Antwoorden Kamervragen van de leden Van Dam (CDA), Arno Rutte (VVD) en Bisschop (SGP) aan de minister van Justitie en Veiligheid over het bericht ‘Leren van geweld’ (ingezonden 10 juli 2018, nr. 2018Z13914)
Vraag 1
Kent u het bericht: ‘Leren van geweld’? [1]
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u de in dit interview geschetste casus waarin beschreven wordt
dat een politieman ontslagen is van rechtsvervolging, maar vervolgens
geen Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) meer kan aanvragen en ook niet
langer naar Amerika kan reizen? Deelt u de mening dat deze
consequenties voor het privéleven van de betrokken ambtenaar zeer
ongewenst en oneerlijk zijn? Kunt u aangeven of het hier om een enkele
casus gaat of dat dit vaker voorkomt?
Antwoord 2
Dat beeld herken ik niet. In het interview werd gesteld dat een
politieambtenaar die vanwege een geweldsaanwending is vervolgd en te dien
aanzien door de rechter is ontslagen van alle rechtsvervolging daardoor
geen VOG kan krijgen. Het ontstane beeld is echter niet gebaseerd op een
daadwerkelijke weigering. Mij hebben geen andere signalen bereikt waaruit
blijkt dat politieambtenaren vanwege een eerdere geweldsaanwending hinder
ondervinden bij het verkrijgen van een VOG.
Vraag 3
Is het juist dat de nieuwe voorstellen ten aanzien van de afdoening van
geweldstoepassing door politiemensen geen betekenis zal hebben voor
zaken die voorafgaand aan de inwerkingtreding van die nieuwe
voorstellen zich hebben voorgedaan?
Antwoord 3
Omwille van de rechtszekerheid wordt aan een regeling in beginsel geen
terugwerkende kracht verleend. Ten aanzien van de beoogde regelingen die
onderdeel uitmaken van het traject integrale stelselherziening
geweldsaanwending opsporingsambtenaar wordt dit uitgangspunt gevolgd. Een
uitzondering hierop betreft het nieuwe kader voor onderzoek naar
geweldgebruik door een opsporingsambtenaar. Hiervoor geldt een andere
systematiek. Naar algemene opvatting kunnen nieuwe strafvorderlijke
bevoegdheden – zoals voornoemd onderzoekskader – ook worden toegepast in
onderzoeken die zich hebben voorgedaan voor de introductie van deze
bevoegdheden, zolang de wetgever geen andere regeling treft.
Vraag 4
Ziet u mogelijkheden te bevorderen dat politiemensen die ontslagen zijn
van rechtsvervolging in verband met door hen in het kader van hun
beroepsuitoefening toegepast geweld gevrijwaard worden van
consequenties zoals het niet verkrijgen van een VOG dan wel beperking
in reismogelijkheden? Bent u bereid deze mogelijkheden met
terugwerkende kracht toe te passen?
Antwoord 4
Zoals ik schreef in mijn antwoord op vraag 2 hebben mij geen andere
signalen bereikt waaruit blijkt dat politieambtenaren vanwege een
geweldsaanwending hinder ondervinden bij het aanvragen van een VOG of
worden beperkt in hun reismogelijkheden. Daarom zie ik geen aanleiding een
wijziging van regelgeving op dit punt te initiëren.