Antwoord op vragen van het lid Moorlag over de zoutwinning in de gemeente Midden-Groningen

Geachte Voorzitter,

Op 14 juni 2018 heeft het lid Moorlag (PvdA) schriftelijke vragen gesteld over de zoutwinning in de gemeente Midden-Groningen (kenmerk 2018Z11385). Op 9 juli 2018 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat de vragen niet binnen de gebruikelijk termijn konden worden beantwoord. Hierbij stuur ik u de antwoorden op de gestelde vragen.

1

Kent u het bericht ‘Midden-Groningen oneens over zoutwinning’ [1]?

Antwoord

Ja.

2

Klopt het dat er door Nedmag boringen plaatsvinden die in strijd zijn met het winningsplan? Zo ja, waarom handhaaft het Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) ondanks het verzoek van burgemeester en wethouders van Midden-Groningen niet?

Antwoord

Op dit moment vinden er geen boringen plaats. Het handhavingsverzoek van de gemeente Midden-Groningen had betrekking op toekomstige boringen die nu nog niet plaatsvinden. Ik heb eind juli 2018 het formele bezwaar van de gemeente Midden-Groningen ontvangen. Het incident [2] in het cavernestelsel van Nedmag en nieuwe daarbij beschikbaar gekomen informatie zal worden betrokken bij de behandeling van het bezwaar van de gemeente. SodM zal het bezwaar behandelen volgens de procedure binnen de daarvoor vaststelde termijn.

3

Wat zijn de gevolgen en risico’s van het incident waarbij pekel en mogelijk dieselolie wegstroomden?

Antwoord

Nedmag heeft alert gereageerd en maatregelen getroffen om de ongecontroleerde uitstroom uit de caverne in de diepe ondergrond te minimaliseren. Door zoveel mogelijk vloeistof uit de caverne te pompen en de injectie van water te stoppen heeft men de druk in de caverne verlaagd. Door de lage druk wordt de uitstroom van pekel en de mogelijke uitstroom van een deel van de in de caverne aanwezige diesel zoveel mogelijk voorkomen. Het risico dat de het grondwater door de gelekte vloeistoffen wordt verontreinigd, wordt daardoor kleiner.

De samenstelling van het grondwater wordt door Nedmag gemonitord in meerdere diepe en ondiepe peilbuizen op en rond de locatie. Op dit moment is er geen verandering van de samenstelling van het grondwater aangetroffen. Het onderzoek naar de oorzaak en de gevolgen van de lekkage uit het cavernestelsel in de diepe ondergrond is nu gaande en zal naar verwachting in het najaar gereed zijn.

5

Wat zijn de gevolgen van de versnelde zoutwinning nu ten aanzien van de bodemdaling?

Antwoord

De drukverlaging van het cavernestelsel (zie de beantwoording van vraag 3) zal leiden tot versnelde bodemdaling. Op dit moment wordt door Nedmag berekend wat de maximale bodemdaling zou kunnen worden en in hoeverre deze de vergunde maximale bodemdaling, zoals berekend in het winningsplan, mogelijk zal gaan overschrijden. De extra bodemdaling zal naar verwachting van SodM en Nedmag niet leiden tot schade aan gebouwen. Om dit zeker te weten laat Nedmag hier onderzoek naar doen. De resultaten van dit onderzoek zullen naar verwachting in september worden gepubliceerd.

Door de bodemdaling kan het grondwater relatief hoger komen te staan, waardoor mogelijk aanpassingen door het waterschap nodig zijn om het grondwaterpeil weer op het juiste niveau te brengen. De versnelde bodemdaling veroorzaakt door de lekkage kan dit waterbeheersproces verder versnellen. Nedmag heeft contact met het Waterschap Hunze en Aa’s, waarmee men eerder maatregelen heeft afgesproken om de toekomstige bodemdaling te beheersen. Nu de bodemdaling mogelijk groter zal zijn, zullen deze maatregelen moeten worden herzien.

6

Welke gevolgen heeft de versnelde bodemdaling op de reeds beschadigde huizen van mensen?

7

Welke risico’s brengt de gestapelde mijnbouw (aardgaswinning in combinatie met zoutwinning) specifiek in deze situatie met zich mee?

Antwoord 6 en 7

Op 11 juli 2018 heeft de TU Delft het rapport “Onderzoek naar de oorzaken van bouwkundige schade in Groningen” [3] gepubliceerd. De onderzoekers geven aan dat een uniforme diepe bodemdaling geen gevolgen heeft voor gebouwen. De zoutwinning leidt echter tot een komvormige bodemdaling, waarbij krommingen en hellingen optreden in de bodem en waardoor spanningen kunnen optreden in bouwkundige constructies.

De onderzoekers hebben bij 69 gevallen waarbij mijnbouw heeft geleid tot bodemdaling, de krommingen en hellingen van de bodem in kaart gebracht. Men heeft geconcludeerd dat voor alle gevallen de krommingen en hellingen van de bodem niet tot schade leidt. Dit geldt ook voor de cases die gelegen zijn in gebieden waar zowel gaswinning als zoutwinning plaatsvindt. De krommingen en hellingen in de bodem zijn in de gebieden met ‘gestapelde mijnbouw’ wel groter. De onderzoekers concluderen verder dat diepe bodemdaling een rol kan spelen als indirecte schadeoorzaak vanwege aangepaste oppervlaktewaterpeilen en de doorwerking daarvan in de grondwaterstanden.

8

Realiseert u zich dat dit incident weer tot extra onrust leidt en bent u bereid daarom alsnog op te treden?

Antwoord

Ja, dat realiseer ik mij en dat betreur ik ook. Op dit moment is er veel aandacht voor het gebruik van de ondergrond. We hebben onze ondergrond en mijnbouw nodig voor industriële activiteiten en onze energievoorziening. De ondergrond zal ook in de toekomst ten behoeve van een duurzame energiehuishouding een belangrijk rol spelen. Ik denk dan vooral aan geothermie, energieopslag en CCS. Ik wil dan ook zorgvuldig met de ondergrond en de gevolgen van het gebruik daarvan omgaan.

Zoutwinning is in Nederland alleen toegestaan zolang dit veilig en verantwoord kan plaatsvinden. Dit is een primair aspect bij de vergunningen die ik verleen. Hierbij vraag ik advies aan de decentrale overheden, SodM, Technische commissie bodembeweging (Tcbb) en de Mijnraad.


De toezichthouder beoordeelt of de veiligheid bij de uitvoering van de winning voldoende is geborgd. Indien de toezichthouder de risico’s niet acceptabel vindt dan kan zij handhaven.

9

Neemt u, gelet op het gegeven dat er geluiden zijn dat mensen met schade in dit gebied van kastje (Nedmag) naar de muur (NAM) gestuurd worden, de aanbeveling van het SodM in de ‘Staat van de sector zout’ [4] over om een Loket mijnbouwschade in te stellen met daarachter een fonds gevuld door verschillende partijen waardoor mensen eindelijk verlost zijn van bedrijven en instanties die alleen naar elkaar (door)verwijzen?

Antwoord

Ik zie het advies van SodM omtrent het schadeloket en de onafhankelijke schadeafhandeling in het verlengde van het advies dat ik op 1 februari 2018 van de Tcbb heb gekregen. Ik heb u op 30 mei 2018 geïnformeerd [5] over de wijze waarop ik met het advies van de Tcbb zal omgaan, en verwacht uw Kamer in de komende weken nader te informeren over de uitvoering.

Eric Wiebes

Minister van Economische Zaken en Klimaat



[1] www.rtvnoord.nl/nieuws/195245/Midden-Groningen-oneens-met-SODM-over-zoutwinning

[2] Aanhangsel Handelingen 2017/18, nr. 2714

[3] www.nationaalcoordinatorgroningen.nl/downloads/rapporten/2018/juli/11/rapport-onderzoek-oorzaken-schade

[4] www.sodm.nl/documenten/rapporten/2018/05/31/staat-van-de-sector-zout

[5] Kamerstuk 32 849, nr. 132

Indiener(s)