Hierbij bied ik, mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Karabulut en Van Dijk over de tweede tranche van de Turkijedeal. Deze vragen werden ingezonden op 1 augustus 2018 met kenmerk 2018Z14460.
De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking |
[Ondertekenaar 2] |
Sigrid A.M. Kaag |
[Ondertekenaar 4] |
Antwoorden van de minister van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking mede namens de minister van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van het ministerie van Justitie en Veiligheid op vragen van de leden Karabulut en Van Dijk (SP) over de tweede tranche van de Turkijedeal.
Vraag 1
Kent u het bericht dat de lidstaten van de Europese Unie (EU) zelf nogmaals 1 miljard euro voor Turkije in het kader van de Turkijedeal moeten betalen? [1] Wat is uw reactie daarop?
Antwoord 1
Ja. Voor de kabinetsreactie verwijs ik kortheidshalve naar het verslag van het schriftelijk overleg van 25 juli jl. van de Begrotingsraad (Kamerstuk 21 501-03, nr. 121).
Vraag 2
Klopt het dat van Nederland 50 miljoen euro wordt verwacht en dit bedrag
uit de begroting van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking komt?
Vraag 3
Kunt u aangeven uit welke post dit precies komt en ten koste van welk
ontwikkelingssamenwerkingsdoel dit gaat?
Antwoord 2 en 3
Afgesproken is dat de eerste 2 miljard euro aan projecten vanuit de
EU-begroting zullen worden gefinancierd. De Commissie heeft derhalve nog
geen verzoek tot een nationale bijdrage van de lidstaten gedaan.
Vraag 4
Wat zal er met de 50 miljoen euro precies gebeuren? Bent u bereid hierover
in detail te rapporteren in het jaarverslag? Kunt u garanderen dat er van
deze 50 miljoen euro geen kosten voor grensbewaking gemaakt worden, maar
dat dit allemaal gaat naar het verbeteren van de leefomstandigheden van
vluchtelingen in Turkije? Zo ja, hoe?
Vraag 6
Op welke manier garandeert u dat de 50 miljoen euro daadwerkelijk bijdraagt
aan de leefomstandigheden van vluchtelingen in Turkije?
Antwoord 4 en 6
Zoals vaker met uw Kamer gewisseld [2], worden vanuit de
Faciliteit voor vluchtelingen in Turkije (FRIT) projecten gefinancierd om
de situatie van vluchtelingen in Turkije en de gemeenschappen die hen
opvangen verder te verbeteren. Steun gaat naar de vluchtelingen zelf,
bijvoorbeeld ten behoeve van betere toegang tot onderwijs en
gezondheidszorg, maar ook werkgelegenheid. De Commissie rapporteert hier
regelmatig over middels de voortgangsrapportages van de EU-Turkije
Verklaring en de uitvoering van de EU Migratieagenda.
Er is thans nog geen programmering bekend voor de tweede tranche van de FRIT. Prioriteiten voor de programmering zullen door de Commissie worden voorgesteld. De voorstellen worden beoordeeld in het FRIT-comité, waarin Nederland zitting heeft. De Commissie houdt toezicht op de uitvoering van de projecten en rapporteert hierover aan het FRIT-comité. Uw Kamer zal op gebruikelijke wijze over de voortgang van de FRIT worden geïnformeerd.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het tegenhouden van migranten geen aanpak van de
grondoorzaken van waarom mensen vluchten is en niet bijdraagt aan het
bieden van perspectief in de regio waar de overgrote meerderheid van de
vluchtelingen al verblijft?
Antwoord 5
Zoals bekend zet het kabinet zich in voor een integrale aanpak van het
thema migratie[3]. Het
primaire doel van de EU-Turkije Verklaring is om de ongecontroleerde
instroom te reguleren en te voorkomen dat vluchtelingen op zoek naar
bescherming hun levens wagen door gebruik te maken van de diensten van
smokkelaars. In het kader van de verklaring hebben de EU en Turkije zich in
dit verband gecommitteerd om smokkelnetwerken aan te pakken, het
perspectief in Turkije te verbeteren o.a. via de FRIT, een legaal en veilig
alternatief te bieden via hervestiging en een einde te maken aan de
ongecontroleerde aankomsten in Griekenland en het doorreizen naar andere
delen van de EU. De EU-Turkije Verklaring heeft een grote bijdrage geleverd
aan het drastisch omlaag brengen van het aantal irreguliere aankomsten en
de vreselijke verdrinkingen op zee. Ook heeft de verklaring via de FRIT
eraan bijgedragen dat veel meer vluchtelingenkinderen in Turkije naar
school kunnen gaan, kwetsbare gezinnen worden ondersteund in hun
levensonderhoud en de toegang tot werkgelegenheid is bevorderd.
Dat de omstandigheden voor Syriërs in Turkije zijn verbeterd, blijkt ook uit het aantal Syrische vluchtelingen dat bewust kiest om in Turkije te blijven en geen gebruik wenst te maken van hervestiging naar de EU.
Vraag 7
Heeft u de berichten over mensenrechtenschendingen, zoals mensen
tegenhouden de grens met Syrië over te gaan en op vluchtelingen schieten,
aangekaart bij de Turkse regering? [4] Zo nee, waarom bent u
bereid zonder enige kritische noot de gevraagde 50 miljoen euro over te
maken? Zo ja, wat kwam hieruit?
Antwoord 7
Zoals vaker met uw Kamer gewisseld, vindt het kabinet berichten over dit
soort incidenten zorgelijk en dienen dergelijke berichten serieus te worden
genomen en goed onderzocht. Het is primair aan de Europese Commissie, samen
met UNHCR om hierop toe te zien. De Commissie volgt de situatie aan de
Turkse grens, ook in het kader van het conflict in Syrië en andere
dreigingen. Het is de Commissie niet gelukt om deze berichten bevestigd te
krijgen door andere, onafhankelijke bronnen. Uit eerdere vergelijkbare
berichtgeving en de wijze waarop deze is uitgezocht, o.a. door de Europese
Commissie en UNHCR, blijkt dat geen sprake is van instructies dat Turkse
grenswachten gericht moeten schieten op mensen die illegaal de grens
proberen over te steken.
Zoals in antwoord op vraag 6 reeds gesteld legt de Europese Commissie regelmatig verantwoording af over de besteding van de fondsen uit de FRIT.
Vraag 8
Deelt u de mening dat als de Europese Unie veel geld betaald aan Turkije om
vluchtelingen op te vangen, er wel vluchtelingen het land in moeten kunnen
komen en een muur aan de grens met Syrië onwenselijk is?
Antwoord 8
Zoals reeds eerder aan de Kamer geschreven voert Turkije een ruimhartig
beleid als het gaat om het opvangen van vluchtelingen. Dit wordt
onderschreven door openbare cijfers van UNHCR. In januari 2018 stonden
volgens gegevens van UNHCR ruim 3,4 miljoen Syrische vluchtelingen in
Turkije geregistreerd en op 8 augustus jl. ruim 3,5 miljoen. [5] Daarnaast vangt Turkije
ook andere groepen vluchtelingen en kwetsbare personen op. Volgens UNHCR is
dit aantal sinds 2015 toegenomen van 2,7 naar 3,7 miljoen. [6] Deze cijfers onderstrepen
wat het kabinet betreft de evidente noodzaak om Turkije via de FRIT te
blijven ondersteunen.
Dat Turkije tegen deze achtergrond en het feit dat het een zeer lange grens deelt aan een conflictgebied het grensbeheer heeft geïntensiveerd, acht het kabinet begrijpelijk.
[1] https://www.elsevierweekblad.nl/buitenland/achtergrond/2018/06/dit-kost-de-turkijedeal-nederland-628069/
[2] Zie Aanhangsel van de Handelingen, Vergaderjaar 2017-2018, nr. 1976 en tijdens het AO JBZ-Raad d.d. 31 mei 2018.
[3] Kamerstuk 19 637, nr. 2375 d.d. 29 maart 2018.
[4] https://www.nrc.nl/nieuws/2018/03/23/eu-betaalt-mee-aan-dodelijke-grensbewaking-turkije-a1596905
[6] http://reporting.unhcr.org/sites/default/files/UNHCR%20Turkey%20Facts%20%26%20Figures%20-%20June%202018.pdf