetgeving rond internationale faillissementen is verouderd’

Antwoorden van de minister voor Rechtsbescherming op de vragen van het lid Koopmans (VVD) over het bericht ‘Wetgeving rond internationale faillissementen is verouderd’.

(ingezonden 10 juli 2018, nr.2018Z13916)

Vraag 1

Kent u het bericht ‘Wetgeving internationale faillissementen is verouderd’? [1]

Vraag 2

Onderschrijft u de probleemstelling uit dit artikel?

Vraag 3

Kunt u aangeven hoe vaak faillissementen buiten de Europese Unie een relatie hebben met de Nederlandse rechtsorde?

Vraag 4

Is aanpassing van de faillissementswet, met betrekking tot erkenning van de niet-Europese faillissementen, wenselijk?

Antwoord op de vragen 1, 2, 3 en 4

Ja, ik ken het bericht. Ik heb geen beschikking over de precieze hoeveelheid faillissementen buiten de Europese Unie die een relatie hebben met Nederland, maar vereniging INSOLAD heeft desgevraagd geschat dat het waarschijnlijk om enkele tientallen gevallen per jaar gaat. Zij tekent hierbij aan dat het daarbij vaak gaat om omvangrijke zaken, met grote belangen. Ook in de literatuur is gepleit om tot een aanpassing van de wetgeving te komen om de afwikkeling van internationale faillissementen te faciliteren, in het bijzonder waar het gaat om afwikkeling van faillissementen van bedrijven die gedeeltelijk buiten de Europese Unie zijn gevestigd.[2]

Op dit moment wordt het aan de rechter gelaten om te beoordelen of een faillissement van een onderneming dat buiten de EU is uitgesproken gevolgen heeft voor in Nederland gelegen bezittingen van die onderneming. Deze beoordeling is bijvoorbeeld van belang als een curator van een dergelijk faillissement de in Nederland gelegen goederen van het failliete bedrijf wil verkopen.

Een buiten de EU uitgesproken faillissement heeft in beginsel beperkt effect op in Nederland gelegen bezittingen, maar de rechter kan anders beslissen.[3]

Met de klankbordgroep faillissementsrecht wil ik op korte termijn bespreken of en in hoeverre het wenselijk is om tot modernisering van het regels inzake afwikkeling van internationale, niet-EU, faillissementen over te gaan. [4] Ik zal uw Kamer spoedig daarna informeren over de uitkomsten en eventuele opvolging.



[2] Zie o.m. A.J. Berends, ‘Weigering erkenning faillissement Yukos laat zien dat huidige procedure niet ideaal is. Noot bij Hof Amsterdam 9 mei 2017, ECLI:NL:GHAMS:2017:1695’, TvI 2017, 35, M.A. Broeders, ‘Naar een Nederlandse regeling voor de erkenning van grensoverschrijdende insolventies’, Ondernemingsrecht 2006/4. M.L. Lennarts, ‘Yukos: na meer dan 4 jaar procederen nog geen uitsluitsel over de erkenning van een Russisch faillissementsvonnis… dat moet anders!’, TvI 2011/8.

[3] Zie T.M. Bos, “Het internationale insolventierecht van Nederland jegens ‘derde landen’ na het Yukos-arrest van 13 september 2013: wachten op ‘Europa’”, NTHR, 2014.

[4] Dit klankbordgroep bestaat uit vertegenwoordigers uit de faillissementspraktijk (waaronder INSOLAD, RECOFA, NEVOA, JIRA, NOvA, NVB), van de vakbonden CNV en FNV en van werkgeversorganisatie VNO/NCW-MKB, die fungeert als klankbord in het kader van het wetgevingsprogramma “herijking faillissementsrecht”.

Indiener(s)