Antwoord op vragen van het lid Van Ojik over het ‘Report on the Situation of Human Rights in Kashmir’

Hierbij bied ik u de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Ojik over het ‘Report on the Situation of Human Rights in Kashmir’. Deze vragen werden ingezonden op 20 juli 2018 met kenmerk 2018Z14281.

De Minister van Buitenlandse Zaken,




Stef Blok

[Ondertekenaar 2]

[Ondertekenaar 3]

[Ondertekenaar 4]


Antwoorden van de Minister van Buitenlandse Zaken op vragen van het lid Van Ojik (GroenLinks) over het rapport ‘Report on the Situation of Human Rights in Kashmir’

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van het Report on the Situation of Human Rights in Kashmir van de Office of the United Nations High Commissioner for Human Rights?

Antwoord

Ja

Vraag 2

Hoe beoordeelt u de bevindingen in dit rapport?

Antwoord

Het is betreurenswaardig dat Pakistan en India het onafhankelijke OHCHR-onderzoeksteam geen toegang tot de regio heeft verleend. De informatie over de mensenrechtensituatie is dan ook onder andere via contacten met mensenrechtenverdedigers, ngo’s en journalisten verzameld. De OHCHR heeft deze informatie niet via eigen onderzoek ter plekke kunnen verifiëren.

Vraag 3

Heeft Nederland of de EU of één van de Europese bondgenoten zich binnen de VN uitgesproken over dit rapport? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Nederland, noch de Europese Unie of een van de andere EU-lidstaten, heeft zich uitgesproken over het rapport dat op 14 juni 2018 door de OHCHR openbaar werd gemaakt en op 19 juni 2018 in Geneve in de VN-Mensenrechtenraad aan de orde kwam. Het rapport is nauwelijks onderwerp van gesprek geweest, mede door de hoeveelheid landensituaties die op dat moment speelde in de VN-Mensenrechtenraad. India, Pakistan en Bhutan waren de enige landen die tijdens het debat reageerden op het specifieke rapport.

Vraag 4

Onderschrijft u de aanbeveling van de High Commissioner for Human Rights aan de Mensenrechtenraad om een onderzoekscommissie op te zetten om een alomvattend onafhankelijk internationaal onderzoek te ondernemen naar mensenrechtenschendingen in Kashmir?

Vraag 5

Deelt u de mening dat India en Pakistan toegang zouden moeten verlenen aan de VN-instellingen en Niet-Gouvernementele Organisaties (NGO’s) om vermeende mensenrechtenschendingen te onderzoeken?

Vraag 6

Welke vervolgacties zouden in uw ogen binnen de VN genomen moeten worden om de aanbevelingen uit het rapport op te volgen? Hoe zou Nederland hieraan kunnen bijdragen?

Antwoord op 4, 5 en 6

Alle lidstaten van de Europese Unie, waaronder Nederland, vinden dat vermeende mensenrechtenschendingen transparant en onafhankelijk onderzocht moeten kunnen worden, in lijn met internationale verplichtingen. Het is van belang dat alle partijen aan een dergelijk onderzoek meewerken door toegang te verlenen en informatie te verschaffen. De OHCHR doet onafhankelijk onderzoek. Op basis van de uitkomsten van volgende onderzoeken moet worden bezien of er voldoende steun en noodzaak is om naar een zwaardere vorm van onderzoek over te gaan.

Indiener(s)

Stef  Blok