Antwoord op vragen van de leden Beckerman en Karabulut over de Nederlandse deelname aan de Iran Oil Show

Antwoorden van de minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, mede namens de minister van Economische Zaken en Klimaat, op vragen van de leden Beckerman en Karabulut over de Nederlandse deelname aan de Iran Oil Show

Vraag 1

Bent u bekend met de deelname van Nederlandse bedrijven aan het Holland-Paviljoen op de Iran Oil Show?

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Deelt u de mening dat deelname van Nederlandse bedrijven haaks staat op een klimaatbeleid waarin afscheid wordt genomen van fossiele energieopwekking?

Antwoord

In het Parijs Akkoord hebben we internationale klimaatdoelen voor de lange termijn vastgelegd. Het bereiken van deze doelen vergt een ambitieus klimaatbeleid. Internationaal hebben landen met elkaar afgesproken dat elk land een eigen invulling geeft aan de benodigde transitie. Tijdens de transitie zullen fossiele brandstoffen nog een belangrijke, maar steeds verder afnemende rol spelen om te voorzien in de mondiale energiebehoefte. Het is aan individuele bedrijven om te bepalen aan welke internationale bijeenkomsten zij willen deelnemen.

Nederlandse bedrijven dragen bij aan de Nederlandse ambitie op klimaatgebied en de energietransitie, onder meer door deelname aan de gesprekken over het nationaal klimaatakkoord.

Vraag 3

Deelt u de mening dat om klimaatverandering tegen te gaan steun vanuit Nederland bij de exploitatie van Iraanse gasvelden ongewenst is in het kader van het Nederlands klimaatbeleid? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Er is geen sprake van Nederlandse overheidssteun aan de exploitatie van Iraanse gasvelden. Het is aan Iran om te bepalen hoe het de doelen van Parijs wil bereiken en hoe het de benodigde transitie vormgeeft. Voor bedrijven geldt dat zij er verstandig aan doen om in hun hele bedrijfsmodel te anticiperen op de benodigde transitie, zonder dat dit overigens betekent dat er niet meer geïnvesteerd kan worden in de winning van fossiele brandstoffen

Vraag 4

Op welke wijze ondersteunt u bedrijven op deze beurs? Kunt u een overzicht geven van bedrijven die directe financiële ondersteuning ontvangen indien directe financiële ondersteuning wordt geboden?

Antwoord

De Nederlandse overheid biedt geen directe financiële steun aan individuele bedrijven.

Vanuit de overheid wordt via de lokale ambassade de beurs gesteund door middel van het organiseren van een netwerk event. De ambassade verleent soortgelijke assistentie aan Nederlandse bedrijven die oplossingen bieden op het gebied van o.m. duurzame energie en water.

Vraag 5

Bent u bereid om in het kader van een coherent en effectief klimaatbeleid uw steun en dat van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) aan Dutch Energy Solutions en het FME-programma dat gericht is op het veroveren van de Iraanse gasmarkt 2), stop te zetten? Zo nee, waarom niet?

Antwoord

Nee. De Nederlandse energiesector is een belangrijke economische sector die innovatieve producten en diensten biedt waarmee kan worden bijgedragen aan een duurzame(re) exploitatie en productie van energie, zowel op het terrein van hernieuwbare energie als fossiele brandstoffen.

Onderdeel van het programma Partners International Business (PIB) van Dutch Energy Solutions voor Iran is het onderzoeken van mogelijkheden tot vermindering van CO2-uitstoot, onder meer door toepassing van wind- en zonne-energie op installaties.

Vraag 6

Kunt u een overzicht geven van directe en indirecte ondersteuning aan de internationale promotie van de Nederlandse olie- en gassector?

Antwoord

Nederland biedt actieve ondersteuning aan de internationalisering van het Nederlandse bedrijfsleven in het buitenland, waaronder bedrijven in de energiesector. Daarbij wordt onder meer in beperkte mate gebruik gemaakt van het economisch instrumentarium binnen de ontwikkelingssamenwerking-portefeuille en het handelsinstrumentarium.

Bij verschillende handelsinstrumenten vindt een IMVO-beoordeling plaats. Zo maakt bijvoorbeeld bij het Dutch Trade and Investment Fund een (I)MVO-beoordeling integraal onderdeel van de financieringsaanvraag. Deze toetsing werkt ondersteunend aan projecten op het terrein van hernieuwbare energie. Voorts kan het voorkomen dat bij handelsmissies aandacht uitgaat naar zakelijke mogelijkheden binnen de energiesector.

Ook binnen de ontwikkelingssamenwerking-portefeuille zijn verschillende instrumenten beperkt inzetbaar voor de ontwikkelingen van de olie- en gassector, zoals het programma voor ontwikkelingsrelevante infrastructuurontwikkeling ORIO (inmiddels Develop2Build en Drive), de Private Sector Development Apps, het Dutch Good Growth Fund, de financiering van fossiele energieprojecten door ontwikkelingsbank FMO en de subsidieregeling voor demonstratieprojecten, haalbaarheids- en investeringsvoorbereidingsstudies. Het merendeel van deze projecten is gericht op training, verbeterde wet- en regelgeving bij de ontwikkeling van de energiesector en veelal ook ondersteuning van een energietransitie op langere termijn.

Indiener(s)