Antwoord op vragen van het lid Hijink over Rotterdamse wijkteams die verdrinken in regels en controles, waardoor mensen lang moeten wachten op zorg en ondersteuning

Antwoorden op Kamervragen van het Kamerlid Hijink (SP) over Rotterdamse wijkteams die verdrinken in regels en controles, waardoor mensen lang moeten wachten op zorg en ondersteuning (2018Z13157).

Vraag 1

Kent u de berichtgeving dat Rotterdamse wijkteams verdrinken in bureaucratie die is opgelegd door de gemeente, met als gevolg oplopende wachtlijsten, achterstallige kennis van medewerkers en weinig samenwerking tussen partnerorganisaties en de wijkteams? 1) Wat is uw oordeel daarover?

Antwoord 1

Ja, ik heb kennis genomen van de berichtgeving over de Rotterdamse wijkteams.

Ik begrijp van de gemeente Rotterdam dat het rapport van de Rekenkamer in de gemeenteraad aan de orde zal komen. In lijn met de verantwoordelijkheidsverdeling is het daarom nu aan de gemeenteraad en het college van B en W van Rotterdam een oordeel te geven over de inhoud van rapport van de Rekenkamer Rotterdam.

Vraag 2

Hoe oordeelt u over de uitspraak van de directeur van de Rekenkamer Rotterdam, Barendrecht, Lansingerland en Capelle aan den IJssel, die volgens Nieuwsuur zegt: ‘(d)e wijkteams zijn van goede wil en willen graag helpen, maar ze worden overspoeld met regels, controles en richtlijnen vanuit de gemeente, waardoor het werk onmogelijk gemaakt wordt’. Deelt u de mening van de directeur? Zo nee, waarom niet? 1)

Vraag 3

Hoe oordeelt u over de constateringen van de Rotterdamse Rekenkamer dat al jaren problemen geconstateerd worden, maar de gemeente niet openstaat voor kritiek? Hoe kijkt u naar deze geconstateerde problemen, ook in het licht van uw beleid in uw vorige functie als wethouder hierop? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vragen 2 en 3

Zie mijn antwoord op vraag 1.

Vraag 4

Vindt u het normaal dat bij de aanvraag van zorg en ondersteuning een intakeformulier van dertig pagina’s wordt gebruikt? Waarom is dit beleid zo bureaucratisch ingericht in de gemeente Rotterdam en hoe heeft dit onder uw leiding – in uw rol als wethouder – kunnen gebeuren?

Antwoord 4

In algemene zin vind ik het belangrijk vermijdbare administratieve lasten en regeldruk in de zorg, waaronder de jeugdhulp en de maatschappelijke ondersteuning terug te dringen. Samen met de Minister voor medische zorg en de Staatssecretaris van VWS, zet ik daarvoor in onder andere via het actieplan (Ont)regel de zorg, dat op 22 mei 2018 aan uw Kamer is aangeboden.[1]

Ik constateer op basis van het onderzoek dat het college van Rotterdam het ook van belang vindt dat administratieve lasten beperkt worden en dat hier een aantal acties voor loopt.

Vraag 5

Vindt u het acceptabel dat het Rotterdamse college een kritisch rapport van de Rotterdamse Rekenkamer in de wind slaat en dat zij niet wil erkennen dat sprake is van bureaucratie en wachtlijsten? 2)

Antwoord 5

Dit is punt van overleg tussen de gemeenteraad van Rotterdam en het college van B en W. Zie mijn antwoord op vraag 1.

Vraag 6

Wat is uw analyse van de geconstateerde problemen en hoe verhoudt zich dit volgens u tot andere steden die kampen met wachtlijsten en bureaucratie sinds de decentralisaties? Kunt u uw antwoord toelichten?

Vraag 7

Kunt u uiteenzetten in hoeverre uw eigen handelen en uw eigen ervaringen in Rotterdam van invloed zijn op uw huidige functioneren als minister? Neemt u de kritiek van de Rotterdamse Rekenkamer serieus en bent u bereid uiteen te zetten wat u in uw huidige rol als minister met deze kritiek gaat doen?

Antwoorden 6 en 7

Voor de uitvoering van de Jeugdwet en de Wmo 2015 is het essentieel dat de toegang tot jeugdhulp en ondersteuning laagdrempelig is, dat de ondersteuningsvraag integraal en levensbreed wordt opgepakt en uitmondt in een voor de individuele cliënt passende en kwalitatief goede voorziening.

Met de per 1 januari 2015 ingevoerde decentralisaties hebben de gemeenten grote beleidsruimte gekregen in de wijze waarop zij het voorgaande willen bereiken.

Het overgrote deel van de gemeenten kiest ervoor bij de uitvoering van de Jeugdwet en de Wmo 2015 gebruik te maken van wijkteams. Ik vind het daarom belangrijk in de komende jaren samen met onder meer de VNG, de Associatie van Wijkteams en de kennisinstituten na te gaan wat nodig is om de toegang tot en de kwaliteit van voor de individuele cliënt passende voorzieningen te verbeteren en wat de inzet en - waar nodig - de verbetering van de kwaliteit en de effectiviteit van wijkteams daaraan kan bijdragen. Hierbij zal ook gekeken worden hoe de gemeenten hierbij kunnen worden ondersteund. Ook zal conform het bovengenoemde actieplan (Ont)regel de zorg ingezet worden op het beperken van vermijdbare administratieve lasten en regeldruk.


Over mijn voornemens met betrekking tot de Jeugdwet en het verbeteren van de toegang tot jeugdhulp voor kinderen en gezinnen heb ik u geïnformeerd met het programma Zorg voor de Jeugd dat uw Kamer op 16 april 2018 heeft ontvangen. Bij de verdere verbetering van de uitvoering van de Jeugdwet en de Wmo 2015 en de rol die wijkteams daarbij kunnen spelen wil ik ook gebruik maken van de uitkomsten van het overleg met veldpartijen dat ik in vervolg op de evaluatie van de hervorming van de langdurige zorg (HLZ-evaluatie) in het najaar van 2018 en het begin van 2019 zal voeren. De HLZ-evaluatie is aan u toegestuurd bij brief van 27 juni 2018. Aan het eind van het eerste kwartaal 2019 zal ik u vanzelfsprekend informeren over de uitkomsten van het overleg met veldpartijen en de in vervolg daarop te nemen maatregelen.

1) https://nos.nl/nieuwsuur/artikel/2239202-rotterdamse-wijkteams-verzuipen-in-regels-en-controles.html

2) https://www.trouw.nl/samenleving/rekenkamer-slaat-alarm-rotterdammers-moeten-te-lang-wachten-op-hulp-van-wijkteams-~a36a2be1/



[1] Tweede Kamer, vergaderjaar 2017-2018, kamerstuk 29 515, nr 424.

Indiener(s)