Antwoord op vragen van het lid Van Dam over het boek ‘Dagboek van een getuige’ en ‘Slachtoffer mislukte liquidatie Breda krijgt geen huurwoning’

Antwoorden van de minister van Justitie en Veiligheid op de vragen van het lid Van Dam (CDA) over het boek ‘Dagboek van een getuige’ en ‘Slachtoffer mislukte liquidatie Breda krijgt geen huurwoning’ (ingezonden 29 juni 2018, nr. 2018Z12897)

Vraag 1

Kunt u zich uw beantwoording herinneren van de Kamervragen van 25 april 2018 over het boek ‘Dagboek van een getuige’ en over het bericht op de website van het Algemeen Dagblad d.d. 16 november 2017 ‘Slachtoffer mislukte liquidatie Breda krijgt geen huurwoning’, in het bijzonder de beantwoording van de vragen 2, 3 en 4? [1]

Antwoord op vraag 1

Ja.

Vraag 2

Kunt u zich voorstellen dat de laatste alinea van die brief zodanig kan worden opgevat dat in de door u toegezegde brief over het stelsel bewaken en beveiligen die u voor de zomer naar de Kamer zou sturen, ook aandacht besteed zal worden aan het budget dat beschikbaar is voor uitvoering van het stelsel bewaken en beveiligen, alsmede de wijze waarop de politie en mogelijk andere instanties de kosten van inzet en maatregelen registreren?

Vraag 3

Moet uw brief van 5 juni 2018 worden opgevat als de door u toegezegde brief over het stelsel bewaken en beveiligen? Deelt u de observatie dat in die brief geen aandacht is besteed aan de aspecten budget en kostenregistratie?

Antwoord op vraag 2 en 3

De brief van 5 juni 2018[2] is inderdaad de brief die ik heb toegezegd in het debat van 4 april 2018 over het liquidatiegeweld in de onderwereld en de brief is waar ik in de laatste alinea van de beantwoording [3] d.d. 25 april 2018 op door u gestelde vragen aan refereerde.

Zoals aangegeven in de beantwoording van bovengenoemde Kamervragen worden maatregelen die de overheid treft in het kader van het stelsel bewaken en beveiligen, als politietaak, hoofdzakelijk bekostigd vanuit de politiebegroting. Met de investeringen in de politie bij begroting 2017 is de politiebegroting dekkend gemaakt voor de toen vastgestelde voornemens ten aanzien van de sterkte, prestaties, dienstverlening, kwaliteit, personeel, huisvesting en ICT. [4] In de reguliere planning en control cyclus van de politie wordt jaarlijks bezien of taken en budget in balans zijn. Daarbij worden ook bevindingen uit onderzoeken en evaluaties meegenomen, waar deze relevant zijn. Zoals gezegd in brief van 5 juni 2018 worden vanuit de politie alle mogelijkheden onderzocht en middelen ingezet om de capaciteit van de DKDB (en andere onderdelen in relatie tot de bescherming van personen) op de korte en langere termijn op orde te krijgen. De stuurgroep Bewaken en Beveiligen is gevraagd hier binnen de bestaande verantwoordelijkheden op toe te zien.

Vraag 4

Bent u bereid om de opdracht aan de stuurgroep bewaken en beveiligen uit te breiden met de volgende opdracht: “3. Inzichtelijk maken welke kosten en inzeturen thans (op hoofdlijnen) besteed worden aan het stelsel bewaken en beveiligen en inzichtelijk maken of de in het verleden vastgestelde 1%-norm nog toepasselijk is dan wel aangepast moet worden?”?

Antwoord op vraag 4

De opdracht van de stuurgroep is er mede op gericht om te onderzoeken welke effecten de ontwikkelingen binnen het fenomeen georganiseerde criminaliteit heeft op zowel het stelsel bewaken en beveiligen als het stelsel getuigenbescherming en indien nodig aanbevelingen te doen om deze toekomstbestendig te houden. Ik wil de uitkomsten en aanbevelingen van deze opdracht eerst afwachten voordat ik opdrachten toevoeg.



[1] Handelingen II, '17-'18, nr. 19642. Kamerstuk 29911, nr. 201

[2] TK 2017-2018, 29 911, nr. 201

[3] Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2017-2018, nr. 1964

[4] Kamerstukken II, 2016–17, 34 550 VI, nr. 2

Indiener(s)