Antwoord op vragen van de leden Van der Staaij en De Roon over het bericht dat het Israëlisch parlement een wet heeft aangenomen om salarisbetalingen aan veroordeelde Palestijnse terroristen te stoppen

Vragen van de leden Van der Staaij (SGP) en De Roon (PVV) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het bericht dat het Israëlisch parlement een wet heeft aangenomen om salarisbetalingen aan veroordeelde Palestijnse terroristen te stoppen (ingezonden 5 juli 2018).

Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 16 juli 2018).

Vraag 1

Kent u het bericht «Knesset passes «pay to slay» law»?1

Antwoord 1

Ja.

Vraag 2, 3, 6

Hoe beoordeelt u de overwegingen en doelstellingen van de Knesset omtrent deze wet, die erop gericht is de Palestijnse Autoriteit ervan te weerhouden salarissen te betalen aan veroordeelde Palestijnse terroristen?

Kunnen de maatregelen van het Amerikaanse Congres en van de Australische regering tegen terrorismesalariëring rekenen op uw sympathie en/of steun?

Beaamt u dat het, in navolging van de Verenigde Staten en Australië, tijd is voor Nederland om de geldstromen naar de Palestijnse Autoriteit te bevriezen zolang het systeem van betalingen niet aangepast is, en ook in Europees verband soortgelijke stappen te bepleiten?

Antwoord 2, 3, 6

Zoals bekend is het kabinet bezorgd over de betalingen aan Palestijnse gevangenen in Israëlische detentie, omdat de hoogte van de betalingen toenemen met de duur van de detentie. Het kabinet is van mening dat de koppeling tussen de duur van de detentie en de hoogte van de betaling een perverse prikkel kan zijn (zie ook de antwoorden d.d. 20 april jl. op vragen gesteld door de leden Van der Staaij, Van Helvert en Becker, vergaderjaar 2017–2018, Aanhangsel van de Handelingen 1854). Het kabinet heeft daarom begrip voor het Israëlische, Amerikaanse en Australische sentiment over de betalingen aan gevangenen.

Vanzelfsprekend besteedt het kabinet daarom, net als de rest van de EU, veel aandacht en zorg aan het voorkomen van betalingen aan Palestijnse gedetineerden met donorgeld. Er zijn gedegen waarborgen op de betalingen aan de Palestijnse Autoriteit uit bilaterale programma’s en/of uit programma’s van de EU.

In het licht van het belang van een goed functionerende Palestijnse Autoriteit (PA), acht het kabinet het echter onverstandig van Israël om de afdracht van belastinggeld aan de PA deels in te houden. Deze afdracht vloeit voort uit afspraken die Israël en de Palestinian Liberation Organisation (PLO) hierover hebben gemaakt in het Protocol on Economic Relations (Paris Protocol) uit 1994, de Oslo II akkoorden. De akkoorden bevatten momenteel geen grond voor een dergelijke unilaterale stap door één van de partijen (zie ook de antwoorden d.d. 20 april jl. op vragen gesteld door het lid Voordewind (ChristenUnie), vergaderjaar 2017–2018, Aanhangsel van de Handelingen 1852).

Vraag 4, 5

Wat hebben de gesprekken in bilateraal en multilateraal verband, waarin Nederland bezwaar heeft aangetekend tegen het systeem van betalingen door de Palestijnse Autoriteit aan Palestijnse terroristen op basis van de duur van de detentie, concreet opgeleverd?

In hoeverre zijn de betalingen door de Palestijnse Autoriteit aan veroordeelde Palestijnse terroristen en hun families op dit moment inderdaad transparant en gebaseerd op sociaaleconomische behoefte?

Antwoord 4, 5

Nederland dringt consequent aan op aanpassing van het systeem. Zo heeft Minister Blok hier in mei jl. op aangedrongen bij de Palestijnse Minister van Buitenlandse Zaken, Malki, tijdens diens bezoek aan Nederland. Malki bevestigde bij die gelegenheid dat de PA het systeem wil heroverwegen. Bij het kabinet zijn nog geen concrete voorstellen voor dergelijke aanpassingen bekend. Aanpassingen van de betalingen aan gevangenen liggen gevoelig in de Palestijnse samenleving. Er is veel steun voor de Palestijnse gevangenen in de Palestijnse politiek en samenleving. Het Israëlische en Amerikaanse besluit wordt door president Abbas gezien als een drukmiddel om het vredesplan waar de Verenigde Staten aan werkt te accepteren, terwijl de PA ervan uitgaat dat dit plan onevenredig veel rekening zal houden met de Israëlische wensen en te weinig tegemoet zal komen aan de Palestijnse wensen. Vanwege deze zorgen heeft president Abbas in juli jl. gezegd dat de betalingen aan gevangenen of hun families niet gestopt zullen worden, en lijkt de politieke ruimte om aanpassingen door te voeren verkleind. Het kabinet blijft zich, samen met gelijkgezinde landen, inzetten om de druk op de Palestijnse Autoriteit op te voeren om het systeem van uitkeringen aan gevangenen te veranderen. Het kabinet is in principe niet tegen betalingen aan gevangenen zolang die transparant zijn en gebaseerd op sociaaleconomische behoefte, en niet op de duur van de detentie.

Indiener(s)

Stef  Blok