Antwoord op vragen van leden Ploumen en Van den Hul over het teruglopend aantal vrouwen dat deelneemt aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker

AH 3008

2018Z14509

Antwoord van staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 28 augustus 2018)

1

Bent u bekend met de laatste cijfers van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu over de deelname aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker?[1]

1

Ik heb kennis genomen van de cijfers in het artikel waar naar wordt verwezen.

2

Bent u bereid om te onderzoeken waarom er dit jaar 60 procent van de vrouwen die binnen de doelgroep vallen deelnamen aan het onderzoek, ten opzichte van 65 procent in 2015?

2

De deelname aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker wordt continu gevolgd en jaarlijks gerapporteerd, voor het laatst door Eramus MC en Palga in de publicatie Landelijke Monitoring Bevolkingsonderzoek 2016 [2]. De resultaten over 2017 worden binnenkort gepubliceerd. In 2019 wordt een evaluatie uitgevoerd die zich met name gaat richten op de deelname door de verschillende groepen, de redenen waarom vrouwen al dan niet deelnemen aan het bevolkingsonderzoek en naar eventuele barrières die mogelijk kunnen worden weggenomen.

3

Hoeveel vrouwen van de totale doelgroep lieten zich niet onderzoeken, ook niet buiten het bevolkingsonderzoek om? Is hier evengoed sprake van een afname?

3

De groep vrouwen in de screeningsleeftijd die zich helemaal niet hebben laten onderzoeken omvat in 2015 23,7%, in 2016 24,1 % en in 2017 27,0 % van deze groep. Het percentage over 2017 is nog niet definitief.

4

Is duidelijk welke subgroepen, binnen de groep vrouwen die in aanmerking komt voor het bevolkingsonderzoek, niet meedoen of onvoldoende bereikt worden? Zo ja, ziet u op basis hiervan mogelijkheden gerichter op te roepen? Zo nee, bent u bereid dit nader te onderzoeken?

4

Bekend is dat een aantal subgroepen gemiddeld minder deelnemen aan het bevolkingsonderzoek. Het gaat allereerst om vrouwen uit de jongste leeftijdsgroepen en daarnaast om vrouwen met een lage sociaal economische status, vrouwen met een migrantenachtergrond en vrouwen die in het verleden negatieve seksuele ervaringen hebben gehad. In hoeverre deze groepen een bovenproportionele bijdrage hebben geleverd aan het teruggelopen bereik is niet bekend. De evaluatie die in 2019 wordt uitgevoerd kan suggesties bieden voor het beter benaderen van groepen die nu onvoldoende worden bereikt.

5

Hoe verhoudt het teruglopende aantal deelnemers in Nederland zich tot vergelijkbare landen? Welke lessen kan Nederland daar eventueel uit trekken?

5

De organisatie van het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker is van land tot land verschillend, dit hangt mede samen met de uiteenlopende manieren waarop de gezondheidszorg is georganiseerd. Ook het bereik van het bevolkingsonderzoek laat een grote spreiding tussen de verschillende landen zien. Om deze redenen is het moeilijk om lessen te trekken uit de praktijk in andere landen. Wel bieden internationale bijeenkomsten de mogelijkheid om met andere landen van gedachten te wisselen over de uitvoeringspraktijk, de problemen waar men tegenaan loopt en om oplossingsrichtingen te verkennen.



Indiener(s)