Antwoord op vragen van de leden Moorlag en Nijboer over internationale energiebedrijven die Nederland gebruiken om miljoen te eisen

Antwoorden van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de minister van Economische Zaken en Klimaat, op vragen van de leden Moorlag en Nijboer over internationale energiebedrijven die Nederland gebruiken om miljoen te eisen

Vraag 1

Kent u het rapport 'One treaty to rule them all. The ever-expanding Energy Charter Treaty and the power it gives corporations to halt the energy transition' 1) en het bericht 'Internationale energiebedrijven eisen miljoenen via Nederland'? 2)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Is het waar dat internationale energiebedrijven van landen schadevergoeding vragen voor investeringen die vanwege het energiebeleid van de overheid minder waard zouden zijn geworden? Zo ja, wat is de omvang van dergelijke claims met betrekking tot de Nederlandse overheid? Zo nee, wat is er dan niet waar aan het in het genoemde rapport gestelde?

Antwoord

Investeerders uit landen die partij zijn bij het Energiehandvestverdrag kunnen een procedure starten tegen een andere staat die partij is bij het Energiehandvestverdrag wanneer zij schade lijden als gevolg van onrechtmatig handelen van deze staat. Het is aan de investeerder om dit aan te tonen. Het verdrag biedt investeerders daarmee minimale rechtsbescherming in het buitenland. Een overheid mag bijvoorbeeld niet een investeerder onteigenen zonder dat daar adequate compensatie tegenover staat. Nederland is nog nooit aangeklaagd onder het Energiehandvestverdrag.

Vraag 3

Wat is in dit kader de betekenis van het internationale energieverdrag Energy Charter Treaty (ECT)? Is het waar dat dit verdrag het mogelijk maakt dat internationale energiebedrijven door middel van arbitrage rechtstreeks staten aansprakelijk kunnen stellen? Acht u dit een gewenste praktijk? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en wat gaat u hier tegen doen?

Antwoord

Het Energiehandvestverdrag is een verdrag dat regels stelt ten aanzien van alle aspecten van handel in energie, zoals de doorvoer, investeringen en investeringsbescherming. Investeerders uit landen die partij zijn bij het Energiehandvestverdrag kunnen een procedure starten tegen een andere staat die partij is bij het Energiehandvestverdrag wanneer zij schade lijden door onrechtmatig handelen van deze staat. Het Energiehandvestverdrag biedt investeerders daarmee minimale rechtsbescherming in het buitenland. Nederlandse investeerders gebruiken deze vorm van rechtsbescherming met name in landen waar nationale wetgeving en instituties in hun ogen onvoldoende rechtszekerheid bieden, terwijl hun investeringen in hoge mate afhankelijk zijn van overheidsoptreden, zoals de energiesector. Het land van vestiging profiteert van deze buitenlandse investeringen doordat de investering kan leiden tot extra werkgelegenheid en vanwege het aantrekken van kennis en innovatie. Dit is met name van belang voor ontwikkelingslanden, waar het binnenhalen van private investeringen onontbeerlijk is voor het behalen van de UN Sustainable Development Goals.

Vraag 4

Wat is de betekenis van het ECT voor Nederland? Welke gevolgen zou het hebben als Nederland dit verdrag zou opzeggen?

Antwoord

Het Energiehandvestverdrag is kort na de val van de Berlijnse muur in 1989 opgesteld met als doel om de integratie van energiemarkten in West- en Oost-Europa te bevorderen en energiedoorvoer en investeringen te stimuleren. Nederland hecht veel waarde aan een efficiënte werking van energiemarkten, bevordering van energiehandel en samenwerking in beleidsontwikkeling op energiegebied tussen de partijen bij het Energiehandvestverdrag. De verdragspartijen worden bovendien verplicht om energiedoorvoer en -investeringen onder non-discriminerende voorwaarden te faciliteren. Als Nederland het Energiehandvestverdrag zou opzeggen, verliezen Nederlandse investeerders daarnaast de minimale rechtsbescherming op grond van dit verdrag.

Vraag 5

Deelt u de mening dat claims van internationale energiebedrijven er niet toe mogen leiden dat de overgang naar een duurzame energiehuishouding belemmerd of duurder wordt? Zo ja, wat kunt u doen om dit te voorkomen? Zo nee, waarom deelt u die mening niet?

Antwoord

Die mening deel ik. Tegelijkertijd zijn er bij de overgang naar een duurzame energiehuishouding gerechtvaardigde belangen van investeerders, die bescherming verdienen. Onteigening van een bedrijf moet bijvoorbeeld gepaard gaan met adequate compensatie. Het Energiehandvestverdrag kan overigens ook worden gezien als een stimulans voor de overgang naar een duurzame energiehuishouding. Met name ontwikkelingslanden hebben buitenlandse investeringen nodig voor een energietransitie. De bescherming die buitenlandse investeerders krijgen onder het Energiehandvestverdrag kan ertoe bijdragen dat buitenlandse partijen investeren in deze landen. Zo hebben investeerders meermaals een beroep gedaan op het Energiehandvestverdrag om op te komen voor hun rechten als gevolg van het terugdraaien van overheidssubsidies voor hernieuwbare elektriciteit.

Vragen 6, 7 en 8

Is het waar dat internationale energiebedrijven vaak Nederlandse brievenbusbedrijven gebruiken voor hun miljoenenclaims tegen landen die hun regels met het oog op de energietransitie aanscherpen? Hoeveel bedrijven gebruiken Nederlandse brievenbusbedrijven om dat te doen? Wat is volgens u de reden dat zij dit doen?

Is de genoemde praktijk van deze brievenbusfirma’s op enige manier nadelig voor Nederland of de Nederlandse belastingbetaler? Zo ja, wat gaat u doen om hier een eind aan te maken? Zo nee, waarom niet?

Hoe verhoudt uw beleid ten aanzien van het terugdringen van brievenbusfirma’s zich tot het bovenstaande?

Antwoord

Het Energiehandvestverdrag sluit niet uit dat brievenbusfirma’s een claim kunnen indienen. Meerdere buitenlandse bedrijven hebben een brievenbusfirma in Nederland gebruikt om een claim tegen een andere staat, die partij is bij het Energiehandvestverdrag, in te dienen. Deze praktijk is niet nadelig voor Nederland of de Nederlandse belastingbetaler. Niettemin vindt het kabinet het onwenselijk dat buitenlandse investeerders door middel van een brievenbusfirma in Nederland andere landen via het Energiehandvestverdrag kunnen aanklagen. Het kabinet zet zich dan ook in om het Energiehandvestverdrag op dit punt te wijzigen.

Indiener(s)